Ik moet opgenomen worden omdat ik zoveel overgeef en zwanger ben

In sommige ziekenhuizen word je 1 dag opgenomen. In andere ziekenhuizen blijf je (een paar) dagen.

• Met bloedonderzoek is te zien welke zouten en vitamines je te weinig hebt.
• Ook krijg je meestal een echo.
  Bijvoorbeeld om te zien of je niet zwanger bent van een meerling. Dan heb je namelijk meer kans op overgeven door een verhoogd zwangerschapshormoon (Bèta-HCG) in het bloed.

Samen met de gynaecoloog bepaal je wat voor jou de beste behandeling is. Die kan bestaan uit:

• Een infuus met vocht en zouten.
• Vitamines via het infuus (in ieder geval vitamine B1).
• Medicijnen. De verpleegkundige zal sommige medicijnen op vaste tijdstippen geven. Zo bouw je een hoeveelheid op in je bloed en werkt het medicijn goed:
  • meclozine/pyridoxine.
    Dit is een combinatie van een middel tegen wagenziekte en een vitamine.
    Dit middel kun je als tablet of als zetpil via de anus krijgen. Een zetpil kan handig zijn als je veel moet braken.
  • metoclopramide.
    Dit middel kun je als tablet of via een infuus krijgen. Je kan er suf van worden.
    Heb je het medicijn langer dan 5 dagen nodig? Dan overlegt de gynaecoloog met jou of je er mee door wilt gaan: langdurig gebruik kan namelijk bijwerkingen geven.
  • een proefbehandeling met een maagzuurremmer, bijvoorbeeld omeprazol via het infuus.
  • een medicijn tegen verstopping: bijvoorbeeld magnesium-oxide.
    Dit is om de ontlasting weer meer op gang te brengen.
  • Werken deze medicijnen niet? Dan zijn er de volgende mogelijkheden:
    • chloorpromazine. Dit is een zetpil via de anus. Je kan hier suf van worden.
      Voor zover bekend veroorzaakt dit medicijn geen aangeboren afwijkingen.
    • mirtazapine. Dit is een middel tegen depressie. Het zorgt vaak ook voor meer eetlust en slaperigheid.
      Voor zover bekend geeft het geen afwijkingen bij de baby, maar het is nog niet vaak onderzocht.
    • ondansetron. Dit werkt tegen de misselijkheid.
      Het kan via het infuus worden gegeven, als zetpil via de anus of als smelttablet.
      Volgens sommige onderzoeken geeft dit middel geen verhoogd risico op afwijkingen bij de baby. Andere onderzoeken laten zien dat er een licht verhoogd risico is op een hazenlip of een hartafwijking als je het voor de 14e zwangerschapsweek gebruikt. Daarom geeft de gynaecoloog dit middel alleen in overleg met jou en als eerdere middelen niet werken.
    • corticosteroïden.
      Sommige onderzoeken laten zien dat dit middel mogelijk kan helpen, maar het is nog niet definitief bewezen.
      In hoge doseringen geven deze medicijnen bij proefdieren een verhoogde kans op een hazenlip. Bij mensen is dit niet aangetoond. Waarschijnlijk kunnen korte tijd hoge doseringen corticosteroïden geen kwaad voor de baby.
    • Een sonde. Een verpleegkundige plaatst dan een slangetje door je neus en slokdarm naar de maag of dunne darm. Door dat slangetje wordt vloeibare voeding gepompt. Zo krijg je weer belangrijke voedingsstoffen binnen.

Als je klachten minder zijn en je weer sterker bent, kun je weer naar huis.