In het kort
- Tijdens dialyse prikt een verpleegkundige 2 naalden in de aanprik-plek. U kunt ook zelf leren prikken.
- Druk de gaatjes na de dialyse 15 minuten dicht.
- U moet zelf uw aanprik-plek elke dag controleren. De verpleegkundige leert u hoe u dit doet.
- Bel het dialysecentrum als u geen geluid hoort bij uw aanprik-plek.
- Bel 112 als een bloeding bij uw aanprik-plek niet stopt na 30 minuten.
Wanneer kan de aanprik-plek gebruikt worden?
Als u een aanprik-plek van eigen bloedvaten heeft
Na de operatie wordt de ader met de aanprik-plek wijder, dikker en sterker. Er gaat meer bloed doorheen stromen. Na 6 weken kijkt uw arts of verpleegkundige of uw ader dik genoeg is voor de dialyse. Soms krijgt u ook nog een echo van uw ader.
Bij 4 van de 10 mensen wordt de ader niet dik genoeg. Bijvoorbeeld doordat er te weinig bloed doorheen stroomt. De arts kan met een ballon de ader wijder maken. Dit gebeurt met een kleine operatie. Doordat er meer bloed doorheen kan stromen, wordt de ader dikker. Soms is het nodig om een nieuwe aanprik-plek te maken.
Soms ligt de aanprik-plek te diep onder uw huid. Het aansluiten op de machine is dan moeilijker. U krijgt dan een nieuwe operatie om te zorgen dat de aanprik-plek dichter bij uw huid komt.
Als u een aanprik-plek van kunststof heeft
De aanprik-plek van kunststof is zelf al dik en wijd genoeg. De wond van de operatie moet wel eerst genezen zijn. Dan kunt u dialyse krijgen. Meestal is dit na 2 weken. Soms kan het al eerder.
Hoe wordt de aanprik-plek voor dialyse gebruikt?
Tijdens dialyse krijgt u 2 naalden in de aanprik-plek. Door de ene naald stroomt het bloed via een slangetje naar de machine. De machine haalt afvalstoffen en vocht uit uw bloed. Het schone bloed stroomt door een ander slangetje via de andere naald weer terug in uw lichaam.
Het prikken kan pijn doen. Vooral de eerste keren dat u geprikt wordt. Sommige mensen worden bang voor het prikken.
Soms kunt u een zalf of spray met verdoving krijgen. U kunt ook iets doen waardoor u minder aan de pijn denkt of minder bang wordt voor het prikken. Bijvoorbeeld een filmpje kijken of muziek luisteren.
Een verpleegkundige prikt de naalden in de aanprik-plek.
U kunt ook zelf leren prikken. Of iemand in uw omgeving kan het leren, zoals uw partner. Bijvoorbeeld als u thuis dialyse krijgt.
Als de dialyse klaar is, moet u de plek waar de naalden in hebben gezeten voorzichtig dichtdrukken. Dit kan met een pleister of een gaasje. Meestal moet u de plek 15 minuten dichtdrukken. De verpleegkundige legt uit hoe u dit moet doen.
Problemen tijdens prikken
U kunt deze problemen krijgen tijdens het prikken in de aanprik-plek:
- Een bloeding op de plek waar geprikt wordt.
- Blauwe plekken op de plek waar geprikt wordt.
- Het prikken in de aanprik-plek gaat moeilijk.
Soms lukt het prikken niet direct de eerste keer. Bijvoorbeeld omdat de aanprik-plek diep onder de huid ligt. Of omdat de ader nog niet wijd genoeg is. Of omdat u nog een blauwe plek heeft. De verpleegkundige kan dan met een echo zien waar in de aanprik-plek geprikt moet worden.
Welke problemen kan ik krijgen met een aanprik-plek voor dialyse?
U kunt deze problemen krijgen:
- De ader van de aanprik-plek kan binnenin smaller worden.
Het bloed kan dan minder goed doorstromen. Het prikken voor dialyse kan dan moeilijker gaan. Of er stroomt niet genoeg bloed naar de machine.
De arts kan met een ballon de ader wijder maken. Dit gebeurt met een kleine operatie. - De ader van de aanprik-plek kan dicht gaan zitten door een bloedprop (trombose).
Er kan dan helemaal geen bloed meer doorheen stromen. Meestal is de ader dan ook binnenin smaller geworden. U kunt geen dialyse meer krijgen. De arts haalt de bloedprop weg met een operatie en maakt de smalle ader wijder. - Uw ader kan te wijd worden.
