Ik ben ziek (overgeven, diarree) van besmet eten

In het kort

In het kort

  • In eten en drinken kunnen bacteriën, virussen, schimmels of parasieten zitten die je ziek kunnen maken.
  • Je wordt misselijk, krijgt buikpijn, moet overgeven en hebt diarree.
  • Drink genoeg en kleine beetjes tegelijk. Bijvoorbeeld elke 10 minuten 1 of 2 slokken.
  • Meestal zijn de klachten na 1, 2 of 3 dagen weer over.
Film

Film

Wat is het

Ziek door besmet eten

In eten en drinken zitten altijd wel bacteriën, virussen, schimmels of parasieten. Van de meeste heb je geen last. Van sommige kun je wel ziek worden.

  • Dit heet voedsel-infectie als de bacteriën, virussen of parasieten zelf je ziek maken.
  • Het heet een voedsel-vergiftiging als de gifstoffen die de bacteriën of schimmels maken je ziek maken.

Je weet meestal niet welke van de 2 je hebt door besmet eten.

Wat merk je

Wat merk je als je ziek bent door besmet eten?

Door besmet eten en drinken kun je deze klachten krijgen:

  • meestal eerst buikpijn of buikkrampen
  • misselijk en overgeven
  • diarree
  • duizelig zijn

Sommige bacteriën geven hoofdpijn, spierpijn en koorts.
Door sommige bacteriën kun je bloed in je poep krijgen. Bijvoorbeeld door de Salmonella bacterie.

De klachten beginnen een paar uur tot meer dan 8 uur nadat je gegeten of gedronken hebt.

Meestal zijn de klachten na 1, 2 of 3 dagen weer over.

Oorzaken

Waardoor ben je ziek na besmet eten?

Meestal ben je ziek door bacteriën op eten, bijvoorbeeld deze:

  • Salmonella: komt voor op rauwe kip, rauw kalfsvlees of rauw varkensvlees.
    Soms zitten ze in eieren en melk, en op groente en fruit.
  • Campylobacter: zit vooral op rauwe kip.
  • Listeria: zit soms op rauw vlees, rauwe vis (sushi, oesters) en in kaas van rauwe melk.
  • E-coli: kan op rauw vlees (gehakt, hamburger) zitten en op rauwe groente.

Zulke bacteriën komen in je maag en darm en gaan daar groeien. Zo worden het er steeds meer.
Ze zorgen voor een ontsteking van de binnenkant van de maag en darmen. Sommige bacteriën en schimmels maken gifstoffen waar je ziek van kunt worden.

Zo kunnen de bacteriën bijvoorbeeld in je maag en darm komen:

  • Je snijdt rauwe kip en bakt die gaar. Op dezelfde snijplank snijd je daarna tomaten voor een salade. De bacteriën van de rauwe kip komen nu op de tomaten en je eet tomaten met deze bacteriën erop.
  • Je koopt sushi bij de supermarkt en laat dit buiten de koelkast staan. Bacteriën krijgen zo de tijd om te groeien en door de warmte kunnen ze sneller groeien.
  • Je koopt biologische sla. Op de sla zitten E-coli bacteriën uit biologische mest. Je wast de sla niet goed. Daardoor blijven er wat bacteriën op de sla zitten.
  • Je barbecuet en er liggen wat kipsatés in de zon. De bacteriën die erop zitten kunnen goed groeien in de warmte. De kipsaté gril je daarna niet lang genoeg en je eet een halfgare saté op.
  • Je geeft iemand een hand. Die persoon is net naar de wc geweest en heeft de handen niet goed gewassen. De bacteriën uit zijn poep komen dan op jouw handen. Als je dan met je hand in je mond zit, komen ze in je mond en gaan ze naar je maag en darmen.
Adviezen

Adviezen bij diarree en overgeven

Drinken bij diarree en overgeven

  • Bij diarree en overgeven is het belangrijk dat je extra vaak drinkt (2 of 3 liter per dag).
  • Hoe meer diarree of overgeven, hoe meer je moet drinken om niet uit te drogen. Drink bijvoorbeeld elke keer een glas water, thee of bouillon nadat je diarree had.
  • Drink kleine beetjes tegelijk als je overgeeft.
    Bijvoorbeeld elke 5 tot 10 minuten 1 of 2 slokken. Zo hou je toch wat vocht binnen.
    Als je je wat beter voelt, kun je langzaam weer wat meer in 1 keer gaan drinken.
  • Als je ook koorts hebt, is drinken nog belangrijker.
  • Drink geen zoete dranken als de diarree langer dan 1 week duurt of steeds terugkomt.
    Dus geen appelsap, melk, energie-dranken, frisdranken en light-dranken (zoals cola light).
    Soms kunnen de darmen tijdelijk minder goed tegen deze drank als je diarree hebt (gehad).

