Mijn kind heeft een blaasontsteking

In het kort

In het kort

    • Bij blaasontsteking kan uw kind 1 of meer van deze klachten hebben:
      • vaak plassen
      • pijn bij het plassen
      • soms pijn in de onderbuik
      • bij een baby/peuter: soms alleen huilen, overgeven of koorts
    • Bel dezelfde dag uw huisarts voor advies.
    • Breng de plas van uw kind voor onderzoek naar de praktijk.
    • Bij een blaasontsteking krijgt uw kind antibiotica.
    • Bij zieker worden of koorts: bel direct de huisarts of huisartsenpost.
    Film

    Film

    Wat is het

    Wat is een blaasontsteking?

    Bij een blaasontsteking is de binnenkant van de blaas ontstoken. Dat komt door bacteriën.

    Blaasontsteking komt bij kinderen minder vaak voor dan bij volwassenen.

    Een blaasontsteking is niet besmettelijk.

    Wat merk je

    Wat merk ik als mijn kind blaasontsteking heeft?

      Bij kinderen die al op de wc plassen kunt u 1 of meer van deze dingen merken:

      • Uw kind moet vaak plassen. Maar hij/zij plast steeds maar een klein beetje.
      • Het plassen doet pijn.
      • Het gevoel te moeten plassen kan pijn doen.
      • Uw kind kan ook pijn hebben in de onderbuik of rug.
      • De plas kan troebel zijn. Soms zit er bloed in.
      • De plas kan sterk ruiken of vies ruiken.
      • Uw kind plast ineens weer in zijn/haar broek.

      Baby's en peuters hebben deze klachten niet altijd. Dat kan het lastig maken om een blaasontsteking op te merken.
      Bij een baby of peuter kunt u blaasontsteking soms merken aan 1 of meer van deze klachten:

      • koorts (38 graden of hoger)
      • veel huilen of kreunen
      • overgeven
      • niet willen drinken

      Als uw kind ook koorts heeft en erg ziek is, dan heeft uw kind misschien een ontsteking van het nierbekken.

      Oorzaken

      Waardoor krijgt mijn kind blaasontsteking?

      Een blaasontsteking komt door bacteriën. Bacteriën komen via de plasbuis in de blaas. Ze gaan aan de binnenkant van de blaas vastzitten. Die gaat ontsteken.

      Vaak is het de bacterie die bij iedereen in de darm leeft. Deze zit ook rond de anus (het poepgat) en de plasbuis.

      Meisjes krijgen vaker een blaasontsteking dan jongens.

      • Dat komt omdat bij meisjes de uitgang van de plasbuis dichter bij de anus ligt.
      • Ook is de plasbuis van meisjes korter.
      • Bacteriën kunnen zo makkelijker van de anus naar de plasbuis en de blaas.

      Kinderen hebben meer kans op een blaasontsteking bij:

      • weinig drinken. Als uw kind weinig drinkt, plast het weinig. Dat geeft meer kans op blaasontsteking.
      • verstopping. Als de darm vol poep zit, drukt dat tegen de blaas. Uw kind kan dan de blaas niet leeg plassen.
      • de blaas niet leeg plassen. Als er steeds een beetje plas in de blaas blijft zitten, kunnen hier bacteriën in groeien. Kinderen die de blaas niet leeg plassen, hebben daardoor misschien meer kans op een blaasontsteking.
      • aangeboren problemen van de nieren of blaas. Bijvoorbeeld een te nauwe plasbuis of klepjes in de plasbuis. Dit is vooral bij jonge kinderen een oorzaak van blaasontsteking.
      Onderzoek bij de huisarts

      Onderzoek bij een kind met klachten van blaasontsteking

      • Bel uw huisarts en breng de plas (urine) van uw kind voor onderzoek naar de praktijk.
      • Vang het liefst ’s ochtends de eerste plas op. Als dat niet lukt, is het ook goed als u plas van een ander moment brengt.
      • Lees hier hoe u de plas van uw kind opvangt.
      • Doe de plas in een schoon potje en sluit dit goed af.
      • Breng het potje met plas binnen 2 uur naar de assistent van de huisarts.
      • Kunt u het pas later brengen? Zet het potje dan na het plassen meteen in de koelkast en breng het binnen 24 uur.
      • Vul deze vragenlijst in en geef deze samen met het potje plas aan de assistent.
      • De uitslag is er meestal binnen 1 dag. Bel de assistent en vraag naar de uitslag.

      Soms is het nog onduidelijk of het blaasontsteking is. Dan kan de assistent soms een extra onderzoek doen. Dit onderzoek heet 'dipslide'.

      Extra onderzoek: dipslide

      • De plas gaat in een buisje.
      • De volgende dag kijkt de assistent hoeveel bacteriën in het buisje groeien. Veel bacteriën wijst op een blaasontsteking.
      • Bel de assistent en vraag naar de uitslag.
      • Op vrijdag en zondag geeft de assistent het buisje soms mee naar huis.
        • Bewaar het buisje thuis op kamertemperatuur. Dus niet in de koelkast.
        • Maak het buisje niet open.
        • Krijgt u het buisje op vrijdag mee? Bel dan de volgende dag de huisartsenpost. Neem het buisje mee naar de huisartsenpost. Dan krijgt u daar de uitslag.
        • Krijgt u het buisje op zondag mee? Bel dan op maandag naar de assistent van uw eigen huisarts. U krijgt de uitslag van haar.
      Extra onderzoek: urinekweek

      Een kweek van de plas als uw kind blaasontsteking heeft

      Bij kinderen met blaasontsteking is een extra onderzoek van de plas nodig. Dit heet een kweek.

      De kweek laat zien welke bacterie de oorzaak is. En welke medicijnen (antibiotica) daartegen helpen. De huisarts kan zo dan controleren of uw kind de goede medicijnen slikt tegen blaasontsteking.

