Ik ga naar de ouderen-arts in het ziekenhuis voor een uitgebreid onderzoek

In het kort

In het kort

  • U krijgt een uitgebreid onderzoek door een ouderen-arts in het ziekenhuis als u:
    • meer problemen of ziektes tegelijk heeft
    • een grotere kans heeft om meer problemen of ziektes te krijgen
  • De 4 delen van het onderzoek zijn:
    • onderzoek van uw lichaam
    • onderzoek naar uw geheugen en hoe u zich voelt
    • onderzoek hoe u thuis voor uzelf kunt zorgen
    • vragen over uw omgeving en de steun die u krijgt
  • Het doel is dat u zo goed mogelijk voor uzelf kunt zorgen en de dingen kunt blijven doen die voor u belangrijk zijn.
Waarom

Waarom ben ik doorgestuurd naar een ouderen-arts in het ziekenhuis?

U heeft meer problemen of ziektes tegelijk. Of u heeft een grotere kans om meer problemen te krijgen. Bijvoorbeeld doordat u al ouder bent. Uw huisarts of arts in het ziekenhuis heeft u daarom doorgestuurd voor een uitgebreid onderzoek. Een ouderen-arts in het ziekenhuis (geriater) doet het onderzoek en kijkt welke behandelingen u kunt krijgen.

U krijgt zo'n onderzoek bijvoorbeeld als u 2 of meer van deze dingen heeft:

  • U ligt in het ziekenhuis en u kunt misschien niet meer thuis wonen als u weer beter bent. Bijvoorbeeld omdat u moeite heeft met lopen of kans heeft op in de war zijn (delier).
  • U heeft een ziekte zoals diabetes, een hartziekte of kanker.
  • U kunt thuis niet meer goed voor uzelf zorgen.
  • U heeft moeite met dingen onthouden.
  • U bent bang om te vallen. Daardoor durft u bijvoorbeeld niet meer te douchen of naar de wc te gaan.
  • U heeft weinig contact met andere mensen.

Door de behandeling kunt u zo lang mogelijk thuis blijven wonen.
Ook kunt u zo goed mogelijk voor uzelf blijven zorgen.
En u kunt de dingen blijven doen die voor u belangrijk zijn.

Artsen noemen dit onderzoek een geriatrisch onderzoek.

Voorbereiding

Hoe bereid ik me voor op het onderzoek bij de ouderen-arts in het ziekenhuis?

  • Het beste kunt u iemand vragen om met u mee te gaan naar het onderzoek. Iemand die u goed kent. Bijvoorbeeld een familielid, vriend of buur. Deze persoon kan u helpen bij het onderzoek en ook vragen over u beantwoorden.
  • De arts wil graag weten welke medicijnen u gebruikt. Vraag bij de apotheek een overzicht van uw medicijnen. Of neem van elk medicijn het doosje of zakje mee.
  • Als u thuiszorg heeft: neem de zorgmap van de thuiszorg mee.
  • Gebruikt u een hulpmiddel? Zoals een rollator, wandelstok, gehoorapparaat, bril of elastische kousen? Dan is het belangrijk dat u deze meeneemt naar het onderzoek.

Meestal wordt uw bloed ook onderzocht. U hoort of u bloed moet laten prikken als u zich meldt bij de balie voor uw afspraak. U kunt dan dezelfde dag bloed laten prikken in het laboratorium in het ziekenhuis.

Zo gaat het

Hoe gaat een uitgebreid onderzoek bij de ouderen-arts in het ziekenhuis?

Het onderzoek duurt ongeveer 2 uur en bestaat uit 4 delen. U krijgt gesprekken met een arts. Ook wordt uw lichaam onderzocht.

Soms onderzoeken ook andere hulpverleners u. Bijvoorbeeld een verpleegkundige voor ouderen of een psycholoog.