Eten bij diarree en overgeven

  • Een paar dagen niet of minder eten is niet erg.
  • Je hoeft jezelf niet te dwingen om te eten. Als je weer trek hebt, kun je weer eten waar je zin in hebt.
  • Begin met kleine beetjes. Als je kunt eten, voel je je meestal meteen wat beter.
  • Helemaal niet eten of een speciaal dieet is niet nodig.

Bij buikkrampen

  • Bij buikkrampen kun je het beste kleine beetjes eten en drinken.
    Als er iets in je maag komt, merken je darmen dat ook. Soms krijg je dan weer een golf van diarree. Dat betekent niet dat je iets verkeerds gegeten hebt. Je maag en darmen zijn nog gevoelig. Ook als je in 1 keer veel drinkt, kun je meteen naar de wc moeten.

Voorkom dat je anderen ziek maakt

  • Was je handen met water en zeep.
  • Droog daarna je handen goed af met een schone handdoek of papieren doekjes. Gooi de doekjes meteen weg.
  • Was en droog je handen elke keer als je naar de wc bent geweest. En voordat je eten of drinken klaarmaakt.
  • Was gebruikte glazen, borden en bestek goed af.
  • Leg uit aan de mensen om je heen dat ze dezelfde adviezen moeten volgen. Vooral goed handen wassen en afdrogen na de wc en voor het koken of eten.
    De kans dat ze ziek worden is dan kleiner.
Medicijnen

Medicijnen bij ziek zijn door besmet eten

Meestal zijn er geen medicijnen nodig.

Er zijn 2 medicijnen die je soms kunt gebruiken. Ze zijn te koop bij de drogist en apotheek:

ORS tegen uitdroging

Bij veel overgeven en heftige diarree kun je ORS gebruiken. ORS is een drankje met speciale suikers en zouten. Je koopt het als drankje of poeder waarmee je zelf het drankje maakt. Lees eerst de bijsluiter.
Meng ORS met water, niet met eten of ander drinken.

Neem ORS als je meer kans hebt op uitdroging of al uitgedroogd bent. Bijvoorbeeld:

  • als je minstens 6 keer per dag poep hebt zo dun als water
  • als je meer dan 4 keer per dag moet overgeven
  • als je door koorts veel zweet en je te weinig drinkt of veel dorst houdt
  • als je ouder bent dan 70 jaar

Medicijn om minder vaak te poepen

Ben je op reis? Of moet je lang doorwerken zonder naar de wc te moeten? Dan kun je loperamide gebruiken. Het zorgt ervoor dat je minder vaak moet poepen.
Je wordt er niet sneller beter door. Een bijwerking is verstopping. Slik het niet langer dan 2 dagen.

Gebruik loperamide niet:

  • als je koorts hebt
  • als je bloed bij je diarree hebt
  • als je zwanger bent of borstvoeding geeft
  • bij kinderen jonger dan 8 jaar

Medicijnen tegen bacteriën zijn bijna nooit nodig.
De huisarts zal je geen medicijn tegen overgeven geven. Je wordt namelijk niet sneller beter door dit medicijn. En het kan wel erge bijwerkingen geven.

ORS

ORS is een oplossing van zouten en druivensuiker in water.

Het wordt gebruikt bij waterdunne diarree en braken (overgeven).

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

loperamide

Loperamide vermindert diarree. Het wordt gebruikt bij acute en bij chronische diarree. Het wordt soms gebruikt bij het prikkelbaredarmsyndroom met veel diarreeklachten.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Eigen medicijnen

Heeft overgeven en diarree invloed op je medicijnen?

Sommige medicijnen kunnen door de diarree minder goed of helemaal niet werken. Dat kan ook als je moet overgeven en korter dan 4 uur geleden je medicijnen hebt genomen.

Kijk bij het kopje Wanneer bellen of je de huisarts moet bellen voor advies over je medicijn.

Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder na ziek zijn door besmet eten?

De meeste mensen gaan weer aan het werk of naar school als de klachten over zijn. Dat is meestal prima, behalve in deze situaties:

  • Je maakt eten voor anderen op je werk.
  • Je verzorgt mensen die ziek of zwak zijn.

