Mijn pasgeboren baby heeft een vergrote nier

In het kort

In het kort

  • Als je baby een vergrote nier heeft, kan dit hierdoor komen:
    • Het begin van de urinebuis is te smal.
    • De plas van je baby stroomt terug naar de nieren.
    • Er zitten klepjes in de plasbuis van je baby (alleen bij jongens).
  • De arts onderzoekt de nieren van je baby met een extra echo, röntgenfoto of met een radioactieve stof.
  • De arts onderzoekt ook het bloed en de plas van je baby.
  • Je baby krijgt antibiotica zodat hij of zij geen ontsteking van de urineweg krijgt, of een operatie.
Onderzoeken

Onderzoek als je baby een vergrote nier heeft

Op een echo voor de geboorte was te zien dat je baby 1 of 2 vergrote nieren heeft.

Binnen een paar dagen na de geboorte maakt de kinderarts dan weer een echo om de nieren te bekijken. Vaak krijgt je baby in de dagen of weken erna nog 1 of meer echo´s.

Uit het onderzoek bij je baby kan komen:

Het begin van de urinebuis is te smal

De plas kan daardoor niet goed uit de nieren naar het buisje dat naar de blaas gaat. Er blijft plas in de nier. Dit kan zorgen voor een nierbekkenontsteking of schade aan de nier.

Plas stroomt terug naar de nieren (reflux)

De plas stroomt van de nieren via de urineleider naar de blaas. Soms gaat dit niet goed, dit heet reflux. Wanneer de plas met bacteriën terug stroomt naar de nier, kan een nierbekkenontsteking ontstaan.

Extra onderzoek

Extra onderzoek na de echo bij een vergrote nier

Als duidelijk is welk probleem aan de nieren jouw baby heeft, krijgt je baby extra onderzoek: een speciaal röntgenonderzoek (MCUG) of een renogram. Jongens krijgen soms een kijkonderzoek van de blaas.

Speciaal röntgenonderzoek (MCUG)

De arts brengt een slangetje in de blaas en spuit daar een vloeistof in. Dan haalt hij het slangetje weg en laat hij je baby plassen. Tijdens het plassen maakt de arts röntgenfoto’s. Zo is te zien hoe de plas van de blaas naar buiten gaat.

De arts onderzoekt ook het bloed van je baby, om te zien of er al schade is door de problemen met het plassen.

Renogram

Je baby ligt op een onderzoekstafel. Je mag bij je baby blijven. De laborant spuit een radioactieve stof in de arm van je baby. Die radioactieve stof gaat via het bloed naar de nieren. Het wordt met een camera opgenomen. Op het scherm kan de arts zien hoe het stofje zich verspreidt over de nier.

Bij jongens: kijkonderzoek (cystoscopie)

Je baby krijgt dit onderzoek in een ziekenhuis voor kinderen. Je baby krijgt een volledige verdoving. Hij voelt dan geen pijn tijdens het onderzoek. De arts brengt een slangetje met camera in de plasbuis. Hij of zij bekijkt daarmee de plasbuis en de blaas. De plasbuis gaat van de blaas naar buiten. In de plasbuis zitten soms klepjes die er niet horen te zijn (urethrakleppen). Als jouw zoon dat heeft, dan stuurt de kinderarts hem door naar een ziekenhuis voor kinderen met nierziekten.

Behandeling

Behandeling als mijn baby een nierafwijking heeft

Bij veel baby’s verdwijnt de vergroting van de nier tijdens de zwangerschap of na de geboorte vanzelf. Soms verdwijnt het niet vanzelf. De arts bespreekt dan met jullie welke behandeling voor jullie baby het meest geschikt is: antibiotica, een operatie of afwachten. Welke soort medicijnen of welke operatie, hangt af van de nierziekte van je baby.

Wanneer contact opnemen?

Wanneer contact opnemen?

Neem contact op met de huisarts of kinderarts als je baby klachten heeft die passen bij een blaasontsteking, zoals:

  • bij een baby/peuter: soms alleen huilen, overgeven of koorts
  • huilen bij het plassen (door pijn)
  • vaak plassen
  • soms pijn in de onderbuik
Meer informatie
Deze tekst is aangepast op
FMS

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?