Ik slik medicijnen tegen atriumfibrilleren

In het kort

Samenvatting

  • Als atriumfibrilleren lang duurt of steeds terugkomt, krijgt u medicijnen.
  • Er zijn medicijnen die uw hart langzamer laten kloppen.
  • U krijgt meestal ook medicijnen waardoor uw bloed minder snel stolt.
  • Deze medicijnen (bloedverdunners) verkleinen de kans op een beroerte.
Medicijnen voor hartslag

Medicijnen voor een rustige hartslag

Als atriumfibrilleren langer dan 48 uur duurt of steeds terugkomt, krijgt u mogelijk medicijnen om te zorgen dat uw hart minder snel klopt:

  • Bètablokker
    Bètablokkers zorgen ervoor dat uw hart wat langzamer gaat kloppen. Daardoor wordt ook uw bloeddruk lager. Doordat uw hart minder snel klopt voelt u zich rustiger.

    Mogelijke bijwerkingen van bètablokkers zijn moeheid, koude handen en voeten, en heel soms erectiestoornissen. Mensen met astma kunnen van bètablokkers benauwd worden.

  • Calciumantagonist
    Heeft u veel last van de bijwerkingen van een bètablokker? In plaats van een bètablokker kunt u dan een calciumantagonist gebruiken. Ook door calciumantagonisten gaat het hart iets langzamer kloppen. U voelt zich daardoor rustiger. Uw bloedvaten gaan wijder open staan, met als gevolg een lagere druk in de bloedvaten. Uw bloeddruk daalt dan.

    Mogelijke bijwerkingen zijn hoofdpijn, maagdarmklachten en dikke enkels.

  • Digoxine
    Soms gaan de klachten van atriumfibrilleren niet weg met een bètablokker of een calciumantagonist. Dan kunt u er digoxine bij krijgen. Ook digoxine zorgt ervoor dat uw hart langzamer gaat kloppen. Tegelijk geeft digoxine het hart meer kracht zodat het per hartslag meer bloed kan pompen.

Door bètablokkers, calciumantagonisten en digoxine worden de klachten meestal minder en kunt u zich beter inspannen.

digoxine

Digoxine behoort tot de groep geneesmiddelen die hartglycosiden worden genoemd. Digoxine verbetert de pompkracht van het hart en zorgt voor een regelmatige rustige hartslag.

Artsen schrijven het voor bij hartfalen en hartritmestoornissen.

Voor meer informatie zie Apotheek.nl.
Bloedverdunners

Bloedverdunners

Als atriumfibrilleren langer dan twee dagen duurt of steeds terugkomt, dan krijgt u bloedverdunners (ook wel antistollingsmiddelen genoemd). Dit zijn medicijnen die ervoor zorgen dat uw bloed minder snel stolt. Uw bloed blijft dun. Hoe dunner uw bloed, des te kleiner de kans dat er een bloedstolsel ontstaat. Daarmee verkleint ook de kans op een beroerte.

Er zijn twee soorten bloedverdunners: cumarines en DOAC's.

Tot voor kort kregen de meeste mensen een cumarine, bijvoorbeeld: acenocoumarol of fenprocoumon . Met deze middelen is veel ervaring opgedaan.

Er zijn ook nieuwere bloedverdunners, de zogenaamde DOAC’s. DOAC is een afkorting van direct oraal anticoagulans. Voorbeelden hiervan zijn: apixaban , dabigatran , edoxaban en rivaroxaban . DOAC's werken direct op een van de stollingsfactoren in.

Uit onderzoek blijkt dat DOAC's bij atriumfibrilleren net zo goed beschermen tegen een beroerte als cumarines.

Sommige mensen mogen geen bloedverdunner hebben. Zij krijgen een bloedplaatjesremmer: acetylsalicylzuur.

Bent u een man jonger dan 75? Dan heeft u soms geen bloedverdunner nodig. U krijgt wel een bloedverdunner als u kenmerken heeft die het risico op een beroerte vergroten, zoals:

  • hartfalen,
  • hoge bloeddruk,
  • diabetes mellitus,
  • vaatziekten,
  • een beroerte (gehad).