Bespreek dan met je bedrijfsarts of leidinggevende of je alweer kunt werken. Als de klachten al weg zijn, kun je namelijk nog wel besmettelijk zijn.

Zorg dat je niet weer ziek wordt door besmet eten.

Wanneer bellen

Wanneer de huisarts bellen bij diarree en overgeven?

Spoed: bel direct de huisarts of de huisartsen-spoedpost als je bij diarree of overgeven ook 1 of meer van deze klachten hebt:

  • Je gaat je suf voelen.
  • Je bent in de war.
  • Je hebt het gevoel dat je gaat flauwvallen.

Bel dezelfde dag met de huisarts of huisartsenpost bij diarree of overgeven in deze situaties:

  • Je hebt langer dan 3 dagen minstens 6 keer per dag poep zo dun als water.
  • Je blijft steeds overgeven.
  • Je drinkt niet of weinig.
  • Je hebt erg veel dorst.
  • Je hebt 1 dag niet meer geplast.
  • Je hebt de hele tijd buikpijn.
  • Er zit bloed of slijm bij je poep.
  • De diarree is na een week niet minder geworden.
  • Je hebt 1 of meer van deze ziektes:
    • suikerziekte (diabetes)
    • een nierziekte
    • hartfalen
  • Je bent 70 jaar of ouder en je hebt 1 of meer van deze situaties:
    • Je hebt 1 dag of langer diarree.
    • Je hebt koorts.
    • Je hebt langer dan 8 uur niet geplast.
    • Je gebruikt medicijnen bij depressie of angst (SSRI zoals citalopram , fluoxetine , paroxetine , sertraline )
  • Je gebruikt 1 of meer van deze medicijnen:
    • plaspillen of medicijnen tegen hoge bloeddruk
    • medicijnen bij suikerziekte, zoals metformine of een SGLT2-remmer ( dapagliflozine , empagliflozine , canagliflozine )
    • pijnstillers zoals ibuprofen , naproxen of diclofenac (NSAID)

Deze medicijnen kunnen gevaarlijke bijwerkingen geven als je steeds diarree hebt of steeds overgeeft.

Sommige medicijnen kunnen minder goed werken door de diarree of het overgeven. Vraag je arts om advies als je last hebt van diarree of overgeven én je 1 of meer van deze medicijnen gebruikt:

  • bloedverdunners (cumarines zoals acenocoumarol of fenprocoumon )
  • medicijnen tegen epilepsie
  • medicijn bij een bipolaire stoornis ( lithium )
  • medicijn voor je hart ( digoxine )

Gebruik je de anticonceptie-pil en heb je last van overgeven of diarree? Lees wat je moet doen om zwangerschap te voorkomen bij de gewone pil en de minipil.

Heb je een kind met diarree of overgeven? Lees dan daar verder.

acenocoumarol

Acenocoumarol is een antistollingsmiddel.

Artsen schrijven het voor bij trombose, na een hartinfarct, beroerte (herseninfarct) of TIA en bij hartritmestoornissen.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

canagliflozine

Canagliflozine is een verlager van het bloedsuiker. Het zorgt ervoor dat de nieren meer suiker uitplassen. Hierdoor daalt het bloedsuiker.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus (suikerziekte).

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

citalopram

Citalopram behoort tot de serotonineheropnameremmers ofwel SSRI's. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine.

Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.

Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een dwangstoornis, paniekstoornis, specifieke fobie (angst) en posttraumatische stressstoornis. Soms wordt citalopram ook gebruikt bij voortijdige zaadlozing, premenstrueel syndroom en bij prikkelbare-darmsyndroom.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

dapagliflozine

Dapagliflozine is een verlager van het bloedsuiker. Het zorgt ervoor dat de nieren meer suiker uitplassen. Hierdoor daalt het bloedsuiker.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus (suikerziekte), bij hartfalen en bij nierziekten (chronische nierschade).

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

diclofenac

Diclofenac is een ontstekingsremmende pijnstiller. Dit soort pijnstillers wordt ook wel NSAID's genoemd. Het werkt pijnstillend, ontstekingsremmend en koortsverlagend.

Het is te gebruiken bij pijn waarbij ook sprake is van een ontsteking, zoals bij gewrichtspijn, reumatoïde artritis (ontsteking van de gewrichten), ziekte van Bechterew en jicht (ontsteking in uw gewricht).

