Ik heb polyneuropathie en denk na over een behandeling

In het kort

In het kort

  • Is er een duidelijke oorzaak voor uw polyneuropathie, zoals alcohol of suikerziekte? Dan helpt uw arts u om daar iets aan te doen.
  • Met een pijndagboek kunt u onderzoeken wanneer uw pijn minder of erger is.
  • Genoeg slaap, bezig zijn met iets anders en ontspanning kunnen helpen om minder pijn te ervaren.
  • Een fysiotherapeut kan helpen bij bewegen en een ergotherapeut om zo veel mogelijk zelf te blijven doen.
  • Bespreek met uw arts of u medicijnen wilt proberen. Medicijnen helpen niet bij iedereen goed en geven vaak bijwerkingen.
Wat is het

Wat is polyneuropathie?

Bij polyneuropathie is er schade aan uw zenuwen. Zenuwen zijn een soort ‘draden’ in uw hele lichaam die seintjes doorgeven.

Sommige zenuwen geven seintjes aan uw spieren, zodat u kunt bewegen. Andere zenuwen geven seintjes naar uw hersenen, zodat u kunt voelen.

Bij schade aan uw zenuwen heeft u pijn of een ander gevoel in delen van uw lichaam. Meestal begint het met de voeten en onderbenen.

Bij polyneuropathie is er schade aan meer zenuwen, aan beide kanten van uw lichaam. U heeft dus last van allebei uw voeten of benen.

Meestal ontstaan de klachten bij mensen die ouder zijn dan 50 jaar.

Adviezen

Wat kan ik zelf doen bij polyneuropathie?

Omgaan met de pijn

  • Het helpt vaak als u weet dat de pijn niet gevaarlijk is. Het maakt uw lichaam niet kapot. Daar hoeft u zich dus geen zorgen over te maken.
  • Vertel dit ook aan de mensen om u heen. Als zij minder bezorgd zijn, heeft u vaak ook minder spanning. Steun van familie, vrienden en collega’s kan heel veel helpen.
  • Als u zich somber, bang of boos voelt over de pijn, kan dit de pijn erger maken. Praat over uw pijn met uw partner, vrienden of familie. Het is vaak prettig. En het kan de mensen om u heen helpen om u beter te begrijpen.
    Bespreek het ook met uw huisarts. Zo nodig kan een psycholoog u steunen.
  • Praat met andere mensen met polyneuropathie. Het is vaak fijn om te praten met mensen die precies weten hoe u zich voelt. U kunt ze bijvoorbeeld leren kennen via Spierziekten Nederland.
  • U kunt een online cursus doen over omgaan met pijn, bijvoorbeeld Omgaan met pijn van Spierziekten Nederland.
  • Geven uw klachten problemen op het werk? Bespreek het dan met uw werkgever en de bedrijfsarts. Misschien zijn er aanpassingen op het werk mogelijk waardoor u minder last heeft van de pijn.
  • Is de pijn heftig of heeft u lange tijd pijn? Wordt de pijn erger of komt hij steeds terug? Ga dan naar uw huisarts. Samen kunt u onderzoeken wat uw pijn minder of erger maakt. U kunt bijvoorbeeld een pijndagboek bijhouden.
  • Sommige mensen vinden het fijn om de pijnlijke plek warm te maken of juist koud. Dat kan helpen om de pijn even minder te maken.
  • Zorg ervoor dat u genoeg slaapt.
  • Bezig zijn met iets anders en ontspanning kunnen ervoor zorgen dat u minder pijn ervaart. De pijn gaat niet weg, maar u heeft er minder last van.
  • Probeer door te gaan met wat u normaal ook deed elke dag. Als dat moeilijk wordt, neem dan pauzes tussen uw activiteiten.
  • Blijf bewegen voor zo ver dat kan. Bijvoorbeeld elke dag een halfuur wandelen of fietsen. Ook als u pijn heeft. Zo blijft u fit en sterk. Krijgt u meer pijn van bewegen? Doe het dan rustiger aan. Een fysiotherapeut kan u helpen een beweegplan te maken.