Dit kan komen doordat er veel bloed doorheen stroomt. Of omdat er te vaak op dezelfde plaats is geprikt.
De wijde ader kan dan tegen uw huid duwen. Daardoor kunt u problemen met uw huid krijgen. De huid wordt erg dun. U mag daar niet meer geprikt worden. Want als uw huid dan kapotgaat, kunt u een levensbedreigende bloeding krijgen. Als u een wijde ader met een dunne huid heeft, krijgt u een operatie om de ader kleiner te maken. - U kunt een koude hand hebben tijdens dialyse.
Dat komt omdat er bij mensen met een aanprik-plek in de arm vaak wat minder bloed naar de hand stroomt.
Bij 1 van de 20 mensen komt er niet genoeg bloed in de vingers. U kunt dan pijn in uw hand hebben of wondjes aan uw vingers. U krijgt dan een nieuwe operatie om te zorgen dat het bloed weer goed kan stromen. - De aanprik-plek kan gaan ontsteken.
U krijgt dan medicijnen tegen ontstekingen door een bacterie (antibiotica). Soms is het nodig om de aanprik-plek weg te halen met een operatie. U moet dan een nieuwe aanprik-plek krijgen.
Hoe gaat het verder met een aanprik-plek voor dialyse?
Uw aanprik-plek moet regelmatig worden gecontroleerd. Door een verpleegkundige en ook door uzelf. Zo zien jullie het op tijd als er problemen zijn met uw aanprik-plek.
Veel mensen hebben regelmatig een behandeling nodig voor problemen. Hoe vaak dit is, verschilt per persoon. Meestal zijn er nog 1 of 2 operaties per jaar nodig om te zorgen dat de aanprik-plek goed blijft werken.
Controle door verpleegkundige
Elke keer als de verpleegkundige in uw aanprik-plek prikt, onderzoekt deze uw aanprik-plek. De verpleegkundige luistert en voelt of het bloed goed door de aanprik-plek stroomt en of deze niet verstopt is.
Ook kan de verpleegkundige controleren of er nog genoeg bloed door de aanprik-plek stroomt. Dit gebeurt met een speciaal apparaat tijdens de dialyse.
Controle door uzelf
Controleer zelf uw aanprik-plek op dagen dat u geen dialyse krijgt. U doet dit zo:
- Luister 1 keer per dag naar uw aanprik-plek met een stethoscoop, als u deze heeft.
U leert het normale geluid kennen. U hoort het als er geen geluid is of als het geluid niet normaal is. - U kunt ook voelen. U legt 2 vingers op uw aanprik-plek.
Zo kunt u voelen of de aanprik-plek nog normaal is. U kunt hier hulp bij krijgen van de verpleegkundige. - Kijk of er wondjes of korstjes zijn bij uw aanprik-plek.
Hoort u geen geluid bij uw controle? Bel dan dezelfde dag het centrum waar u dialyse krijgt.
Heeft u 1 of meer van de volgende klachten? Vertel dat dan bij de volgende dialyse aan de verpleegkundige:
- Het geluid bij uw aanprik-plek is anders dan normaal.
- Uw aanprik-plek voelt anders dan normaal.
- U heeft wondjes of korstjes bij uw aanprik-plek. Een arts zal dan hiernaar kijken.
Donornier
Als u een donornier krijgt, krijgt u geen dialyse meer. De aanprik-plek heeft u dan ook niet meer nodig. Samen met uw arts beslist u of u uw aanprik-plek houdt, of dat de arts deze dichtmaakt.
Wanneer bellen als ik een aanprik-plek voor dialyse heb?
Krijgt u een bloeding van de aanprik-plek? Druk deze dicht zoals u dat ook doet na de dialyse.
Is de bloeding niet gestopt na 30 minuten? Bel dan direct 112.
Bel dezelfde dag het centrum waar u dialyse krijgt bij deze klacht:
- U hoort met de stethoscoop geen geluid meer bij uw aanprik-plek.
Meer informatie over bloedvat-toegang voor dialyse
- Meer informatie over bloedvat-toegangen en dialyse: Nieren.nl.
- Wat andere mensen vinden van een ziekenhuis of arts: Zorgkaart Nederland.
We hebben de tekst gemaakt met de richtlijn voor artsen over bloedvat-toegang voor dialyse.