Bovendien bij koliekpijn, menstruatieklachten, zoals abnormaal vaginaal bloedverlies, migraine en hoofdpijn. Het wordt soms ook gebruikt bij artrose (het kraakbeen in uw gewrichten wordt dunner), spierpijn en klachten door griep of verkoudheid.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

digoxine

Digoxine behoort tot de groep geneesmiddelen die hartglycosiden worden genoemd. Digoxine verbetert de pompkracht van het hart en zorgt voor een regelmatige rustige hartslag.

Artsen schrijven het voor bij hartfalen en hartritmestoornissen.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

empagliflozine

Empagliflozine is een verlager van de bloedsuiker. Het zorgt ervoor dat de nieren meer suiker uitplassen. Hierdoor daalt het bloedsuiker.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus (suikerziekte), bij hartfalen en bij nierziekten (chronische nierschade).

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

fenprocoumon

Fenprocoumon is een antistollingsmiddel.

Artsen schrijven het voor bij trombose, na een hartinfarct, beroerte of TIA en bij hartritmestoornissen.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

fluoxetine

Fluoxetine behoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI's.
Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.

Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals dwangstoornis (OCD), paniekstoornis, sociale fobie en posttraumatische stressstoornis. Het wordt ook gebruikt bij boulimia nervosa, bij bepaalde menstruatieklachten (namelijk het premenstrueel syndroom), bij voortijdige zaadlozing, bij narcolepsie (slaapziekte) en bij prikkelbare-darmsyndroom.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

ibuprofen

Ibuprofen is een ontstekingsremmende pijnstiller. Dit soort pijnstillers wordt ook wel NSAID genoemd. Het werkt pijnstillend, ontstekingsremmend en koortsverlagend.

Het is te gebruiken bij pijn waarbij ook sprake is van een ontsteking, zoals bij gewrichtspijn, reumatoïde artritis, ziekte van Bechterew en jicht. Bovendien bij migraine, hoofdpijn en menstruatieklachten, zoals abnormaal vaginaal bloedverlies. Het wordt soms ook gebruikt bij artrose, spierpijn en klachten door griep of verkoudheid.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

lithium

Lithium vermindert hevige stemmingsschommelingen.

Artsen schrijven het voor bij depressie en clusterhoofdpijn. Ook wanneer u te veel energie heeft waardoor u bijvoorbeeld niet genoeg slaapt. Dit wordt een manie genoemd.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

metformine

Metformine is een verlager van de bloedsuiker. Het behoort tot de biguaniden. Het vermindert het bloedsuiker en vermindert de eetlust.

Artsen schrijven het voor bij diabetes mellitus (suikerziekte) en bij verminderde vruchtbaarheid.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

naproxen

Naproxen is een ontstekingsremmende pijnstiller. Dit soort pijnstillers wordt ook wel NSAID genoemd. Het werkt pijnstillend, ontstekingsremmend en koortsverlagend.

Het is te gebruiken bij pijn waarbij ook sprake is van een ontsteking, zoals bij gewrichtspijn. Ook bij ontstekingen van de gewrichten zoals reumatoïde artritis, ziekte van Bechterew en jicht. Bovendien bij koliekpijn, hoofdpijn, migraine en menstruatieklachten, zoals abnormaal vaginaal bloedverlies. Het wordt soms ook gebruikt bij pijnlijke, stijve en versleten gewrichten (artrose), spierpijn en klachten door griep of verkoudheid.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

paroxetine

Paroxetine behoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI's. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.

Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een dwangstoornis, paniekstoornis, sociale fobie, specifieke fobie en posttraumatische stressstoornis.

Het wordt ook gebruikt bij zenuwpijn, bij seksuele stoornissen (vroegtijdige zaadlozing), premenstrueel syndroom (PMS) en bij opvliegers tijdens de overgang. Verder bij jeuk en hoesten in de laatste levensfase (palliatieve zorg).

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

sertraline

Sertraline hoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI's. Dit zijn medicijnen tegen depressie. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine.

Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.

Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals sociale fobie, specifieke fobie, dwangstoornis, paniekstoornis en posttraumatische stressstoornis.
Het wordt ook gebruikt bij bepaalde menstruatieklachten (premenstrueel syndroom), bij bepaalde soorten jeuk en bij seksuele stoornissen (vroegtijdige zaadlozing).

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Meer informatie

Meer informatie over ziek zijn door besmet eten

Meer informatie over ziek worden van besmet eten:

Deze tekst is aangepast op
NHG

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?