Ik krijg een aanprik-plek of lijn voor dialyse

In het kort

In het kort

  • Voor dialyse krijgt u een aanprik-plek of lijn:
    • Een aanprik-plek komt in de arm. Deze kan van eigen bloedvaten gemaakt worden of van kunststof.
    • Een lijn is een slangetje in de hals.
  • Elke mogelijkheid heeft voordelen en nadelen.
  • Samen met uw arts bespreekt u wat u kunt en wilt krijgen.
Wat is het

Wat is een bloedvat-toegang voor dialyse?

Uw nieren maken uw bloed niet meer goed schoon. Daarom gaat u binnenkort beginnen met dialyse. Of u bent er al mee begonnen. Bij dialyse haalt een machine afvalstoffen en vocht uit uw bloed.

Bij dialyse moeten uw bloedvaten een aantal keer per week op de machine worden aangesloten. Een gewone ader zou hierdoor kapotgaan. Ook stroomt er te weinig bloed doorheen voor dialyse.
U krijgt daarom een bloedvat-toegang. Via deze bloedvat-toegang wordt uw bloedvat op de machine aangesloten. Zo kan uw bloed worden schoongemaakt.

Er is alleen een bloedvat-toegang nodig voor bloed-dialyse (hemodialyse). Bij buik-dialyse (buikspoeling) gaat het anders.

Verschillende soorten

Verschillende soorten bloedvat-toegangen

Er zijn verschillende soorten bloedvat-toegangen voor dialyse. U krijgt een bloedvat-toegang met een operatie.

Aanprik-plek in uw arm (shunt)

In uw arm worden een ader en slagader aan elkaar gemaakt. Heel soms gebeurt het in uw been. Dit heet een aanprik-plek of shunt.

De aanprik-plek kan gemaakt worden:

  • van uw eigen bloedvaten. Dit heet een fistel. Uw ader wordt wijder, dikker en sterker.
  • van kunststof. Dit heet een graft.

De aanprik-plek is wijd en dik. Zo kan er makkelijk een naald in geprikt worden. Ook stroomt er dan genoeg bloed door de aanprik-plek naar de machine.

Lijn in uw hals (centrale lijn of katheter)

Een bloedvat-toegang kan ook een slangetje van kunststof zijn. Dit heet een lijn of katheter.

De lijn komt in uw hals. De lijn komt meestal onder uw sleutelbeen uit de huid. Heel soms komt de lijn in uw lies.
Via een bloedvat komt de lijn in uw hart uit.
De lijn zelf kan op de machine worden aangesloten.

Hoe kies ik

Hoe kies ik een bloedvat-toegang?

Voor de operatie krijgt u gesprekken en onderzoeken. Bijvoorbeeld met een arts die veel weet van ziekten van de nieren (internist-nefroloog), een arts die bloedvaten opereert (vaat-chirurg) of dialyse-verpleegkundige.

Samen met uw arts bespreekt u deze dingen:

  • Welke bloedvat-toegang is mogelijk bij u?
  • Welke bloedvat-toegang past het beste bij u?
  • Welke bloedvat-toegang wilt u zelf?

De arts onderzoekt u om te kijken op welke plek u een bloedvat-toegang kunt krijgen. Bijvoorbeeld door de bloeddruk in uw arm te meten. Of door een echo te maken van uw bloedvaten om te zien of ze goed genoeg zijn.

Welk bloedvat-toegang voor u geschikt is, hangt bijvoorbeeld af van deze dingen:

  • uw leeftijd
  • of u snel met dialyse moet beginnen
  • of u snel een donor-nier kunt krijgen
  • hoe goed uw bloedvaten zijn

Een lijn wordt vaak gebruikt als iemand heel snel met dialyse moet beginnen. Bijvoorbeeld binnen een paar dagen of weken. Vaak kunt u daarna toch nog kiezen voor een andere bloedvat-toegang als u dat wilt.

Aanprik-plek van bloedvaten

Voordelen en nadelen van een aanprik-plek van uw eigen bloedvaten

Voordelen

Als de aanprik-plek klaar is, is de kans op problemen kleiner dan bij een aanprik-plek van kunststof. Er is minder vaak een operatie nodig voor deze problemen:

  • De dikkere ader kan binnenin smaller worden. Hierdoor kan er minder bloed doorheen stromen. U krijgt dan een operatie om te zorgen dat de ader weer wijder wordt.
  • De ader kan dicht gaan zitten. U kunt geen dialyse meer krijgen. U krijgt dan direct een operatie om te zorgen dat de ader weer opengaat.

