In het kort
- Bij slikproblemen kunt u eten en/of drinken niet goed doorslikken.
- U verslikt zich vaak of het eten blijft ‘hangen’ in uw mond, keel en/of slokdarm.
- Met sliktraining kunt u leren om anders te slikken.
- Soms is een operatie nodig om de ingang van de slokdarm wijder te maken.
- Kunt u medicijnen niet goed doorslikken? Misschien kunt u ze in een andere vorm krijgen.
Slikproblemen bij zenuw- en spierziekten
U kunt last hebben van 2 soorten slikproblemen:
- Verslikken. Het eten of drinken komt in de luchtpijp. Ophoesten lukt vaak niet door de zenuw- of spierziekte.
- U krijgt eten niet goed weg. Het eten blijft ‘hangen’ in de keelholte en/of slokdarm.
Slikproblemen komen onder meer voor bij:
- Amyotrofische laterale sclerose (ALS)
- Guillain Barré Syndroom (GBS)
- Multiple sclerose (MS)
- Beroerte (CVA)
- Ziekte van Alzheimer en andere vormen van dementie
- Ziekte van Parkinson
Welke klachten kun je hebben bij slikproblemen?
Deze klachten kun je hebben bij slikproblemen:
- hoesten tijdens het eten
- kokhalzen
- een brok in je keel
- speeksel verliezen
- minder zin om te eten of afkeer van eten
- een slechte adem
- angst om te stikken
- afvallen
- uitdrogen
- eten of drinken kan weer omhoog komen nadat je geslikt hebt
- eten of drinken kan door je neus naar buiten komen
- eten kan langer duren
- knoeien tijdens het eten
- je stem kan anders klinken na het eten
- longontsteking: dit kan ontstaan als je het eten niet goed kunt ophoesten nadat je je hebt verslikt.
Deze klachten maken eten en drinken vervelend. Je wilt misschien liever niet meer eten of drinken. Of je doet dat liever niet meer samen met anderen.
Sliktraining bij slikproblemen
Bij een sliktraining leer je om op een andere manier te slikken. Bijvoorbeeld:
- slikken met je kin op de borst
- krachtiger slikken
- je stembanden dicht houden tijdens het slikken
- je luchtwegen langer dicht houden en je slokdarm langer open houden
Sliktraining krijg je van een logopedist die hierin gespecialiseerd is.
Bij een sliktraining kun je ook leren om je eten en drinken aan te passen. Bijvoorbeeld hard en taai eten zachter maken. En je drinken dikker maken.
Een diëtist kan je daarna verder helpen. Je krijgt dan recepten en adviezen voor eten met genoeg voedingsstoffen dat je makkelijk zelf kunt maken.
Soms wordt sliktraining ondersteund met biofeedback.
Biofeedback bij sliktraining
Biofeedback bij slikproblemen werkt zo:
- Je krijgt elektroden onder je kin geplakt.
- De elektroden meten wat de spieren in je mond doen.
- Dit wordt omgezet in een beeld of in geluid op een computerscherm.
- Je krijgt dus informatie (feedback) over spieren die je normaal gebruikt zonder dat je erover nadenkt (onbewust).
Je leert de spieren onderin je mond bewust gebruiken. Zo kun je anders gaan slikken. Of je kunt die spieren sterker maken.
Na een paar keer is meestal duidelijk of deze therapie bij jou werkt.
Slokdarm wijder maken bij slikproblemen
Een slokdarmverwijding is mogelijk als uw slokdarm vernauwd is. Eerst wordt een slikvideo gemaakt.
De arts ziet daarop hoe de bovenste sluitspier van de slokdarm en andere spieren in uw mond- en keelholte werken. Ook ziet hij of een operatie zinvol is.
Een kno-arts kan de bovenste sluitspier van de slokdarm insnijden. Dit gebeurt via een snee in de hals. U gaat hiervoor onder narcose.
De specialist kan de bovenste sluitspier van de slokdarm ook oprekken met een ballonnetje of inspuiten met botuline toxine. De sluitspier ontspant of verslapt daardoor. Dit gebeurt met een endoscoop. U gaat hiervoor onder narcose.
