Ik ga naar het ziekenhuis voor onderzoek naar de ziekte van Parkinson

In het kort

In het kort

  • Bij de ziekte van Parkinson sterven bepaalde hersencellen langzaam af.
  • Daardoor veranderen iemands bewegingen, gedrag en hoe iemand eruit ziet.
  • De arts in het ziekenhuis stelt je vragen en kijkt hoe je beweegt.
  • Je hebt de ziekte van Parkinson als deze 2 dingen voor jou kloppen:
    • Je beweegt langzamer of je kunt moeilijker beginnen met bewegen.
    • Je beeft of bent stijf.
Wat is het

Wat is de ziekte van Parkinson?

Bij de ziekte van Parkinson sterven bepaalde hersencellen langzaam af. Hierdoor gaat iemand anders bewegen en zich anders gedragen.

De meeste mensen met de ziekte van Parkinson zijn ouder dan 65 jaar.

Wat merk je

Wat merk je van de ziekte van Parkinson?

Bij deze klachten is de kans groter dat je later de ziekte van Parkinson krijgt:

  • heel veel bewegen tijdens dromen (dit heet REM-slaap-gedragsstoornis)
  • minder goed kunnen ruiken
  • moeilijk kunnen poepen
  • depressie

De ziekte van Parkinson begint vaak met verandering in de manier waarop je beweegt:

  • Je beweegt langzamer en kunt moeilijk beginnen of stoppen met bewegen. Je kunt bijvoorbeeld je arm niet meer zo ver zwaaien.
  • Je gezicht beweegt minder: je gevoelens zijn minder goed te zien op je gezicht.
  • Ook voelen je armen of benen stijver.
  • Je handen en armen kunnen gaan beven.

De klachten beginnen meestal aan 1 kant van je lichaam. 1 van je handen gaat bijvoorbeeld beven. Later kunnen de klachten ook aan de andere kant ontstaan.

De ziekte van Parkinson wordt in jaren steeds een beetje erger. Je kunt veranderingen merken in:

  • Hoe je beweegt, zoals beven of moeilijk kunnen afremmen als je loopt.
  • Hoe je je voelt, zoals depressief of angstig zijn.
  • Hoe je je gedraagt, zoals moeite met denken en onthouden of veel willen eten, winkelen of gokken.
  • Hoe je lichaam werkt, zoals moeilijk kunnen poepen, minder goed ruiken of duizelig zijn.
  • Hoe je slaapt, zoals overdag in slaap vallen of ’s nachts veel wakker worden.

Niet iedereen met de ziekte van Parkinson krijgt al deze klachten.

Onderzoeken

Welke onderzoeken krijg je in het ziekenhuis naar de ziekte van Parkinson?

In het ziekenhuis word je onderzocht door een arts die veel weet van spieren en zenuwen (neuroloog).

De arts wil weten welke klachten je hebt, hoe lang je deze al hebt en hoeveel last je ervan hebt. De arts vraagt ook welke medicijnen je gebruikt. Soms kunnen medicijnen namelijk klachten geven die lijken op de ziekte van Parkinson.

De arts wil zien hoe je beweegt. Misschien beef je veel of heb je moeite met bewegen. Je krijgt daarom opdrachten. Zoals je armen strekken of een glas water drinken. De arts vraagt of je een stukje wil lopen. Of een zin wil opschrijven. Ook kijkt de arts hoe de spieren in je gezicht bewegen.

Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder na onderzoek naar de ziekte van Parkinson?

Je hebt de ziekte van Parkinson als deze 2 dingen bij jou kloppen:

  • Je beweegt langzamer of je kunt moeilijker beginnen met bewegen.
  • Je beeft of bent stijf.

Soms twijfelt de arts of je klachten komen door de ziekte van Parkinson. Bijvoorbeeld als je klachten hebt die ook bij andere ziektes voorkomen. Je kunt dan 1 of 2 hersenscans krijgen, maar meestal is dit niet nodig.

Meer informatie
Deze tekst is aangepast op
FMS

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?