Ik word geopereerd. Hoe gaat de voorbereiding?

In het kort

In het kort

  • U krijgt een operatie. Dan gaat u voor de operatie op gesprek bij:
    • de arts die de operatie doet
    • de arts die de verdoving regelt
  • De artsen geven u informatie. Bijvoorbeeld over:
    • de voor- en nadelen van de operatie en de verdoving
    • de keuzes die u heeft
    • de risico’s van de operatie en de verdoving
  • De operatie gaat alleen door:
    • als de risico’s niet te groot zijn
    • als voor u duidelijk is wat de risico’s zijn
    • als u toestemming geeft
  • Alle afspraken komen in uw patiëntendossier.
Operatie

Een gesprek met de arts die de operatie doet

Voor de operatie gaat u eerst op gesprek bij de arts die de operatie doet. In het gesprek bespreekt de arts met u:

  • wat hij of zij voor soort arts is
  • welke keuzes u heeft. Bijvoorbeeld:
    • om wel of niet geopereerd te worden
    • welke soorten operaties er zijn
  • wat de voor- en nadelen van die keuzes zijn
  • wat de risico’s van een operatie zijn
  • hoe lang hij/zij denkt dat het duurt voordat u hersteld bent van de operatie
  • of u toestemming geeft voor de operatie
  • wat u na de operatie wel en niet kunt doen

Ook bespreekt u met de arts wat u wilt als uw leven tijdens de operatie in gevaar komt:

Misschien schrikt u van deze vragen. Of misschien denkt u dat de operatie heel gevaarlijk is. De arts stelt deze vraag ook bij operaties die niet gevaarlijk zijn.

Kijk voor tips voor een goed gesprek met uw arts ook bij Ik wil samen beslissen met mijn arts.

De arts zet alle afspraken die u heeft gemaakt in uw patiëntendossier.

Misschien heeft u ook praktische vragen. Bijvoorbeeld over wie uw familie belt na de operatie. Of hoe snel u weer aan het werk kunt na de operatie. Stelt u ook deze vragen gerust aan de arts.

Verdoving

Een gesprek met de arts die de verdoving regelt

U gaat ook op gesprek bij de arts die de verdoving regelt (anesthesioloog). Hij/zij let tijdens de operatie op uw ademhaling en hartslag.

Hij of zij heeft veel informatie van u nodig:

  • welke ziekten of beperkingen u heeft
  • welke medicijnen u gebruikt
  • of u implantaten heeft of medische hulpmiddelen gebruikt
  • of u allergisch bent voor sommige medicijnen
  • of u eerder problemen heeft gehad met een verdoving
  • of iemand in uw familie wel eens problemen heeft gehad met een verdoving

Uw antwoorden schrijft de arts op in uw medisch dossier.

Verder moet de arts de volgende dingen met u bespreken:

  • welke keuzes u heeft bij de verdoving
  • wat de voor- en nadelen van die keuzes zijn
  • of u mag eten en drinken voor de operatie
  • of u moet stoppen met uw medicijnen, zoals bloedverdunners
  • of u pijn heeft na de operatie en wat daar tegen te doen is
  • of u na de operatie naar een speciale afdeling gaat, bijvoorbeeld de intensive care
  • wat de naam is van de arts die bij uw operatie de verdoving regelt

Samen met de arts beslist u hierover. De arts schrijft alles op in uw medisch dossier. De arts die de operatie doet, leest dit ook.

In veel ziekenhuizen kunt u zelf ook in uw medisch dossier kijken via een veilige website (portaal). U kunt u daarvoor aanmelden. U kunt dan controleren of de informatie die de artsen over u hebben, klopt.

Beslissen

Beslissing of u wel of niet geopereerd wil worden

De operatie kan alleen doorgaan:

  • Als de arts die de operatie doet, de arts die de verdoving regelt en u het risico van de operatie niet te groot vinden.
  • Als voor u duidelijk is wat de risico’s zijn.
    Als u toestemming geeft voor de operatie, de verdoving of narcose.

Twijfelt een van de artsen of de operatie voor u te gevaarlijk is? Dan bespreken de artsen samen uw situatie. Na dit overleg hoort u of de operatie kan doorgaan.

Geen operatie

De operatie gaat niet door

Kan de operatie niet doorgaan? Dan bespreekt u dit met de arts die u heeft doorgestuurd voor de operatie. U kunt met de arts praten over andere mogelijkheden die er zijn.

Wel een operatie

De operatie gaat wel door

  • Eerst controleert een medewerker die de planning doet uw medisch dossier. De medewerker kijkt of al uw gegevens goed zijn opgeschreven en of het dossier compleet is.
  • De medewerker kijkt dan wanneer u geopereerd kunt worden.
  • De medewerker belt u om u te vertellen op welke datum u geopereerd wordt. Ook hoort u hoe laat u op welke afdeling moet zijn.
    Om de kans op problemen te verkleinen, stelt hij of zij u nog een aantal vragen:
    • Heeft u de belangrijkste informatie over de operatie goed begrepen? Bijvoorbeeld over het stoppen met medicijnen en of u wel of niet mag eten en drinken voor de operatie. Het is belangrijk dat u goed begrijpt wat u moet doen voor en na de operatie. Als u nog vragen heeft, kan een van de artsen contact met u opnemen.
    • Is er na de gesprekken met de artsen iets veranderd in uw medische situatie? Bent u bijvoorbeeld andere medicijnen gaan gebruiken? Bij belangrijke veranderingen neemt een van de artsen contact met u op. Bijvoorbeeld als door deze veranderingen de risico’s van de operatie groter worden.
Meer informatie
Deze tekst is aangepast op
FMS

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?