Ik ben behandeld voor borstkanker. Hoe nu verder?

In het kort

In het kort

  • Na behandeling voor borstkanker blijft u nog minstens 5 jaar onder controle van een specialist.
  • U kunt een aantal klachten houden, zoals lymfoedeem, heftige moeheid en problemen met seksualiteit.
  • Vertel de mensen om u heen dat de moeheid bij kanker een extreme moeheid is. Dan begrijpen zij u beter.
  • Gezond eten, veel beweging en goede gesprekken helpen ook tegen de moeheid.
  • Een fysiotherapeut of huidtherapeut kan lymfoedeem behandelen.
  • Seksuele problemen kunt u bespreken met uw huisarts.
Wat is het

Na een periode van behandelingen tegen borstkanker

Voordat u klaar bent met de meeste behandelingen voor borstkanker bent u al gauw een aantal maanden verder. Het hangt er vanaf welke behandelingen u krijgt.

  • Een borstoperatie duurt een aantal uur. Bij een borstsparende operatie mag u meestal de volgende dag al weer naar huis, bij een borstamputatie na 2 tot 5 dagen. Vervolgens duurt het nog wel een aantal weken om van de operatie te herstellen.
  • Bestraling duurt meestal 3 tot 6 weken.
  • Bij chemotherapie zijn er verschillende behandelschema's mogelijk. Het kan al gauw 3 tot 6 maanden duren, waarbij chemo-behandeling en rustperiodes worden afgewisseld.
  • Een antihormoonbehandeling (dagelijks tabletten) met bijvoorbeeld tamoxifen kan 5 of 10 jaar duren.

tamoxifen

Tamoxifen is een anti-oestrogeen. Dat wil zeggen dat het de werking van het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen tegengaat.

Artsen schrijven het voor bij een bepaald type borstkanker, namelijk die gevoelig is voor hormonen. Artsen schrijven het soms voor bij ernstige pijn in de borsten die samenhangt met de menstruatiecyclus.

In sommige gevallen kan de arts het ook voorschrijven bij borstzwelling bij mannen en bij verminderde vruchtbaarheid.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Controles

Controle na behandeling voor borstkanker

U blijft nog minstens 5 jaar onder controle van uw specialist in het ziekenhuis. In het begin is dat soms nog wekelijks, maar al gauw om de 3 of 4 maanden. Gaat het goed, dan wordt het daarna 1 keer per jaar.

Tijdens en na de behandeling komt u, zo nodig, ook bij uw huisarts. Met uw huisarts kunt u bespreken hoe u zich voelt, waar u zich zorgen over maakt en welke klachten u heeft.

Onderwerpen die u bijvoorbeeld met de specialist of de huisarts bespreekt zijn:

  • moeheid
  • klachten aan arm of schouder
  • gevoeligheid van het operatiegebied
  • pijn
  • kortademigheid
  • bijwerkingen van de medicijnen (bijvoorbeeld antihormonen)
  • bezorgdheid
  • onzekerheid
  • slaapproblemen
  • somberheid
  • angst voor het terugkomen van de borstkanker
  • seksuele problemen
  • relatieproblemen
Controle in ziekenhuis

Controle in het ziekenhuis na behandeling van borstkanker

De specialist in het ziekenhuis houdt vooral in de gaten of de borstkanker niet terug komt. Tijdens een controle-afspraak komen er verschillende zaken aan bod:

  • Heeft u veranderingen aan uw lichaam ontdekt? Voelt u zich sterker worden of blijft u bijvoorbeeld juist moe? Heeft u pijn of bent u benauwd? Kunt u uw schouder aan de operatiekant goed bewegen? Beweegt u verder actief (sporten, wandelen, fietsen)?
  • De specialist onderzoekt het operatiegebied, controleert uw oksels en voelt of er in de andere borst afwijkingen zitten.
  • In het geval van een borstsparende operatie wordt er jaarlijks een borstfoto van beide borsten gemaakt.
  • Soms zal er ook een echo gemaakt worden.
  • Bent u ook aan de oksel geopereerd? Dan kan uw arm dik worden door lymfevocht (lymfoedeem). Ook dit zal de specialist of verpleegkundige onderzoeken.
  • Er kan bloedonderzoek gedaan worden.
  • Er kan een röntgenfoto van de borstkas gemaakt worden om uw longen te controleren op eventuele uitzaaiingen.
  • Soms wordt er een MRI-scan gemaakt om te kijken of er in uw lichaam uitzaaiingen zitten.
  • Had u al vanaf het begin uitzaaiingen? MRI-onderzoek is dan een goede manier om in de gaten te houden of de uitzaaiingen groeien of juist klein blijven door de behandeling.
  • Als de specialist denkt dat u misschien uitzaaiingen heeft, kan er ook een botscan gemaakt worden.

Niet alles hoeft altijd onderzocht te worden. Gaat het goed met u? Tijdens de jaarcontroles geven een gesprek, een mammogram en eventueel een thoraxfoto en bloedonderzoek dan voldoende informatie.

Lymfoedeem en schouderklachten

Lymfoedeem en schouderklachten na behandeling van borstkanker

Bij lymfoedeem krijgt u een dikke arm. U kunt u een zwaar, gespannen of moe gevoel aan de arm hebben. Het bewegen gaat minder gemakkelijk. U kunt pijn hebben of tintelingen aan de arm.

U kunt hier last van krijgen als de lymfeklieren in uw oksel zijn bestraald of verwijderd. De lymfevaten zijn misschien doorgesneden, beschadigd of door littekenvorming dicht gaan zitten. Daardoor stroomt het vocht, de lymfe, niet meer gemakkelijk weg uit uw arm. Het vocht blijft dan in uw arm staan. Uw arm wordt dik.
Het lymfoedeem is soms uitgebreider en zit dan ook aan de zijkant van de borstkas, in het operatiegebied van de borst, of zelfs op uw rug bij het schouderblad.

Lymfoedeem begint meestal binnen 2 jaar na de operatie, maar kan ook later nog ontstaan.

Merkt u voor het eerst dat uw arm dikker wordt, dan gaat u naar de specialist.

  • De specialist kijkt eerst of het lymfoedeem van een uitzaaiing komt.
  • Is dat niet zo? Dan kunt u naar een fysiotherapeut die gespecialiseerd is in de behandeling van lymfoedeem, of naar een huidtherapeut.

Deze oedeemtherapeut kan een aantal dingen doen:

  • De lymfe 'wegmasseren' naar de oksel. Dit heet lymfedrainage.
  • Uw arm zwachtelen of u een elastische kous of elastisch hemd aanmeten. Dit heet compressietherapie.
  • Oefentherapie geven, zodat u met uw arm weer meer kunt.
  • Voorlichting geven over gezond eten, gezond bewegen en een gezond lichaamsgewicht.

Na operatie of bestraling van de oksel kunt u ook de volgende klachten krijgen van uw schouder:

  • minder kunnen bewegen
  • soms minder kracht
  • 'onhandigheid'
  • stijfheid
  • pijn aan de schouder

Een fysiotherapeut kan u dan helpen. Soms krijgt u een pijnbehandeling.

Bijwerkingen antihormoon

Bijwerkingen van antihormoonbehandeling bij borstkanker

Bij hormoongevoelige borstkanker groeit de kanker beter door vrouwelijk hormoon zoals oestrogeen. In dat geval krijgt u meestal minstens 5 jaar antihormoon. Voorbeelden van antihormonen zijn: tamoxifen, anastrozol en letrozol.

U kunt daarbij last hebben van bijwerkingen:

  • opvliegers
  • nachtzweten
  • een droge vagina
  • gewrichtsklachten
  • trombose (in het begin van de behandeling)

anastrozol

Anastrozol is een aromatase-remmer. Het vermindert de hoeveelheid oestrogeenhormoon in de eierstokken, vetweefsel, lever en in borstkankergezwellen.