De 4 delen van het onderzoek zijn:

  • onderzoek van uw lichaam
  • onderzoek naar uw geheugen en hoe u zich voelt
  • onderzoek hoe u thuis voor uzelf kunt zorgen
  • vragen over uw omgeving en de steun die u krijgt

Onderzoek van uw lichaam

Meestal begint het onderzoek met een gesprek over uzelf. De arts vraagt welke ziektes u heeft of heeft gehad. Ook wil de arts weten welke medicijnen u gebruikt. En of u rookt of alcohol drinkt.

Daarna stelt de arts vragen over welke problemen of klachten u nu heeft.

De arts kijkt daarna of uw lichaam nog goed werkt. Bijvoorbeeld:

  • hoe goed u kunt horen en zien
  • hoe uw ademhaling gaat
  • of u zin heeft in eten en drinken
  • hoe plassen en poepen gaat
  • hoe het met uw hart is
  • of u bang bent om te vallen of vaak valt

Meestal wordt uw bloed onderzocht. Ook krijgen de meeste mensen tijdens het onderzoek een hartfilmpje (ECG). Op een hartfilmpje is te zien hoe het met uw hart en hartritme gaat. En of u misschien eerder een hartinfarct heeft gehad.

Onderzoek naar uw geheugen en hoe u zich voelt

U krijgt vragen over uw denken, aandacht en geheugen. Meestal moet u kleine testjes doen.
Ook krijgt u vragen over hoe u zich voelt. Bijvoorbeeld of u wel eens somber of angstig bent.

De arts stelt ook vragen aan de persoon die met u mee is.

Onderzoek hoe u thuis voor uzelf kunt zorgen

De arts wil graag weten wat u zelf nog wel en niet kunt. Waar heeft u hulp bij nodig en waarbij niet?

De arts kijkt bijvoorbeeld hoe het hiermee gaat:

  • uzelf wassen en aankleden
  • eten klaarmaken en opeten
  • naar de wc gaan
  • lopen
  • opstaan uit een stoel
  • horen en zien
  • boodschappen doen
  • rekeningen betalen en geld uitgeven

Vragen over uw omgeving en de steun die u krijgt

De arts wil graag weten hoe u woont en werkt. Vragen zijn bijvoorbeeld:

  • Heeft u een partner of een gezin?
  • Welke opleiding heeft u gehad?
  • Wat voor werk heeft u of heeft u gehad?
  • Wat voor hobby’s heeft u?

Als laatste vraagt de arts welke steun u krijgt van uw omgeving. Bijvoorbeeld:

  • Heeft u een mantelzorger?
  • Wat doet de mantelzorger voor u?
  • Bent u wel eens eenzaam?
Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder na een uitgebreid onderzoek door de ouderen-arts in het ziekenhuis?

Soms hoort u de uitslag direct na het onderzoek. Soms krijgt u hier een aparte afspraak voor.
Als u een aparte afspraak krijgt, kunt u het beste dezelfde persoon meenemen die bij het onderzoek was.

De arts vertelt welke behandelingen voor u mogelijk zijn. Samen maakt u een behandelplan dat past bij wat u wilt en kunt. Door deze behandelingen kunt u zo goed mogelijk voor uzelf blijven zorgen en de dingen blijven doen die voor u belangrijk zijn.

In het behandelplan kunnen ook behandelingen staan door andere hulpverleners. Bijvoorbeeld door een verpleegkundige, fysiotherapeut, ergotherapeut, psycholoog, maatschappelijk werker of diëtist.

U krijgt meestal een brief thuis met een verslag van het onderzoek en het behandelplan.
De arts die u heeft doorgestuurd voor het onderzoek krijgt ook een verslag en het behandelplan. Bijvoorbeeld uw huisarts of de specialist in het ziekenhuis. Uw huisarts krijgt altijd het verslag van het onderzoek.

Samen met de specialist of de huisarts bespreekt u het behandelplan. U beslist samen welke behandelingen u wilt hebben.

Meer informatie
Deze tekst is aangepast op
FMS

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?