Nadelen

  • Uw ader moet dikker en wijder worden voordat hij gebruikt kan worden voor dialyse. Dit duurt 6 weken of langer.
    Dit gaat niet bij iedereen goed. Bij 4 van de 10 mensen wordt de ader niet dik genoeg. Bijvoorbeeld doordat er te weinig bloed doorheen stroomt. De arts kan met een ballon de ader wijder maken. Dit gebeurt met een kleine operatie. Doordat er meer bloed doorheen kan stromen, wordt de ader dikker. Soms is het nodig om een nieuwe aanprik-plek te maken.
  • 3 tot 6 maanden voor u met dialyse moet beginnen krijgt u de aanprik-plek. Die tijd is nodig om te zorgen dat de ader dikker en wijder wordt. En om problemen op te lossen als het niet goed gaat.
Aanprik-plek van kunststof

Voordelen en nadelen van een aanprik-plek van kunststof

Voordelen

  • Een aanprik-plek van kunststof is direct goed genoeg voor dialyse. Meestal kunt u na ongeveer 2 weken al beginnen met de dialyse. Soms kan het al eerder.
  • Dit betekent dat u kort voordat u met dialyse begint de aanprik-plek kunt krijgen.

Nadelen

Als de aanprik-plek klaar is, is de kans op problemen groter dan bij een aanprik-plek van uw eigen bloedvaten. U heeft vaker een operatie nodig voor deze problemen:

  • De aanprik-plek kan binnenin smaller worden. Hierdoor kan er minder bloed doorheen stromen. U krijgt dan een operatie om te zorgen dat de aanprik-plek weer wijder wordt.
  • De aanprik-plek kan dicht gaan zitten. U kunt geen dialyse meer krijgen. U krijgt dan direct een operatie om te zorgen dat de aanprik-plek weer opengaat.
  • De aanprik-plek kan gaan ontsteken door een bacterie.
Lijn in uw hals

Voordelen en nadelen van een lijn in uw hals

Voordelen van een lijn

  • De lijn kan direct gebruikt worden voor dialyse.
  • De lijn wordt op de machine aangesloten. U hoeft niet geprikt te worden.

Nadelen van een lijn

  • U moet de lijn goed afplakken als u gaat douchen, zodat er geen water bij kan komen. Dit kan soms lastig zijn.
  • U mag niet zwemmen of in bad gaan met een lijn.
  • Er kunnen bacteriën in de lijn komen. Daardoor kunt u een ernstige ontsteking (sepsis) krijgen. Soms is het dan nodig om de lijn weg te halen. U krijgt dan meestal een nieuwe lijn.
  • De lijn kan dicht gaan zitten door een bloedprop. Soms kan een verpleegkundige de lijn weer openmaken. Soms is een nieuwe lijn nodig.
  • De grote aders in uw borstkas kunnen binnenin smaller worden of dicht gaan zitten. Hierdoor kan het later moeilijker zijn om een andere bloedvat-toegang te krijgen.
Operatie

Hoe gaat een operatie voor een bloedvat-toegang?

Als u een aanprik-plek krijgt:

  • U krijgt verdoving van de zenuwen in uw arm. Dit heet een zenuw-blokkade. Zo is uw hele arm verdoofd. Zo voelt u geen pijn tijdens de operatie.
  • De arts maakt een snee in uw huid. Via deze snee worden uw ader en slagader aan elkaar vastgemaakt. Of de arts plaatst via de snee een kunststof buisje tussen uw ader en slagader.
  • De operatie duurt ongeveer 1 of 2 uur. Meestal mag u dezelfde dag weer naar huis.

Als u een lijn in uw hals krijgt:

  • U krijgt verdoving op de plek waar de lijn komt. Zo voelt u geen pijn tijdens de operatie.
  • De arts maakt 2 sneetjes in uw huid. Via het eerste sneetje schuift de arts de lijn een stukje onder uw huid. Via het tweede sneetje gaat de lijn in uw bloedvat.
  • Soms is het nodig dat u heel snel een lijn krijgt. Bijvoorbeeld omdat u direct met dialyse moet beginnen. De arts maakt dan 1 sneetje. Via dit sneetje gaat de lijn direct in uw bloedvat.
  • De operatie duurt ongeveer 30 minuten. Meestal mag u dezelfde dag weer naar huis.
Risico's

Wat zijn risico’s van een operatie voor een bloedvat-toegang?

Een operatie voor een bloedvat-toegang geeft kans op deze problemen:

  • ontsteking van de wond van de operatie
  • een bloeding op de plek van de operatie
  • een beschadiging van een zenuw
    Hierdoor heeft u minder of een ander gevoel in bijvoorbeeld uw arm of hand. Misschien kunt u uw arm of hand hierdoor minder goed gebruiken.
Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder na de operatie voor een bloedvat-toegang?

Als u dialyse krijgt, zijn meestal nog 1 of 2 operaties per jaar nodig om te zorgen dat de aanprik-plek of de lijn goed blijft werken. Bijvoorbeeld als er problemen zijn, zoals verstopping of ontsteking.

Meer informatie
Deze tekst is aangepast op
FMS

Vond u deze informatie nuttig?

Vond u deze informatie nuttig?
Heeft u een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?