Artsen schrijven anastrozol voor bij borstkanker die gevoelig is voor oestrogeenhormonen. Verder bij kanker van de eierstokken en een te vroege puberteit bij jongens.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

letrozol

Letrozol remt het enzym aromatase. Hierdoor maakt uw lichaam minder oestrogeen (vrouwelijk geslachtshormoon) aan. Op die manier verlaagt letrozol de hoeveelheid oestrogeen in de eierstokken, vetweefsel, lever en in borstkankergezwellen.

Artsen schrijven letrozol voor bij borstkanker dat gevoelig is voor hormonen.

Artsen schrijven het soms voor bij verminderde vruchtbaarheid. Letrozol verlaagt de hoeveelheid oestrogeen. Hierdoor maakt het lichaam meer hormonen aan die voor de eirijping en eisprong zorgen.

Verder schrijven artsen het soms voor bij jongens die te vroeg in de puberteit komen (pubertas preacox), en bij jongens in de pubertijd om meer te groeien.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

tamoxifen

Tamoxifen is een anti-oestrogeen. Dat wil zeggen dat het de werking van het vrouwelijke geslachtshormoon oestrogeen tegengaat.

Artsen schrijven het voor bij een bepaald type borstkanker, namelijk die gevoelig is voor hormonen. Artsen schrijven het soms voor bij ernstige pijn in de borsten die samenhangt met de menstruatiecyclus.

In sommige gevallen kan de arts het ook voorschrijven bij borstzwelling bij mannen en bij verminderde vruchtbaarheid.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Zwaarder worden

Zwaarder worden bij borstkanker

Veel vrouwen worden zwaarder vanaf het moment dat bekend is dat ze borstkanker hebben en de behandeling begint.

We denken dat dat onder andere komt doordat de overgang eerder begint door de chemotherapie of de antihormoonbehandeling. Maar ook het ziek zijn, de moeheid (minder bewegen) en het veranderen van uw leefstijl als kankerpatiënt kunnen daarbij een rol spelen.

Zijn alle behandelingen klaar? Dan is het goed om weer op uw oude gewicht te komen. Dat kan door gezond te eten en uw conditie weer op te bouwen met wandelen, fietsen en bijvoorbeeld zwemmen. Bespreek dit eventueel met uw huisarts. Of maak een afspraak met een bewegingstherapeut of diëtist.

Vermoeidheid

Vermoeidheid bij borstkanker

Niet alleen van de borstkanker zelf, maar vooral ook van bestraling en chemotherapie kunt u erg moe zijn. De moeheid kan lang duren. Van de 10 vrouwen die zijn behandeld voor borstkanker blijven er ongeveer 4 langdurig moe. Bij 6 van de 10 vrouwen verdwijnt de moeheid.

De moeheid bij borstkanker is geen gewone moeheid. Het is een extreme moeheid. U kunt zomaar totaal uitgeput zijn zonder dat u iets gedaan heeft. De ene dag kan het heel heftig zijn en kunt u niets. De andere dag kan het meevallen.
De moeheid kan enorm in de weg zitten. U wilt na de behandeling graag verder met uw leven, u wilt weer aansterken, gaan wandelen, fietsen, sporten en werken. Maar steeds is er weer die moeheid. U kunt dan gemakkelijk de moed verliezen.

Wat kunt u doen?

  • Het is belangrijk om aan de mensen om u heen uit te leggen dat de moeheid bij kanker en na een kankerbehandeling een extreme moeheid is. Zo begrijpen mensen u beter. Bijvoorbeeld als u niet mee gaat naar een feestje of wanneer u steeds als eerste gaat slapen.
  • Bij de meeste vrouwen gaat de moeheid uiteindelijk over. Daarbij spelen lichaamsbeweging, gezonde voeding, goede gesprekken en begrip een belangrijke rol.
  • Houdt u te veel last van uw moeheid? Bespreek dit dan met uw huisarts of specialist. U kunt samen bekijken hoe u uw moeheid aanpakt. Misschien helpen bewegingstherapie bij een fysiotherapeut of cognitieve gedragstherapie bij een psycholoog. Door cognitieve gedragstherapie kunt u bijvoorbeeld leren hoe u om kunt gaan met de moeheid.