De huisarts bespreekt welke medicijnen u krijgt en hoe u ze moet gebruiken.

Meer informatie over medicijnen kunt u vinden op apotheek.nl. Bespreek uw medicijngebruik met uw huisarts en/of apotheker.

acenocoumarol

Acenocoumarol is een antistollingsmiddel.

Artsen schrijven het voor bij trombose, na een hartinfarct, beroerte (herseninfarct) of TIA en bij hartritmestoornissen.

Voor meer informatie zie Apotheek.nl.

apixaban

Apixaban is een antistollingsmedicijn.

Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose te voorkomen, bijvoorbeeld bij heupoperaties en knieoperaties en om een beroerte of trombose te voorkomen bij bepaalde hartritmestoornissen.

Voor meer informatie zie Apotheek.nl.

dabigatran

Dabigatran is een antistollingsmedicijn.

Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose te voorkomen, bijvoorbeeld bij heupoperaties en knieoperaties.

Soms wordt het gebruikt om trombose of een beroerte te voorkomen bij bepaalde hartritmestoornissen.

Voor meer informatie zie Apotheek.nl.

edoxaban

Edoxaban is een antistollingsmedicijn.

Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose of een beroerte te voorkomen bij bepaalde hartritmestoornissen.

Voor meer informatie zie Apotheek.nl.

fenprocoumon

Fenprocoumon is een antistollingsmiddel.

Artsen schrijven het voor bij trombose, na een hartinfarct, beroerte of TIA en bij hartritmestoornissen.

Voor meer informatie zie Apotheek.nl.

rivaroxaban

Rivaroxaban is een antistollingsmedicijn.

Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose of een beroerte te voorkomen, zoals bij bepaalde hartritmestoornissen of bij heupoperaties en knieoperaties, en om beroerte en hartaanval te voorkomen na een hartinfarct (hartaanval) of bij hartziekten.

Voor meer informatie zie Apotheek.nl.
Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder met atriumfibrilleren?

Start u met medicijnen, dan gaat u elke week voor controle naar uw huisarts totdat de klachten minder zijn, het bloed dun genoeg is (als u een cumarine gebruikt) en u goed om kunt gaan met de medicijnen.

De huisarts controleert ook of uw hart goed blijft werken. Hij/zij vraagt naar benauwdheid bij inspanning en bekijkt of u vocht vast houdt. Ook wordt de bloeddruk gemeten en eventueel een hartfilm gemaakt.

Werken de medicijnen goed en zijn de klachten weg of veel minder, dan blijft jaarlijks contact met uw huisarts belangrijk. Uw huisarts bespreekt dan eventuele klachten of problemen met u en kijkt of uw medicijnen moeten worden aangepast. Zonder overleg is het niet verstandig om de medicijnen te minderen of ermee te stoppen.

Wanneer bellen

Wanneer contact opnemen bij medicijnen tegen atriumfibrilleren?

  • Bel uw huisarts als u vragen of problemen heeft met de medicijnen.
  • Wordt u misselijk, gaat u braken of krijgt u hoofdpijn? Dan slikt u misschien te veel digoxine. Bel dan de huisartsenpraktijk. Dan wordt uw bloed gecontroleerd en kijkt uw huisarts of de hoeveelheid medicijn omlaag kan.
  • Bij braken, diarree of infecties (koorts) moeten soms de bloedverdunnende medicijnen of digoxine (tijdelijk) worden aangepast.

digoxine

Digoxine behoort tot de groep geneesmiddelen die hartglycosiden worden genoemd. Digoxine verbetert de pompkracht van het hart en zorgt voor een regelmatige rustige hartslag.

Artsen schrijven het voor bij hartfalen en hartritmestoornissen.

Voor meer informatie zie Apotheek.nl.
Meer informatie

Meer informatie over atriumfibrilleren

De informatie over atriumfibrilleren is gebaseerd op de wetenschappelijke richtlijn voor huisartsen, de NHG-Standaard Atriumfibrilleren.

Deze tekst is aangepast op
NHG

Vond u deze informatie nuttig?

Vond u deze informatie nuttig?
Heeft u een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?