Ik krijg een liesbreuk-operatie
In het kort
- Bij een liesbreuk-operatie duwt je arts de bult terug in je buik.
- En de arts maakt de zwakke plek in je buikwand sterker. Dat gebeurt meestal met een dun stukje kunststof.
- Een liesbreuk-operatie gebeurt via een snee in de lies (open operatie) of via een kijkoperatie.
- Na de operatie kun je pijn en blauwe plekken hebben rond de plek van de operatie. Dit gaat meestal vanzelf over.
Hoe bereid je je voor op een liesbreuk-operatie?
Na een liesbreuk-operatie kun je niet zelf naar huis rijden. Vraag daarom van tevoren iemand die je naar het ziekenhuis kan brengen en je weer op kan halen.
Gesprek met de arts die de operatie doet
Je krijgt een gesprek met de arts die de operatie doet (chirurg). Je hoort van de arts hoe de operatie gaat. Je kunt ook vragen stellen.
Gesprek met de arts over de verdoving
Je krijgt een gesprek met de arts die de verdoving regelt (anesthesioloog). Bij een kijkoperatie krijg je altijd narcose. Bij een open operatie krijg je 1 van deze soorten verdoving: narcose, ruggenprik of verdoving op de plek waar je de operatie krijgt.
De arts stelt je vragen over je gezondheid. Bijvoorbeeld of je nog andere ziektes hebt.
De arts doet soms ook een paar extra onderzoeken, zoals je bloeddruk meten. Soms is nog meer onderzoek nodig, bijvoorbeeld als je een longziekte of hartziekte hebt. De arts kan je dan doorsturen naar een andere arts in het ziekenhuis. Zoals een longarts of een arts die veel weet over hartziektes (cardioloog).
Welke verdoving krijg je bij een liesbreuk-operatie?
Verdoving bij een kijkoperatie
Bij een kijkoperatie word je altijd met medicijnen in slaap gebracht (narcose). Dit is nodig om je buikspieren tijdelijk slapper te maken.
Verdoving bij een open operatie
Bij een open operatie krijg je 1 van deze soorten verdoving:
- narcose
- ruggenprik
- verdoving op de plek waar je de operatie krijgt
Je krijgt een gesprek met de arts die de verdoving regelt (anesthesioloog). Samen bespreek je de voordelen en nadelen van de soorten verdoving. Welke verdoving je krijgt, hangt af van je gezondheid en wat je zelf wilt. Soms moet je hierdoor naar een ander ziekenhuis. Soms krijg je voor de operatie ook een prik met verdoving om te zorgen dat je na de operatie minder pijn hebt.
- Bij narcose word je in slaap gebracht. Zo merk je niets van de operatie. Bij een ruggenprik of verdoving op de plek van de operatie blijf je wakker. Met een ruggenprik voel je niets in je buik, rug en benen.
- Bij een ruggenprik kan het wat langer duren voor je zelf weer goed kunt plassen na de operatie. Je onderlichaam is verdoofd en soms heb je tijdelijk een slangetje in je blaas (blaaskatheter).
- Narcose of een ruggenprik is minder goed voor oudere mensen die problemen met hun hart en longen hebben. Dat is omdat bij narcose de bloeddruk steeds kan veranderen.
Hoe gaat een liesbreuk-operatie?
Een liesbreuk-operatie gebeurt via een snee in de lies (open operatie) of via 3 kleine sneetjes in je buik (kijkoperatie).
Bij de liesbreuk-operatie duwt de arts de bult terug in je buik. De bult komt door een stukje buikvet of een darm die onder je huid uitsteekt door de zwakke plek in je buikwand.
Dan maakt de arts de zwakke plek in je buikwand sterker. Dit gebeurt met een dun stukje kunststof of soms met hechtingen.
Het dunne stukje kunststof wordt een matje of implantaat genoemd.
- De kans dat de liesbreuk terugkomt is het kleinst bij het stukje kunststof. Bij hechtingen is de kans dat de liesbreuk terugkomt ongeveer 2 of 3 keer zo groot.
- Mensen die een stukje kunststof hebben gekregen, hebben vaak minder pijn dan mensen die hechtingen hebben gekregen. Ook zijn ze sneller hersteld na de operatie.
- Daarom adviseren artsen om bij alle volwassenen die voor een operatie kiezen de zwakke plek sterker te maken met een dun stukje kunststof. Als jij dit niet wilt, bespreekt de arts de voordelen en nadelen van hechtingen en een dun stukje kunststof met je. Samen kiezen jullie wat het beste bij je past.
- Na een open operatie duurt het iets langer voor je weer hersteld bent dan na een kijkoperatie. Ook heb je na een open operatie een iets grotere kans op pijn die lang duurt.
Hoe gaat een kijkoperatie bij een liesbreuk?
Bij een kijkoperatie word je met medicijnen in slaap gebracht (narcose).
Dit doet de arts tijdens deze liesbreuk-operatie:
- De arts schuift buisjes in je buik en lies via 3 of 4 kleine sneetjes van ongeveer 1 centimeter.
- Via deze buisjes worden een camera en medisch gereedschap in je buik en lies gebracht.
- De arts kan op een beeldscherm in je lichaam kijken. Daarom heet het een kijkoperatie.
- Met het gereedschap duwt de arts de liesbreuk terug. Dan plaatst de arts een dun stukje kunststof op de zwakke plek en maakt dit vast.
- De buisjes gaan weer uit je buik en lies. De sneetjes worden dichtgemaakt.
Lees meer over hoe een kijkoperatie in de buik gaat.
Hoe gaat een open operatie bij een liesbreuk?
