Met wie krijg je te maken bij de huisartsenpraktijk?

Huisarts

Met de huisarts kun je problemen met je gezondheid (of van je kind) bespreken. De huisarts houdt overzicht over de totale situatie van jou en je eventuele gezin.

De huisarts weet van heel veel gezondheidsproblemen wat af. De huisarts kan je adviseren, onderzoeken en behandelen en weet wanneer het beter is om je door te sturen naar een specialist of een andere zorgverlener.

Als je met meerdere zorgverleners te maken hebt, is de huisarts degene die de zorg coördineert. De huisarts beoordeelt en behandelt de meeste gezondheidsproblemen zelf.

De huisarts heeft beroepsgeheim.

Doktersassistent

De doktersassistent beantwoordt de telefoon en voert ook medische handelingen uit. De assistent kan bijvoorbeeld oren uitspuiten, plas (urine) onderzoeken, injecties geven en de bloeddruk meten. Verder geeft de assistent adviezen bij veel voorkomende klachten. De doktersassistent is hiervoor opgeleid en heeft instructies gekregen van de huisarts.

Net als de huisarts heeft de doktersassistent beroepsgeheim.

Praktijkondersteuner bij chronische ziektes

Als je een chronische ziekte hebt, kun je te maken krijgen met de praktijkondersteuner. Die doet de controles voor één of meer chronische ziekten, zoals ziektes van hart en bloedvaten, diabetes (suikerziekte) en astma. De praktijkondersteuner is hiervoor opgeleid en heeft instructies gekregen van de huisarts.

Net als de huisarts heeft de praktijkondersteuner beroepsgeheim.

Praktijkondersteuner bij psychische klachten

Als je psychische klachten hebt, bespreek je die eerst met je huisarts. Daarna kan de huisarts aan de praktijkondersteuner ggz (poh-ggz) vragen om je verder te helpen. Bijvoorbeeld met de verheldering van je problemen en met een kortdurende behandeling. De POH-GGZ bespreekt regelmatig met de huisarts hoe het gaat.

Net als de huisarts heeft de praktijkondersteuner GGZ beroepsgeheim.

Physician assistant

Soms kom je op het spreekuur bij een zorgverlener die zelfstandig taken van de arts kan overnemen. Deze zorgverlener heet met een moeilijk woord physician assistant.

Je kunt bij de physician assistant komen als je bijvoorbeeld klachten hebt van je luchtwegen, huid, wonden of gewrichten. Of als je meer wilt weten over anticonceptie. Dit kan per huisartsenpraktijk verschillen.

De physician assistant mag een recept geven voor medicijnen, kleine ingrepen doen en doorsturen naar een specialist in het ziekenhuis. De huisarts blijft wel jouw eigen arts. Als de zorg ingewikkeld is, kom je op het spreekuur bij je eigen huisarts.

Net als de huisarts heeft de physician assistant beroepsgeheim.

Doorsturen naar een andere zorgverlener

Zo nodig stuurt de huisarts je door naar een andere zorgverlener. Bijvoorbeeld een diëtist, fysiotherapeut, psycholoog of maatschappelijk werker. Of naar een specialist in het ziekenhuis. Bijvoorbeeld een internist, chirurg, gynaecoloog of een psychiater.

Je krijgt dan een brief mee (een verwijsbrief). In deze brief staat waarom je doorgestuurd wordt en de vraag voor de specialist. Het kan gaan om meer onderzoek of behandeling. De brief is nodig om een afspraak te maken met de specialist.

Als de huisarts inschat dat je snel gezien moet worden, zal de huisarts zelf (of de assistent) de afspraak voor je maken. Maar meestal moet je zelf de polikliniek van het ziekenhuis bellen om een afspraak te maken.

Doorsturen gaat altijd in overleg. Als je zelf doorgestuurd wilt worden en de huisarts vindt dat niet nodig, dan legt de huisarts aan je uit waarom.

Als je bij de specialist bent geweest, dan stuurt de specialist daarna een brief aan je huisarts. Daarin staat wat er is gebeurd. Bijvoorbeeld de uitslag van het onderzoek, welke operatie is gedaan en hoe die is gegaan of welke behandeling is gestart. Ook staat erin of er controles nodig zijn. En wie die controles kan doen: de specialist zelf of de huisarts.