Borstkanker en seks

Borstkanker en seks

Borstkanker zet uw hele leven op zijn kop. Angst en onzekerheid kunnen uw leven beheersen. Een ernstige ziekte heeft altijd veel effect op de relatie met uw partner. Iedereen reageert anders. Verdriet, boosheid, voorzichtigheid, onzekerheid. Het speelt allemaal mee. Hoe ga je met elkaar om als iemand ernstig ziek is? Hoe gaat het verder als alle zware behandelingen achter de rug zijn?

Begrip, warmte en geduld worden extra belangrijk. Elkaar vasthouden, een knuffel, het kan u enorm steunen, maar seks is vaak een ander verhaal. De meeste vrouwen die geopereerd zijn aan borstkanker en ook nog bestraling en chemotherapie hebben gehad, hebben absoluut geen zin in seks. Ook uw partner kan zich onzeker voelen over het omgaan met iemand die zo ernstig ziek is geweest. Dit kan ervoor zorgen dat hij of zij geen zin heeft in seks of niet durft.

De zin in seks kan helemaal op de achtergrond raken doordat u zich ziek voelt, gespannen bent en misschien somber en moe. Door de borstkanker kunt u heel anders tegen het leven aan zijn gaan kijken. Dat kan seks minder belangrijk maken.
Ook de borstoperatie of borstamputatie kunnen u en uw partner onzeker maken. Door antihormoontherapie kunt u als het ware in de overgang raken, en ook dat kan de zin in seks veranderen.

Van de 100 vrouwen die borstkanker hadden, zijn er na 10 jaar nog 25 die problemen hebben met seks. De belangrijkste problemen zijn:

  • verminderde seksuele interesse
  • minder of geen opwinding
  • pijn in de vagina tijdens seks
  • niet of moeilijk klaar kunnen komen

Bespreek de problemen met uw huisarts. Hij kan u helpen en zo nodig doorverwijzen naar een seksuoloog.

Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder na de behandeling van borstkanker?

Toen u te horen kreeg dat u borstkanker had was dat een enorme schok. Daarna kreeg u zware behandelingen en misschien slikt u nog steeds antihormoon. Misschien heeft u klachten, zoals lymfoedeem, overgangsklachten, vermoeidheid, gewichtstoename en problemen met seksualiteit.

Het is misschien goed om te weten dat het uiteindelijk met heel veel vrouwen gewoon goed gaat. Van de 100 vrouwen met borstkanker leven er na 10 jaar nog 78. De meeste vrouwen hebben goede kansen om borstkanker te overleven.

Natuurlijk kan bijvoorbeeld moeheid u jarenlang in de weg zitten en kan borstkanker ook terugkomen. Maar het kan u enorm steunen als u bedenkt dat het veel vrouwen lukt om hun normale leven weer langzaam op te pakken.

Vindt u het moeilijk om na borstkanker positief naar het leven te kijken? Het kan helpen om hierover te praten met uw huisarts of met een psycholoog. Zij kunnen bijvoorbeeld adviezen geven hoe u het beste omgaat met klachten als moeheid, en u ondersteunen om uw leven weer goed op te pakken.

Meer informatie

Meer informatie over borstkanker

Wilt u meer weten over borstkanker dan kunt u aanvullende betrouwbare informatie vinden op de website van:

Op de website van kanker.nl staat een overzicht van alle onderzoeken waar mensen met borstkanker aan mee kunnen doen.

Informatie over ziekenhuizen die borstkanker behandelen: Ziekenhuischeck.nl.
Op Zorgkaart Nederland kunt u ervaringen met zorgverleners vinden en zelf zorgverleners waarderen.

We hebben de informatie over borstkanker gemaakt met:

Deze tekst is aangepast op
FMS
NHG

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?