Bij een open operatie krijg je 1 van deze soorten verdoving: narcose, ruggenprik of verdoving op de plek waar je de operatie krijgt. Dat bespreekt de arts van tevoren met je.
Dit doet de arts tijdens de liesbreuk-operatie nadat je verdoving hebt gekregen:
- De arts maakt een snee in je lies. Soms maakt de arts een snee in je buik.
- Door de snee duwt de arts de darm of het buikvet terug in je buik. En dan gaat het dunne stukje kunststof erin, op de zwakke plek. Of de zwakke plek wordt gehecht.
- De snee in je lies of buik wordt weer dichtgemaakt.
Waar kun je last van hebben na een liesbreuk-operatie?
Bijna iedereen krijgt na de operatie klachten die vanzelf weer overgaan. Dit kan wel een paar weken of maanden duren. Bijvoorbeeld deze klachten:
Blauwe plekken rond de plek van de operatie
De blauwe plek kan pijn doen. Bij mannen zakt de blauwe plek langzaam uit naar de penis en de balzak. Bij vrouwen zakt de blauwe plek naar de schaamlippen. Meestal verdwijnt de blauwe plek na 1 of 2 weken vanzelf.
Heel soms drukt de blauwe plek van binnen op je huid. Dit geeft veel pijn. Bel dan je arts. Soms moet de blauwe plek dan worden verwijderd.
Na een open operatie krijgt ongeveer 1 van de 10 mensen blauwe plekken rond de plek van de operatie. Bij een kijkoperatie gebeurt dit iets minder vaak.
Pijn
Bijvoorbeeld pijn rond de plek van de operatie. Of pijn in je teelbal, balzak of schaamlippen.
Na een kijkoperatie kun je pijn in je schouder hebben. Dit komt door de lucht die in je buik wordt geblazen bij een kijkoperatie.
Ongeveer 6 van de 100 mannen hebben na een liesbreuk-operatie pijn bij de zaadlozing. Dit is meestal na een jaar helemaal over.
Niet kunnen plassen
Als je narcose of een ruggenprik krijgt, kun je soms na de operatie tijdelijk niet plassen. De verdoving kan zorgen dat de blaas minder goed werkt. Je krijgt dan tijdelijk een slangetje in je blaas (blaaskatheter).
Bij een ruggenprik is vaker een blaaskatheter nodig dan bij narcose.
Moeilijk kunnen poepen
Soms kun je na een liesbreuk-operatie moeilijk poepen. Dit heet ook wel verstopping.
Heb je normaal snel last van verstopping? Je kunt alvast medicijnen tegen verstopping halen voor na de operatie. Bespreek dit met je huisarts.
Wondvocht op de plek van de operatie
Je krijgt dan een bult op die plek. Dit gebeurt bij ongeveer 6 van de 100 mensen.
De kans op wondvocht is groter na een kijkoperatie dan na een open operatie. Ook bij grotere liesbreuken is de kans op wondvocht groter.
Meestal is het wondvocht na ongeveer 7 weken vanzelf verdwenen. Bij sommige mensen gaat het sneller en bij sommige mensen duurt het langer.
Wat zijn risico's van een liesbreuk-operatie?
Net als bij iedere operatie is er een heel kleine kans op problemen tijdens of na de operatie. Bijvoorbeeld een bloeding of ontsteking van de wond. Of een bloedpropje in je been of longen (trombose of longembolie).
Na een liesbreuk-operatie kun je ook deze problemen krijgen:
Beschadigde zenuwen in het gebied van de operatie
Je hebt dan geen gevoel in je lies en bovenbeen. Of je voelt juist extra veel. Meestal gaat dit weer over.
Soms is het nodig om tijdens de operatie een zenuw door te snijden die in de weg ligt. Dit geeft alleen een kleine dove plek in de lies en geeft meestal geen ernstige klachten. Dit gebeurt vooral bij een open operatie.
Nieuwe liesbreuk
Ongeveer 5 van de 100 mensen krijgen op dezelfde plek een nieuwe liesbreuk. Dan is een nieuwe operatie nodig. De kans op een nieuwe liesbreuk hangt van heel veel dingen af. Bijvoorbeeld van je gewicht, je leeftijd en wat voor soort liesbreuk-operatie je hebt gehad.
Pijn die lang blijft
Ongeveer 1 van de 10 mensen heeft na een liesbreuk-operatie pijn die lang blijft. Dit heet chronische pijn.
Je hebt chronische pijn als je langer dan 3 maanden na de operatie nog steeds pijn hebt. De kans op chronische pijn is na een kijkoperatie iets kleiner dan na een open operatie.
Meestal gaan de klachten weer over. Weinig mensen houden lange tijd erge pijn.
Wanneer bellen na een liesbreuk-operatie?
Bel de arts in het ziekenhuis als je 1 of meer van deze dingen hebt:
- De pijn aan de wond van de operatie wordt erger.
- Je krijgt een bult bij de wond en die bult wordt groter.
- De huid rond de wond van de operatie wordt rood.
- Je hebt koorts (38,5 graden of hoger).
- Je hebt een blauwe plek rond de plek van de operatie die heel veel pijn geeft.
- Je hebt klachten bij het plassen.
- Je hebt buikpijn.
Van het ziekenhuis waar je bent geopereerd heb je telefoonnummers gekregen, die je kunt bellen. Zoals de polikliniek chirurgie of buiten werktijd de spoedeisende hulp.
Bel je huisarts als je na de operatie moeilijk kunt poepen.
Over deze tekst
We hebben deze tekst gemaakt met de richtlijn voor artsen over een liesbreuk.
Lees wie de informatie op Thuisarts.nl maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.