Mijn baby is veel te vroeg geboren en krijgt behandelingen om te blijven leven

In het kort

In het kort

  • Je baby gaat naar een afdeling voor baby’s die veel te vroeg geboren zijn.
  • Daar krijgt je baby behandelingen om te blijven leven. Bijvoorbeeld:
    • hulp bij het ademen
    • medicijnen via een slangetje in een bloedvat
    • voeding via een slangetje naar de maag
  • Als ouder kun je je baby tegen je borst aanleggen. Dit heet buidelen.
  • Het kan een zware tijd zijn voor je baby, voor jou en je partner.
Wat gebeurt er

Wat gebeurt er als je baby behandelingen krijgt om te blijven leven?

Direct na de geboorte pakken de artsen en verloskundigen je baby in in plastic folie. Zo blijft je baby warm. Je baby krijgt ook meteen hulp bij het ademen. En medicijnen via een dun slangetje in een bloedvat (infuus). Dit gebeurt soms in een andere kamer. Je baby kan dus niet bij jou blijven. Je partner, een vriend of familielid kan wel bij je baby blijven.

Na de eerste behandelingen gaat je baby naar een afdeling voor baby’s die veel te vroeg geboren zijn. Deze afdeling heet Neonatale intensive care unit of NICU.

Je baby ligt in een speciaal babybedje. Dit heet een couveuse. In de couveuse wordt de situatie in de baarmoeder zo goed mogelijk nagemaakt. Het is er warm en geluiden en kou blijven zoveel mogelijk buiten de couveuse. Vaak ligt er ook een kleed over de couveuse. Je baby heeft dan geen last van fel licht. In de couveuse zitten deurtjes waar je je armen doorheen kunt doen. Zo kun je je baby aanraken en verzorgen.

Behandeling

Welke behandelingen kan je baby krijgen als die veel te vroeg geboren is?

Je baby krijgt behandelingen om te blijven leven. Deze behandelingen kunnen vervelend zijn en pijn doen. Het is niet zeker dat je baby blijft leven.

Je baby kan deze behandelingen of onderzoeken krijgen:

  • hulp bij het ademen
    Je baby krijgt een neuskapje, een slangetje in de neus of een buisje in de luchtpijp. Daardoor krijgt je baby lucht. Soms krijgt je baby lucht met extra zuurstof. Je baby kan ook het medicijn surfactant krijgen. Hierdoor gaan de longblaasjes makkelijker open en kan je baby beter ademen. Je baby krijgt dit medicijn via een buisje in de luchtpijp.
  • een dun slangetje in een bloedvat (infuus)
    Door dit infuus krijgt je baby medicijnen.
  • een dun slangetje naar de maag (maagsonde)
    Je baby kan nog niet zelf eten en drinken. Daarom krijgt je baby een slangetje dat via de neus of de mond naar de maag gaat. Door dit slangetje krijgt je baby voeding. Als moeder kun je kolven. Hierbij haalt een apparaat melk uit je borsten. Daarna gaat de melk via het slangetje naar je baby. Zo kun je je baby moedermelk geven.
  • plakkers op de borst
    Je baby krijgt meestal 3 plakkers op de borst. Die meten de ademhaling en de hartslag. De plakkers zijn verbonden met een beeldscherm naast de couveuse. Zo kunnen artsen en verpleegkundigen zien hoe het met je baby gaat.
  • onderzoek van het bloed
    Meestal krijgt je baby hiervoor een prik in de hiel. Soms krijgt je baby een prik in een bloedvat.
  • ruggenprik
    Heel soms krijgt je baby een ruggenprik. Bijvoorbeeld als de arts wil onderzoeken of je baby een hersenvlies-ontsteking heeft. Je arts prikt dan met een naaldje tussen de ruggenwervels en zuigt wat vocht op.
  • echo van de hersenen
    Met een echo-apparaat onderzoekt de arts de hersenen van je baby. De arts kan zo zien hoe de hersenen zich ontwikkelen. En of er misschien een bloeding in de hersenen is.
Adviezen

Wat kun je zelf doen voor je baby als die veel te vroeg geboren is?

Als ouder kun je soms je baby op jouw blote huid leggen. Je baby ligt dan tegen je borst aan. Dit heet buidelen met je baby. Je artsen vertellen of dit kan bij jouw baby.

Je baby draagt alleen een luier en soms een mutsje. Het is belangrijk dat jullie huid elkaar aanraakt. Dit is rustgevend voor je baby en voor jou. Je baby herkent je stem en ruikt je geur. Hierdoor voelt je baby zich beschermd en heeft die minder stress.

Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder als je baby behandelingen krijgt om te blijven leven?

Je baby blijft de eerste maanden na de geboorte op de afdeling voor veel te vroeg geboren baby’s. Dit betekent dat je zelf ook veel in het ziekenhuis bent. De artsen bespreken steeds met je hoe het met je baby gaat.

Soms blijft je baby na de geboorte leven, maar krijgt die in de weken of maanden daarna toch problemen. Het kan zijn dat je baby dan overlijdt.

Deze periode kan een zware tijd zijn voor je baby, voor jou en je partner. Het kan helpen om erover te praten met iemand die je goed kent. Je kunt er ook over praten met een psycholoog, een maatschappelijk werker of een rouwcoach. Je arts in het ziekenhuis of je huisarts kan je hiervoor doorsturen.

Meer informatie
Deze tekst is aangepast op
FMS

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?