Ik ga mijn blaas trainen om mijn plas langer op te houden (vrouw)

In het kort

In het kort

  • Blaastraining kan helpen als u heel vaak moet plassen. En als u uw plas moeilijk kunt ophouden.
  • U oefent elke dag om te wachten met plassen als u moet.
  • De huisarts of een bekken-fysiotherapeut kan u begeleiden.
  • Er is ook een app voor op uw telefoon of tablet.
  • Na 6 weken trainen merkt u meestal dat u minder vaak moet plassen en beter uw plas kunt ophouden.
Wat is het

Wat is blaastraining?

U kunt uw blaas trainen om uw plas langer vast te houden. Dat doet u door te wachten met plassen als u moet. Dit heet uw plas uitstellen.

Blaastraining kan helpen:

Als u vaak naar de wc gaat, wordt het voor uw blaas steeds moeilijker om uw plas een tijdje vast te houden. Dan krijgt u al het gevoel dat u moet plassen als uw blaas nog niet vol is.

Hoe doe ik het

Hoe gaat de blaastraining?

  • Schrijf 1 dag op op welke tijden u plast.
  • Reken uit hoeveel tijd er tussen 2 plasmomenten zit. Bijvoorbeeld een half uur.
  • Maak een schema met de tijden waarop u normaal plast. Probeer alleen op die tijden te plassen.
  • Als u al eerder moet plassen dan in het schema staat, dan probeert u te wachten. Daarbij helpen de volgende tips:
    • Ga iets doen waardoor u aan iets anders denkt. Bijvoorbeeld iets lezen of opruimen.
    • Probeer te ontspannen. Bijvoorbeeld zo: rustig tot 10 tellen of rustig door uw neus inademen en door uw mond uitademen.
    • Span uw bekkenbodem-spieren een beetje aan (alsof u uw plas ophoudt) en ontspan weer.
    • Herhaal dit zo lang als u (weer) voelt dat u moet plassen.

In het begin kunt u voor de zekerheid wel vast op de wc gaan zitten als u voelt dat u moet plassen. Maar u probeert toch om nog even te wachten met plassen.

Lukt het om te plassen op de tijden in uw schema, zonder dat u tussendoor plas verliest? Probeer dan elke week de tijd tussen 2 plasmomenten een kwartier of half uur langer te maken. Het doel is om uiteindelijk maar 1 keer in de 3 of 4 uur te plassen.

Plasdagboek

Plasdagboek bij blaastraining

De huisarts zal u vragen om op sommige momenten tijdens de training een plasdagboek in te vullen. Zo is te zien of de blaastraining helpt.

U spreekt met de huisarts af wat u in het dagboek opschrijft, bijvoorbeeld:

  • op welke tijden u voelt dat u moet plassen
  • op welke tijden u de plas niet kan ophouden totdat u bij de wc bent
  • op welke tijden u heeft geplast

Leg het dagboek op een plek waar u het goed kunt zien. Bijvoorbeeld op de wc. Dan denkt u eraan om het in te vullen.
U kunt ook een dagboek-blaadje bij u hebben.

Neem het ingevulde dagboek mee voor controle bij uw huisarts.

Hulp bij blaastraining

Hulp bij blaastraining

Huisarts

Uw huisarts kan u steunen bij blaastraining. U krijgt meestal 2 controles: na 2 weken en na 6 weken. Tijdens de controles bespreekt u hoe het gaat met de blaastraining en of u merkt dat uw klachten minder worden. En de huisarts moedigt u aan om de oefeningen vol te houden.

Voor de controle na 6 weken kunt u het beste ook een plasdagboek meenemen. Vul in de 3 dagen voor deze controle het plasdagboek in. Neem dit mee naar de afspraak. U kijkt dan samen of uw klachten minder zijn geworden.

Er is ook een app voor op uw telefoon of tablet die kan helpen: URinControl. De app vraagt om een paar persoonlijke gegevens. U krijgt dan herinneringen voor de oefeningen.

Bekken-fysiotherapeut

U kunt ook naar een bekken-fysiotherapeut gaan. Bijvoorbeeld:

  • als u moeite heeft om de spieren waarmee u uw plas ophoudt (uw bekkenbodem-spieren) aan te spannen en te ontspannen
  • als uw klachten na 6 weken oefenen niet veel minder zijn
  • als u dat zelf wilt of als uw huisarts dat goed voor u lijkt

De bekken-fysiotherapeut:

  • geeft uitleg en tips over hoe u de oefeningen moet doen
  • zegt meteen of u de oefeningen goed doet en geeft extra uitleg als het nodig is
  • moedigt u aan om de oefeningen vol te houden

Om te weten of uw bekkenbodem-spieren slap zijn, kan de bekkenbodem-fysiotherapeut u onderzoeken. Dit onderzoek gaat via de vagina. De fysio gebruikt dan soms een apparaatje om de spanning in uw spieren te meten of beter te maken.
De bekken-fysiotherapeut legt dit onderzoek eerst uit en vraagt dan of u het goed vindt om dit onderzoek te krijgen. Het hoeft niet, als u dit niet wilt.

Medicijnen

Medicijnen bij blaastraining

Heeft de blaastraining na 3 maanden nog niet genoeg geholpen? Dan kunt u een medicijn krijgen: tolterodine. Dit medicijn ontspant de wand van uw blaas, waardoor u minder vaak moet plassen.

U kunt nadenken of u dit medicijn wilt. Er zijn voordelen en nadelen. Het medicijn kan helpen, maar we weten niet zeker of dit blijft. En niet iedereen mag het medicijn gebruiken.
Dit medicijn geeft ook bijwerkingen, zoals hoofdpijn, een droge mond en niet goed kunnen poepen.

Veel mensen stoppen na een aantal weken of maanden met dit medicijn. Omdat het niet genoeg helpt of omdat ze last hebben van de bijwerkingen.

Bespreek het met uw huisarts en kies samen wat het beste bij u past.

Hielp de blaastraining wel een beetje? Blijf dan naast de medicijnen ook de oefeningen doen.

tolterodine

Tolterodine ontspant de spieren van de blaas.

Artsen schrijven het voor bij urine-incontinentie.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder bij blaastraining?

De blaastraining helpt als u minder vaak moet plassen en minder vaak plas verliest voordat u bij de wc bent. Bij veel mensen lukt dat.

  • Zijn uw klachten minder? Ga dan door met de blaastraining. Blijf elke dag oefenen, zodat de klachten niet terugkomen.
  • Zijn uw klachten weg? Blijf dan ook oefeningen doen. Dit hoeft wel minder vaak. U merkt zelf hoe vaak het nodig is.
  • Waren uw klachten weg en komen ze weer terug? Doe de oefeningen dan weer vaker. Het kan helpen om (weer) een paar keer naar de bekken-fysiotherapeut te gaan. Dan kunt u de oefeningen samen herhalen totdat u zelf weer verder kunt.
  • Gaat het nog niet beter na 6 weken? Dan kan de huisarts u naar een bekken-fysiotherapeut sturen.
Wanneer bellen

Wanneer bellen bij blaastraining?

Maak een afspraak met uw huisarts:

  • als u de blaastraining moeilijk vindt en u het fijn vindt dat iemand u steunt
  • als u de blaastraining 3 maanden heeft gedaan
Meer informatie
Deze tekst is aangepast op
NHG

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?