Ik word onderzocht op COPD

In het kort

In het kort

  • Uw huisarts vraagt naar uw klachten en onderzoekt u.
  • Ook krijgt u een test die meet hoe goed uw longen werken.
  • Dit noemen we een longfunctie-test.
  • De test meet hoeveel lucht u kunt uitblazen en hoe snel.
  • Zo weet uw huisarts hoe goed uw longen werken en of u COPD heeft.
  • Doet u de test voor het eerst? Dan mag u voor de test geen medicijnen voor de longen inademen.
Wat is het

Wat is een longfunctie-test?

Een longfunctie-test is een onderzoek om te kijken of u COPD heeft. Op een longfoto is dit niet te zien.

Bij dit onderzoek meet de praktijkondersteuner hoe goed uw longen werken (de longfunctie):

  • hoeveel lucht u maximaal kunt uitademen na rustig diep inademen. Dit zegt iets over de inhoud van uw longen.
  • hoeveel lucht u in 1 seconde kunt uitblazen. Dit zegt iets over hoe smal (nauw) uw longbuisjes worden.
  • of uw longen beter werken als u medicijnen inademt die de longbuisjes weer wijder maken (luchtwegverwijder).

Zo kan uw arts zien:

  • of uw longen goed werken.
  • of u COPD heeft.
  • hoe erg de COPD is.

Voor dit onderzoek moet u in een apparaat blazen (een spirometer). Dit kan bij uw huisarts op de praktijk, op het artsenlaboratorium of in het ziekenhuis.

Voorbereiding

Voorbereiding op de longfunctie-test

Als u een longfunctie-test krijgt, zijn deze dingen belangrijk om te weten:

Krijgt u voor de eerste keer een longfunctie-test?

Gebruik geen longmedicijnen in de uren voordat u het onderzoek krijgt:

  • geen kortwerkende luchtwegverwijders in de 4 uur voor het onderzoek.
  • geen langwerkende luchtwegverwijders in de 12 tot 48 uur voor het onderzoek.

Wanneer u precies moet stoppen, hangt af van het soort medicijn dat u gebruikt. Dit vertelt uw praktijkondersteuner. Heeft u toch een luchtwegverwijder gebruikt? Vertel dit aan de persoon die de test bij u gaat doen, voor de test begint. Dit is belangrijk.

Meestal moet u de longfunctie-test na 6 weken nog een keer doen.

Heeft u al vaker een longfunctie-test gehad? Dan kunt u meestal gewoon doorgaan met uw longmedicijnen, als u deze heeft. Dit bespreekt de praktijkondersteuner met u.

Longfunctie-test

Hoe gaat de longfunctie-test?

De werking van uw longen wordt gemeten met een speciaal apparaat: een spirometer. De assistent(e) of praktijkondersteuner zegt precies wat u moet doen.

  • U krijgt een klem op uw neus.
  • U gaat rechtop zitten en sluit uw tanden en lippen om het mondstuk van het apparaat. U kunt hier gewoon door ademen.
  • De assistent vraagt u om diep in te ademen en dan zo hard en zo veel mogelijk uit te blazen.
  • Deze metingen worden minstens 3 keer gedaan om een goede meting te krijgen.
  • Daarna krijgt u soms een medicijn om in te ademen. Dit medicijn maakt uw luchtwegen wijder. Het medicijn werkt na 15 minuten. Dan doet u de test nog een keer.

Het hele onderzoek duurt 30 tot 45 minuten. Het onderzoek doet geen pijn en is meestal niet vervelend. Omdat u vaak diep inademt en hard uitademt, kan het onderzoek wel zwaar zijn. U kunt daardoor even duizelig zijn. Of een beetje trillen van de medicijnen.

Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder na een longfunctie-test?

Als het onderzoek laat zien dat u COPD heeft, bespreekt de huisarts dit met u.

Dan moet u de longfunctie-test na 4 tot 6 weken nog een keer doen.

U kunt samen met uw huisarts of praktijkondersteuner een zorgplan maken. Hierin kunt u opschrijven wat voor u belangrijk is om u goed te voelen. En hoe vaak controles bij de huisartspraktijk nodig zijn voor u.

Meer informatie
Deze tekst is aangepast op
NHG

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?