Ik ben vaak bang dat ik een erge ziekte heb
In het kort
- Je bent veel bezig met het idee dat je een erge ziekte hebt of krijgt.
- Therapie kan helpen om anders te denken over je lichamelijke klachten. Dat verandert hoe je je voelt en wat je doet.
- Een psycholoog kan deze therapie geven.
Wat merk je als je steeds bang bent voor een erge ziekte?
Bij angst voor een erge ziekte heb je hier last van:
- Je bent veel bezig met het idee dat je een erge ziekte hebt of krijgt. Ook al heeft een arts je onderzocht en gerustgesteld.
- Je ziet klachten die iedereen wel eens heeft als teken van een erge ziekte. Zoals jeuk, kramp, hoofdpijn of een droge mond.
Dit noem je een ziekte-angst-stoornis. Eerder werd dit hypochondrie genoemd.
Door je zorgen en klachten gaan je dagelijkse dingen misschien minder goed. Zoals slapen, eten, werken of het huishouden doen.
Uitleg over de cirkel van angst
Hier zie je de cirkel van angst. Die laat zien hoe te veel angst ontstaat en steeds erger kan worden.

- Start: iets wat jou bang maakt: een gebeurtenis, situatie, iets voelen in je lichaam.
- Gedachten: je denkt dat er iets ergs gaat gebeuren. Bijvoorbeeld:
Dit is niet goed.
Ik kan dit niet.
Het gaat vast verkeerd.
Ze vinden me raar.
Mijn kind krijgt een ongeluk.
Ik raak mijn werk kwijt.
Straks doe ik alles fout. - Gevoel: angst
Je voelt angst. Je kunt daar lichamelijk klachten bij hebben, zoals trillen en het warm krijgen. - Gedrag: je doet iets niet
Je doet iets niet, je ontwijkt bepaalde dingen.
Of je doet iets om je veiliger te voelen. Zoals dingen controleren. Of geruststelling vragen aan andere mensen. Of je gaat veel nadenken (piekeren). - Gevolg: even minder angst, maar later meer en vaker angst
Als je iets niet doet, is je angst even minder. Het is dus heel begrijpelijk dat je dingen ontwijkt of dingen doet om je veiliger te voelen. Maar deze manieren werken kort. Je leert niet met de angst om te gaan.
Als er weer iets gebeurt wat jou angstig maakt, kom je weer bij Start in de cirkel van angst.
De angst kan groter worden. Je kunt er in meer situaties last van krijgen. En meer situaties gaan ontwijken. Zo krijgt de angst steeds meer invloed op je leven. Je durft steeds minder en je wereld wordt steeds kleiner.

Er zijn een paar manieren om uit de cirkel van angst te komen:
- Doe wel wat je angstig maakt
Bedenk wat je niet doet omdat je bang bent. Welke situaties ontwijk je? En wat doe je als ontwijken niet kan?
Ga juist wel doen wat je spannend vindt. Zo kun je de angst ervaren. Je merkt dat de erge dingen waar je bang voor was, niet gebeuren. En dat je de angst aankan.
Je moet de angst dus meemaken om te merken dat waar je bang voor bent niet gebeurt. - Gebruik gedachten die jou helpen
Wat zijn je angstige verwachtingen? Kloppen ze wel? Hoe groot is de kans dat ze waar zijn?
Probeer de gedachte minder belangrijk te maken: het is maar een gedachte.
Bedenk gedachten die je kunnen helpen. Gebruik die in moeilijke situaties. - Verdraag de spanning
Doe je iets wat angst geeft? Verdraag de spanning die je voelt. Zo kun je toch doen wat je graag wilt, ook al ben je bang.
Soms helpt het om even op iets anders te letten of iets te doen. Dan ben je minder bezig met de angst.
Het is dus belangrijk dat je situaties waarin je bang bent, toch opzoekt. Je kunt tegen jezelf zeggen: 'Ik ben bang en ik doe het.' Je merkt dat de rampen waar je bang voor bent, niet gebeuren.
Hoe vaker je hiermee oefent, hoe minder je angst uiteindelijk wordt.
In het begin kan de angst tijdelijk erger worden. En je kunt je moe voelen. Angst ervaren kost veel energie.
Na een tijd leer je steeds beter met de angst omgaan. Je angst wordt minder. En je bent ook minder moe.
Behandeling van angst voor erge ziektes
Je huisarts vertelt eerst hoe angst werkt. Je krijgt uitleg en adviezen.
Bij veel lichamelijke klachten is het niet duidelijk waardoor je ze hebt. Steeds onderzoek laten doen helpt dan niet. Het maakt je angst alleen maar groter. Je komt namelijk in de cirkel van angst:
- Je voelt iets in je lichaam.
- Je bent bang voor een erge ziekte.
- Je krijgt onderzoek. Je bent even gerustgesteld door een normale uitslag.
- Maar de volgende keer dat je een lichamelijke klacht hebt, denk je weer aan een erge ziekte.
Als uitleg en adviezen niet genoeg helpen, kun je cognitieve gedragstherapie (CGT) krijgen. Je leert met gesprekken en oefeningen om anders te denken over je klachten. Dat verandert hoe je je voelt en wat je doet.
Een psycholoog kan deze therapie geven. Je huisarts kan je doorsturen.
Voor deze angst krijg je geen medicijnen.
Hoe gaat het verder met angst voor erge ziektes?
Een ziekte-angst-stoornis gaat vaak niet helemaal over. Soms wel. De meeste mensen blijven er last van houden.
Ben je toch weer ongerust? Maak een afspraak met de psycholoog die je geholpen heeft. Of met je huisarts.
Meer informatie over angst voor erge ziektes
- Meer informatie over angst: MIND en de Angst, Dwang en Fobie stichting
- Oefeningen en online therapie: Mentaal Vitaal
- Informatie over therapie: MIND
- Contact met mensen die ook last hebben van angst: Angst, Dwang en Fobie stichting
Over deze tekst
Artsen en tekstschrijvers van Thuisarts hebben deze informatie gemaakt met de richtlijn voor huisartsen over angst.
Lees wie de informatie van Thuisarts maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.