In het kort
- Bloedverdunners worden onder anderen gegeven aan mensen met atriumfibrilleren om het ontstaan van bloedstolsels te voorkomen.
- Bloedverdunners kunnen een beroerte en bijvoorbeeld ook een trombosebeen tegengaan.
- Cumarines zijn bloedverdunners waar jarenlang ervaring mee is opgedaan, DOAC's zijn nieuwer.
- Gebruikt u cumarinetabletten en bent u hier tevreden over? Dan kunt u er gewoon meer door gaan.
- Overweegt u over te stappen van uw cumarine op een DOAC? Bespreek dit dan met uw arts.
- Heeft u een kunsthartklep? Of werken uw nieren niet goed? Dan kunt u geen DOAC's gebruiken.
- Ook ouderen die veel verschillende medicijnen gebruiken wordt niet aangeraden om DOAC's te gebruiken.
Film
- Filmbestand mp4, 2:43 minuten, 26mb
- Geluidsbestand mp3, 2:43 minuten, 4mb
- Ondertitelingsbestand srt, 3kb
- © 2012-2023 NHG | Disclaimer
Kans op een bloedstolsel bij atriumfibrilleren
Bij atriumfibrilleren klopt het hart onregelmatig en meestal ook te snel. Soms duurt atriumfibrilleren maar een of twee dagen. Bij andere mensen duurt het langer dan twee dagen of komt het steeds terug. Het bloed in het hart kan dan wat trager gaan stromen of zelfs stilstaan in een uithoek van het hart. Er is hierbij een kleine kans dat er bloedstolsels ontstaan. We noemen dit trombose.
Soms kan een stolsel vanuit het hart in een bloedvat in de hersenen terechtkomen. Het stolsel komt dan vast te zitten in een bloedvat en sluit het af. Daardoor komt er geen bloed meer in een deel van uw hersenen en krijgt u een beroerte.
Een bloedstolsel kan ook een bloedvat in het been of in de darm afsluiten.
Bloedverdunners bij atriumfibrilleren
Als atriumfibrilleren langer dan 2 dagen duurt of steeds terugkomt, dan krijgt u bloedverdunners (antistollingsmiddelen). Dit zijn medicijnen die ervoor zorgen dat uw bloed minder snel stolt. Uw bloed blijft dun. Hoe dunner uw bloed, hoe kleiner de kans dat er een bloedstolsel ontstaat. Dat verkleint ook de kans op een beroerte.
Er zijn 2 soorten bloedverdunners: cumarines (cumarinederivaten) en DOAC's (directe orale anticoagulantia).
Met cumarines, zoals acenocoumarol en fenprocoumon , is jarenlange ervaring opgedaan. Ze werken goed, maar er moet steeds gecontroleerd worden of u de goede hoeveelheid tabletten slikt. Dit doet de trombosedienst.
DOAC's (voorheen NOAC's genoemd) zijn nieuwere bloedverdunners. Voorbeelden van deze middelen zijn apixaban , dabigatran , edoxaban en rivaroxaban . Ze werken goed, maar er is nog geen ervaring met deze medicijnen op de lange termijn.
Uit onderzoek blijkt dat DOAC’s bij atriumfibrilleren net zo goed werken als cumarines: ze verkleinen de kans op een beroerte even goed.
Er zijn ook bloedplaatjesremmers, zoals acetylsalicylzuur. Deze medicijnen worden veel bij hart- en vaatziekten voorgeschreven, maar in het algemeen niet bij atriumfibrilleren.
Bijwerkingen van bloedverdunners
-
Wondjes blijven langer bloeden en er ontstaan makkelijker blauwe plekken
-
Ook krijgt u bijvoorbeeld eerder een bloeding in uw oogwit, een bloedneus, een bloedende aambei of een darmbloeding.
acenocoumarol
Acenocoumarol is een antistollingsmiddel.
Artsen schrijven het voor bij trombose, na een hartinfarct, beroerte (herseninfarct) of TIA en bij hartritmestoornissen.
apixaban
Apixaban is een antistollingsmedicijn.
Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose te voorkomen, bijvoorbeeld bij heupoperaties en knieoperaties en om een beroerte of trombose te voorkomen bij bepaalde hartritmestoornissen.
Voor meer informatie zie Apotheek.nl.dabigatran
Dabigatran is een antistollingsmedicijn.
Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose te voorkomen, bijvoorbeeld bij heupoperaties en knieoperaties.
Soms wordt het gebruikt om trombose of een beroerte te voorkomen bij bepaalde hartritmestoornissen.
Voor meer informatie zie Apotheek.nl.edoxaban
Edoxaban is een antistollingsmedicijn.
Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose of een beroerte te voorkomen bij bepaalde hartritmestoornissen.
Voor meer informatie zie Apotheek.nl.fenprocoumon
Fenprocoumon is een antistollingsmiddel.
Artsen schrijven het voor bij trombose, na een hartinfarct, beroerte of TIA en bij hartritmestoornissen.
rivaroxaban
Rivaroxaban is een antistollingsmedicijn.
Artsen schrijven het voor bij trombose en om trombose of een beroerte te voorkomen, zoals bij bepaalde hartritmestoornissen of bij heupoperaties en knieoperaties, en om beroerte en hartaanval te voorkomen na een hartinfarct (hartaanval) of bij hartziekten.
Voor meer informatie zie Apotheek.nl.DOAC's
DOAC's worden onder andere voorgeschreven aan mensen:
- met atriumfibrilleren (zonder een kunstklep);
- met een trombosebeen of longembolie;
- die een nieuwe heup of knie hebben gekregen.
