Ik heb veranderde cellen in mijn uitstrijkje en ik ga naar het ziekenhuis

In het kort

In het kort

  • Als u veranderde cellen in uw uitstrijkje heeft, gaat u naar het ziekenhuis.
  • Een behandelaar bekijkt uw baarmoederhals met een apparaat.
  • Soms worden er stukjes baarmoederhals weggehaald en onderzocht.
  • U krijgt meestal binnen 2 weken de uitslag van het onderzoek.
  • Samen met uw behandelaar bespreekt u welke behandelingen bij u mogelijk zijn en wat u zelf wilt.
Wat is het

Wat betekent het als ik veranderde cellen in mijn uitstrijkje heb?

Uw uitstrijkje is niet goed. Dat betekent dat u deze 2 dingen heeft:

  • HPV (humaan papillomavirus)
  • cellen op uw baarmoederhals die veranderd zijn

Vaak kan uw lichaam er zelf voor zorgen dat deze veranderde cellen en het virus verdwijnen. Soms gebeurt dit niet. Dan kunnen de cellen verder veranderen. Het worden dan cellen die baarmoederhalskanker kunnen worden.

De veranderde cellen zijn meestal goed en makkelijk weg te halen.
U krijgt onderzoek in het ziekenhuis door een behandelaar die veel weet van de baarmoederhals.

Na het onderzoek weet u of de cellen vanzelf kunnen verdwijnen of dat u ze beter weg kunt laten halen.

Voorbereiden

Hoe bereid ik me voor op de afspraak met de behandelaar als ik veranderde cellen in mijn uitstrijkje heb?

Schrijf uw vragen van tevoren op. U vergeet ze dan niet tijdens uw afspraak.

U kunt ook iemand meenemen naar de afspraak, zoals een partner of vriendin. Dan kunt u dingen met deze persoon bespreken.
U kunt ook vragen of u het gesprek mag opnemen met uw telefoon. In het gesprek krijgt u veel informatie. Als u het opneemt, kunt u het later nog eens terugluisteren.

Het is belangrijk dat u stopt met roken. Uw lichaam kan HPV dan beter opruimen.

Onderzoeken

Hoe gaat het onderzoek als ik veranderde cellen in mijn uitstrijkje heb?

De behandelaar bespreekt eerst met u wat er bij u al is gevonden.

De behandelaar onderzoekt uw baarmoederhals. Dit doet geen pijn. Verdoving is niet nodig.

Het onderzoek gaat zo:

  • U ligt op een soort stoel met uw benen in beensteunen.
  • De behandelaar brengt een spreider in uw vagina.
  • De behandelaar kijkt met een soort microscoop in uw vagina. Dit heet een colposcoop (zie het plaatje). Dat apparaat blijft buiten uw vagina. Het onderzoek heet een colposcopie.

Colposcopie

  • De behandelaar spuit een vloeistof over uw baarmoederhals. Zo zijn de veranderde cellen te herkennen. De vloeistof kan koud voelen, prikken en een beetje zuur ruiken.
    Soms wordt een vloeistof met jodium gebruikt. Deze heeft geen geur.
    Misschien bent u allergisch voor jodium. Vertel dit dan voor het onderzoek aan de behandelaar.

De behandelaar vertelt u tijdens het onderzoek wat er te zien is:

  • Als er bij u weinig of geen veranderde cellen te zien zijn: dan is het onderzoek klaar.
  • Als er wel veranderde cellen te zien zijn, kan de behandelaar 1 van deze 2 dingen doen:
    • De behandelaar haalt een paar kleine stukjes uit uw baarmoederhals. Dit gaat met een kleine tang. Dit heet een biopsie. Hier voelt u meestal weinig van. De stukjes zijn een paar millimeter groot.
      Meestal vraagt de behandelaar of u even wil hoesten als de stukjes worden weggehaald. Dit kan even een krampend gevoel onder in uw buik geven. Er kan daarna een beetje bloed uit uw vagina komen.
    • De behandelaar behandelt uw baarmoederhals meteen. Meestal gebeurt dit met een heet metalen lusje.

Na het onderzoek vertelt de behandelaar u hoe u de uitslag hoort: via de telefoon, e-mail, app, brief of tijdens een volgende afspraak. De uitslag van dit onderzoek is meestal binnen 2 weken bekend.

Uitslag onderzoek

De uitslag van het onderzoek van de cellen van de baarmoederhals

De weggehaalde stukjes baarmoederhals worden in het laboratorium onderzocht.

De uitslag van het onderzoek is meestal CIN1, CIN2 of CIN3, en soms kanker.
CIN is een afkorting van Cervicale Intra-epitheliale Neoplasie. Dit betekent: nieuwe of veranderde cellen in het slijmvlies van de baarmoederhals.

De uitslag kan zijn:

  • Geen veranderingen aan de cellen van de baarmoederhals.
  • CIN1: weinig veranderingen aan de cellen van de baarmoederhals.
    • Hierbij is meestal geen behandeling nodig.
    • De veranderde cellen verdwijnen meestal vanzelf.
  • CIN2: de cellen van de baarmoederhals zijn meer veranderd.
    • Hierbij is vaker behandeling nodig, maar niet altijd.
    • De veranderde cellen kunnen vanzelf verdwijnen.
  • CIN3: de cellen van de baarmoederhals zijn heel erg veranderd. Zonder behandeling kan dit baarmoederhalskanker worden.
    • Hierbij is altijd behandeling nodig.
    • De kans dat de veranderde cellen vanzelf verdwijnen is erg klein.
Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder na onderzoek van de cellen van de baarmoederhals?

Of er bij u een behandeling nodig is, hangt af van deze dingen:

  • welke CIN u heeft (CIN1, CIN2 of CIN3)
  • hoe groot het gebied is waarin veranderde cellen zitten
  • of u in de toekomst nog kinderen wilt krijgen
  • uw leeftijd
    De kans dat veranderde cellen vanzelf verdwijnen is bijvoorbeeld groter bij vrouwen jonger dan 30 jaar dan bij vrouwen ouder dan 30 jaar.

Samen met uw behandelaar bespreekt u welke behandelingen bij u mogelijk zijn en wat u zelf wilt.

  • Bij CIN1 is meestal geen behandeling nodig.
  • Bij CIN2 is vaak behandeling nodig. Het is ook mogelijk om u niet te laten behandelen maar u regelmatig te laten controleren met een uitstrijkje.
  • Bij CIN3 is altijd behandeling nodig.

Er zijn 3 behandelingen mogelijk:

Keuzekaart CIN2

Keuzekaart CIN2

Gebruik de keuzekaart om samen met uw arts te beslissen wat het beste bij u past.

Meer informatie
Deze tekst is aangepast op
FMS

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?