      De uitslag van de kweek is er na 1 week. Bel de assistent en vraag naar de uitslag.

      Adviezen

      Adviezen als uw kind blaasontsteking heeft

      • Zorg dat uw kind genoeg drinkt. Biedt regelmatig iets te drinken aan.
      • Extra warm aankleden of in bed blijven is niet nodig.

      Meer adviezen leest u bij: Hoe voorkom ik een blaasontsteking bij mijn kind.

      Medicijnen

      Welke medicijnen helpen tegen blaasontsteking bij uw kind?

      Bij een blaasontsteking krijgt uw kind antibiotica. Antibiotica doden de bacteriën in de blaas. De klachten zijn hierdoor sneller weg. Ook is de kans kleiner dat de blaasontsteking problemen geeft, zoals een ontsteking van de het nierbekken.

      Uw kind moet doorgaan met de antibiotica tot het op is. Ook als de klachten al zijn gestopt. Anders kunnen bacteriën in de blaas achterblijven en krijgt uw kind weer blaasontsteking.

      Baby's en jonge kinderen krijgen een antibiotica-drankje.
      Oudere kinderen kunnen antibiotica-pillen slikken.
      Voorbeelden van antibiotica zijn:

      • nitrofurantoïne
      • amoxicilline met clavulaanzuur

      Bij veel pijn kunt u uw kind een paar dagen paracetamol geven. Kijk op de verpakking hoeveel u mag geven.

      amoxicilline

      Amoxicilline behoort tot de penicilline-antibiotica. Het werkt tegen infecties met bacteriën.

      Artsen schrijven het voor bij veel soorten infecties met bacteriën, zoals:

      • luchtweginfecties (longontsteking, acute bronchitis, middenoorontsteking, bijholteontsteking, keelpijn door keelontsteking);
      • blaasontsteking, ook nierbekkenontsteking en prostaatontsteking;
      • geslachtsziekten (SOA), namelijk chlamydia en gonorroe;
      • Lymeziekte;
      • maag- of darmzweer;
      • huidontsteking;
      • hersenvliesontsteking.

      Artsen schrijven amoxicilline ook voor als er waarschijnlijk sprake is van een longontsteking door het Corona-virus (COVID-19).

       
      Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

      amoxicilline met clavulaanzuur

      Amoxicilline behoort tot de penicilline-antibiotica. Penicilline-antibiotica werken tegen infecties met bacteriën. Sommige bacteriën kunnen amoxicilline afbreken, zodat het zijn werking niet meer kan doen. Clavulaanzuur gaat dit tegen en verbetert zo het effect van amoxicilline. Amoxicilline met clavulaanzuur doodt daardoor meer soorten bacteriën dan amoxicilline alleen.

      Artsen schrijven de combinatie voor bij infecties met bacteriën, zoals:

      • luchtweginfecties (longontsteking, acute bronchitis (ontsteking van een deel van de luchtwegen), middenoorontsteking, bijholteontsteking, keelpijn door keelontsteking);
      • huidinfecties en infecties diep in de huid, zoals wondroos, eikelontsteking, infecties door bijtwonden en infecties van het nagelbed;
      • blaasontsteking, ook nierbekkenontsteking en prostaatontsteking;
      • infecties in botten en gewrichten zoals beenmergontsteking.
      Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

      nitrofurantoïne

      Nitrofurantoïne is een antibioticum. Het werkt tegen infecties met bacteriën.

      Artsen schrijven het voor bij blaasontsteking bij mannen en bij blaasontsteking bij vrouwen.

      Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
      Hoe gaat het verder

      Hoe gaat het verder met een blaasontsteking bij uw kind?

      Na de uitslag van de kweek krijgt uw kind soms andere antibiotica. De kweek laat zien welke antibiotica het beste helpen. Bel daarom altijd de huisarts voor de uitslag.

      Meestal zijn de klachten door de antibiotica binnen een paar dagen minder of weg. Het is dan niet nodig om de urine opnieuw na te kijken.

      Blijft uw kind toch klachten houden? Bel dan uw huisarts en breng weer een potje met plas naar uw huisarts.

      Heel soms kan een kind ook een ontsteking van het nierbekken krijgen. Meestal heeft uw kind dan koorts en is het erg ziek. Bel dan dezelfde dag uw huisarts of huisartsenpost.

      Lees hier meer over wat u kunt doen om een blaasontsteking te voorkomen.

      Kinderen krijgen niet zo vaak een blaasontsteking. Als uw kind vaker een blaasontsteking heeft, is het belangrijk om de oorzaak daarvan te weten. De huisarts verwijst u naar de uroloog of kinderarts.

      Wanneer bellen

      Wanneer bellen bij een blaasontsteking bij uw kind?

      Bel altijd dezelfde dag uw huisarts als u denkt aan blaasontsteking bij uw kind. Meestal moet u een potje plas van uw kind opvangen en naar de praktijk brengen voor onderzoek.

      Bij een kind dat al een blaasontsteking heeft:
      Bel direct uw huisarts of huisartsenpost als 1 of meer van deze punten klopt:

      • Uw kind krijgt er ook koorts bij (38 graden of hoger). Meet de temperatuur via de anus (poepgat).
      • Uw kind wordt ziek.
      • Uw kind moet overgeven.
      • Uw kind slikt 2 dagen antibiotica en de klachten zijn niet minder.
      • Uw kind krijgt opnieuw koorts nadat hij/zij 1 dag koortsvrij was.

      Neem altijd weer verse plas mee voor onderzoek.

      Meer informatie
      Deze tekst is aangepast op
      NHG

      Vond je deze informatie nuttig?

      Vond je deze informatie nuttig?
      Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?