Het effect van botuline toxine verdwijnt na ongeveer 3 maanden. Botuline toxine werkt niet altijd bij een probleem met de bovenste sluitspier van de slokdarm.
Voorbereiding op de operatie
Afspraak met de specialist
U maakt een afspraak met de specialist. U bespreekt onder meer:
- hoe de operatie gaat;
- welke techniek bij u geschikt is. Als meer technieken mogelijk zijn, beslist u samen met de specialist welke u kiest;
- als u medicijnen gebruikt: of en wanneer u daarmee moet stoppen voor de operatie. En wanneer u ze weer kunt gaan gebruiken;
- wat u kunt verwachten na de operatie: wanneer u weer kunt eten, of u pijn krijgt, enzovoort;
- het risico op eventuele problemen.
Schrijf uw vragen van tevoren op. Dan vergeet u niets te vragen tijdens het gesprek.
U kunt ook iemand meenemen naar het gesprek.
Afspraak met de anesthesioloog
U bespreekt van tevoren met de anesthesioloog hoe u verdoofd wordt:
- volledige narcose. U merkt dan niets van de operatie.
- plaatselijke verdoving met een roesje. Hierdoor slaapt u licht tijdens de operatie.
Nuchter zijn
Voor de operatie moet u nuchter zijn:
- Vanaf 6 uur voor de operatie mag u niets meer eten. U kunt dan nog wel water, thee, koffie (zonder melk), vruchtensap (zonder vruchtvlees) of frisdrank drinken.
- Vanaf 2 uur voor de operatie mag u ook niets meer drinken, behalve een slokje water als u medicijnen moet innemen.
Als u rookt
- Roken is slecht voor uw herstel na de operatie. De wond geneest minder goed, de kans op een infectie is groter en de kans op benauwdheid en misselijkheid na de operatie is groter.
- Probeer 6 tot 4 weken vóór de operatie te stoppen. Houd dat vol totdat de wond goed is genezen.
Helemaal stoppen is natuurlijk nog beter voor uw gezondheid.
Risico’s van een sluitspier/slokdarmoperatie
Risico’s van een sluitspier/slokdarmoperatie zijn:
- Een kleine kans op een nabloeding en een wondinfectie.
- Tijdelijk pijn bij het slikken.
- De slikproblemen kunnen eerst wat erger worden.
- Is de ingang van uw slokdarm wijder gemaakt? Dan kan uw eten uit de maag soms weer terugkomen in de slokdarm. Dit heet reflux. Het geeft een branderig gevoel in de slokdarm en soms een zure smaak in de mond.
- Na een injectie met botuline toxine verslappen soms meer spieren dan alleen de bovenste sluitspier van de slokdarm. Dan krijgt u juist meer problemen met slikken. Dit gaat vanzelf weer over. Soms is wel tijdelijk sondevoeding nodig.
- Er is een kleine kans op een gaatje in de slokdarm. Dit is ernstig en kan zelfs leiden tot overlijden.
Medicijnen gebruiken als je slikproblemen hebt
Heb je moeite om medicijnen door te slikken? Dan wil je de medicijnen misschien in kleinere stukjes breken of vermalen. Maar dat kan niet altijd. Sommige medicijnen werken dan minder goed. Of je krijgt meer last van bijwerkingen. Vraag je arts of apotheker om advies.
Andere oplossingen zijn:
- De medicijnen slikken met dik vocht, zoals appelmoes, vla of yoghurt.
- De medicijnen slikken met een slikgel. Dat is een dikke vloeistof die niet met medicijnen reageert.
- Misschien kun je de medicijnen in een andere vorm krijgen. Bijvoorbeeld als drankje of als zetpil.
Meer informatie over slikproblemen
Heb je slikproblemen door een ziekte, zoals de ziekte van Parkinson, een spierziekte of hersenletsel? Dan heeft jouw patiënten-organisatie meer informatie over slikproblemen bij jouw ziekte.
Algemene tips over voeding bij slikproblemen: Voedingstips bij problemen met kauwen en slikken op Voedingenkankerinfo.nl.
We hebben de informatie over slikproblemen gemaakt met de richtlijn voor artsen over slikproblemen.