Niet iedereen kan DOAC's gebruiken. DOAC's worden (liever) niet gegeven aan mensen:
- onder de 18 jaar;
- die oud zijn en veel ziektes hebben;
- die makkelijk vergeten medicijnen in te nemen;
- bij wie de nieren niet goed werken;
- met een kunstklep in het hart.
Als u overweegt om van uw cumarinetabletten over te stappen op een DOAC, is het goed om de voor- en nadelen van DOAC’s te weten.
Voordelen
- Vaste dagelijkse hoeveelheid tabletten: meestal is dat 1 of 2 tabletten per dag.
- Geen controle nodig: uw bloed hoeft dus niet meer elke 1 à 2 weken door de trombosedienst (of door uzelf) gecontroleerd te worden.
- Minder kans op een hersenbloeding dan bij cumarinegebruik.
Nadelen
- Ze kunnen niet bij iedereen voorgeschreven worden: dit geldt onder andere voor ouderen en voor mensen met slechte nieren.
- Ze werken kort: dus als u een keer uw medicijn vergeet in te nemen, heeft u al snel weer meer kans op een trombose.
- De werking van uw nieren moet regelmatig gecontroleerd worden door uw arts.
- U moet zelf goed in de gaten houden of u de juiste hoeveelheid tabletten inneemt, want dit kan niet gecontroleerd worden met bloed prikken.
De verschillen tussen cumarines en DOAC's
Cumarines en DOAC's zijn allebei bloedverdunners, maar het zijn heel verschillende middelen. Als u overweegt om van uw cumarinetabletten over te stappen op een DOAC, is het goed om de voor- en nadelen van beide medicijnen te weten. Hieronder de verschillen op een rij:
- Met cumarines is inmiddels jarenlange ervaring opgedaan. DOAC's bestaan minder lang.
- Het aantal cumarinetabletten dat je per dag inneemt, verschilt. Bij DOAC's is het elke dag hetzelfde aantal tabletten.
- Als je cumarines gebruikt, moet elke 1 à 2 weken gecontroleerd worden door de trombosedienst (of uzelf) hoe dun uw bloed is. Dat hoeft niet bij het gebruik van DOAC's.
- Cumarines kunnen ook door oudere, kwetsbare mensen gebruikt worden. DOAC's niet.
- Als uw nieren niet goed werken, kunt u toch cumarines gebruiken. DOAC's mag u dan niet nemen.
- De kans op een hersenbloeding als bijwerking is klein bij cumarines. Bij DOAC's is die kans nog kleiner.
- De kans op een maag-/darmbloeding is bij cumarines klein. Bij DOAC's is die kans iets groter.
- Als u een keer een dag vergeet uw cumarine in te nemen, is de kans op trombose niet direct weer groter. Bij DOAC's wel.
Overstappen op een DOAC
Het is medisch gezien niet nodig om over te stappen op een DOAC als u cumarinetabletten gebruikt. Zeker niet als u tevreden bent over (het gebruik van) het medicijn.
Als u gaat stoppen met uw cumarinetabletten en een DOAC gaat gebruiken, bespreek de overstap dan goed met uw arts en de trombosedienst. Het duurt namelijk een paar dagen voordat het effect van de cumarinetabletten op uw bloedstolling is uitgewerkt. Wanneer u met de DOAC mag beginnen, hangt af van de INR-waarde. Pas als uw INR laag genoeg is, mag u de DOAC gaan innemen.
Moet mijn bloed na overstappen gecontroleerd worden?
Als u DOAC’s gebruikt, hoeft niet meer gecontroleerd te worden of uw bloed dun genoeg is. U neemt elke dag een vaste hoeveelheid tabletten. Het is dus niet meer nodig om geprikt te worden door de trombosedienst of door uzelf om uw INR (een waarde waarmee aangegeven wordt hoe dun uw bloed is) te bepalen. Het is dus extra belangrijk om uw tabletten dagelijks te slikken. Niet vergeten dus!
Wat wel regelmatig door uw arts gecontroleerd zal worden, is de werking van uw nieren. Als u ouder wordt, gaan uw nieren minder goed werken. Dit moet goed in de gaten gehouden worden als u DOAC's gebruikt.
Hoe gaat het verder met DOAC's bij atriumfibrilleren?
Slikt u bloedverdunners bij atriumfibrilleren, dan is de kans groot dat u ze levenslang moet blijven slikken. Dit geldt voor cumarines en voor DOAC's.
Zorg dat u steeds op een vast tijdstip de afgesproken hoeveelheid tabletten inneemt. Te weinig tabletten innemen geeft meer kans op een bloedstolsel. Te veel tabletten innemen geeft meer kans op een bloeding.
Gebruikt u een DOAC en wil een arts nieuwe medicijnen aan u voorschrijven voor een andere aandoening? Dan is het heel belangrijk dat u die arts vertelt dat u bloedverdunners slikt. Meldt dit ook altijd als u een operatie of kleine ingreep bij de huisarts moet ondergaan.
Wanneer contact opnemen?
Neem contact op met uw huisarts als u cumarinetabletten gebruikt en overweegt over te stappen op een DOAC. U kunt dan samen bekijken of u een DOAC kunt gaan gebruiken.
Meer informatie over bloedverdunners
Meer informatie over medicijnen vindt u op apotheek.nl. Bespreek uw medicijngebruik met uw huisarts of uw apotheker.
We hebben de informatie gemaakt met:
- de richtlijn voor huisartsen, de NHG-Standaard Atriumfibrilleren
- de landelijke transmurale afspraak (LTA) antistollingszorg