Omgaan met andere klachten

  • Kramp:
    Minder alcohol en koffie drinken kan zorgen voor minder vaak kramp.
    Als u toch kramp heeft, rek dan de spier waarin u kramp heeft.
  • Pijnlijke plekken of wondjes op uw voeten:
    • Loop niet op blote voeten.
    • Knip uw teennagels recht en niet te kort.
    • Zorg ervoor dat uw schoenen niet knellen. Let daar goed op als u nieuwe schoenen koopt.
    • Houd uw schoenen ondersteboven voordat u ze aantrekt. Zo weet u zeker dat er niets in zit.
    • Neem geen voetbad als u wondjes heeft. De wondjes genezen dan minder goed.
    • Bekijk uw voeten regelmatig. Ook de onderkant, bijvoorbeeld met een spiegel.
      Ziet u wondjes, of een andere kleur of vorm? Bel dan uw huisarts.
  • Problemen met lopen of slappe spieren:
    Een therapeut kan u advies geven. Bijvoorbeeld een fysiotherapeut of ergotherapeut.
Behandeling oorzaak

Iets doen aan de oorzaak van polyneuropathie

Heeft uw polyneuropathie een duidelijke oorzaak? Dan maakt u met uw arts eerst een plan om iets aan die oorzaak te doen. Bijvoorbeeld:

  • bij suikerziekte (diabetes mellitus type 1 en type 2): een gezonde leefstijl en zorgen dat uw bloedsuiker niet te vaak te hoog of te laag is
  • bij te veel alcohol drinken: stoppen met alcohol
    • bij chemotherapie: Als u chemotherapie krijgt, kunt u daar niet zomaar mee stoppen. Soms krijgt u minder sterke of andere chemo-medicijnen. Bij sommige mensen helpt oefentherapie om de klachten iets minder te maken.
    • bij te veel of te weinig vitamines:
      • Bij te veel vitamine B6: stoppen met energiedrankjes of vitaminepillen met vitamine B6.
      • Bij te weinig vitamine B12, foliumzuur of B1: bijvoorbeeld gezonder eten of vitamines nemen met pillen of prikken. Bespreek dit met uw huisarts. Het is belangrijk dat u alleen de vitamines neemt waarvan u te weinig heeft.
    • bij andere stofwisselingsziektes, zoals ziektes van de nieren of schildklier:

    Als u iets aan de oorzaak doet, kunt u er mogelijk voor zorgen dat de klachten niet erger worden. Soms helpt het ook om de klachten minder te maken.

    foliumzuur

    Foliumzuur wordt ook wel vitamine B11 genoemd. Het is vooral aanwezig in groenten en volkorenproducten.

    Foliumzuur speelt een belangrijke rol in het lichaam. Het is bijvoorbeeld nodig voor de aanmaak van de rode bloedcellen en voor de werking van de zenuwen. Bovendien is het zeer belangrijk voor de ontwikkeling van het zenuwstelsel van de ongeboren baby.

    Ons lichaam kan foliumzuur niet zelf maken. Daarom moeten we het via ons voedsel binnenkrijgen. Foliumzuur verlaat het lichaam in kleine hoeveelheden via de urine. Om gezond te blijven, is daarom telkens een nieuwe hoeveelheid foliumzuur via het voedsel nodig.

    Het is te gebruiken om aangeboren afwijkingen te voorkomen bij zwangerschap en kinderwens, bij vitaminegebrek, bij bepaalde vormen van bloedarmoede en bij homocystinurie (een stofwisselingsziekte).

    Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

    vitamine B1

    Vitamine B1 (thiamine) is nodig om energie te halen uit ons eten. Ons lichaam kan vitamine B1 niet zelf maken. Daarom moeten we het binnenkrijgen via ons eten.

    Vitamine B1wordt een klein beetje uitgeplast. Daarom heeft u steeds nieuwe vitamine B1 nodig om gezond te blijven. Soms krijgt u niet genoeg vitamines via uw eten.

    Vitamine B1 als medicijn is te gebruiken bij een tekort aan vitamine B1.

    Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

    vitamine B6

    Vitamine B6 (pyridoxine) is nodig om voedingsstoffen in een bruikbare vorm om te zetten. Ons lichaam kan vitamine B6 niet zelf maken. Daarom moeten we het via ons voedsel binnenkrijgen.

    Vitamine B6 verlaat het lichaam in kleine hoeveelheden via de plas. Om gezond te blijven, is daarom telkens een nieuwe hoeveelheid vitamine B6 via het voedsel nodig. Soms is de hoeveelheid vitamines in het voedsel niet voldoende.

    Vitamine B6 is te gebruiken bij vitaminegebrek. Het wordt door artsen ook voorgeschreven bij misselijkheid en braken bij zwangerschap. En bij de stofwisselingsziekten primair hyperoxalurie en homocystinurie. En bij een vorm van bloedarmoede.

    Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
    Andere behandelingen

    Behandeling van polyneuropathie

    Is er geen duidelijke oorzaak gevonden voor uw polyneuropathie? Of heeft u daar al iets aan gedaan? Dan bespreekt u met uw arts of een behandeling kan helpen.

    Er is nog geen medicijn dat polyneuropathie geneest. Er zijn wel behandelingen die de pijn en andere klachten minder kunnen maken. Vaak helpt een gezonde leefstijl samen met begeleiding en medicijnen het best.

    De meeste behandelingen hebben voor- en nadelen. Bespreek met uw arts wat u belangrijk vindt in het leven en wat u graag wilt (blijven) doen.

    Begeleiding om u beter en sterker voelen (revalidatie)

    Bij veel mensen helpt begeleiding om minder last te hebben van de klachten. De klachten zijn bij iedereen anders, dus de begeleiding ook.

    Uw arts kan u doorsturen naar 1 of meer therapeuten, bijvoorbeeld een therapeut die:

    • u helpt met bewegen (een fysiotherapeut of oefentherapeut)
    • u helpt om zo veel mogelijk zelf te blijven doen en uw dagelijkse leven zo fijn mogelijk te maken (een ergotherapeut en/of maatschappelijk werker)
    • u helpt om te gaan met alle emoties (een psycholoog)
    • u helpt om gezond te eten (een diëtist)

    Medicijnen tegen de pijn

    Zenuwpijn is lastig te behandelen. Medicijnen helpen bij veel mensen, maar niet bij iedereen.
    Medicijnen kunnen de pijn alleen minder maken. De pijn gaat nooit helemaal weg.

    Vaak duurt het dagen tot weken voor de medicijnen beginnen te werken.
    Soms helpt een medicijn niet bij u. Dan kunt u een ander middel proberen.

    Vaak hebben medicijnen tegen zenuwpijn vervelende bijwerkingen. U begint daarom met een kleine hoeveelheid. Langzaam gaat u steeds iets meer gebruiken. Hierdoor heeft u minder kans op bijwerkingen.

    Medicijnen bij polyneuropathie:

    • Amitriptyline, nortriptyline, duloxetine of venlafaxine. De bijwerkingen die het meest voorkomen zijn droge mond, sufheid, misselijkheid en hoofdpijn.
    • Gabapentine of pregabaline. Bijwerkingen zijn moeheid, duizeligheid, hoofdpijn en soms in de war zijn.
    • Sterkere pijnstillers, zoals tramadol of morfine. Artsen raden dit niet zo vaak aan. Deze medicijnen hebben namelijk veel bijwerkingen en kunnen verslavend zijn. Heeft of had u moeite om te stoppen met roken of alcohol? Of heeft u last van angsten of depressies? Dan kunt u deze pijnstillers beter niet gebruiken.
    • Bij pijn op 1 plek helpt bij sommige mensen een pleister met lidocaïne. Dit kan tijdelijk een verdoofd gevoel geven. Soms krijgt u een crème met capsaïcine (een stof uit peper). Dit maakt de plek minder gevoelig na 1 tot 2 weken. U heeft in het begin vaak een branderig gevoel en een rode, pijnlijke huid.

    U kunt bij pijn op 1 plek ook een apparaatje dragen met plakkers op uw huid. Dat apparaatje geeft kleine schokjes. De schokjes geven afleiding van de pijn en kunnen helpen om uw spieren te ontspannen. Dit heet TENS.

    Helpen de medicijnen niet goed of hebben ze te veel bijwerkingen? Uw arts bespreekt dan met u of een andere behandeling misschien geschikt is voor u.

    amitriptyline

    Amitriptyline hoort tot de groep tricyclische antidepressiemiddelen. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid natuurlijk voorkomende stoffen die een rol spelen bij stemmingen en emoties.

    Artsen schrijven het voor bij depressie, posttraumatische stressstoornis, pijn door een zenuw en bedplassen. Ook bij spierpijn bij fibromyalgie, hoofdpijn. En soms bij maagklachten, prikkelbare-darmsyndroom met veel pijn, en slapeloosheid bij iemand die niet meer beter wordt (palliatieve zorg). En bij migraine en te veel speeksel bij ALS.

    Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

    duloxetine

    Duloxetine is een antidepressivum. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid natuurlijk voorkomende stoffen die een rol spelen bij stemmingen en emoties.

    Het werkt ook rechtstreeks op de spieren rond de urinebuis en heeft effecten op zenuwpijn.

    Artsen schrijven duloxetine voor bij depressiviteit, urine-incontinentie, zenuwpijn, angstgevoelens, gespannenheid en spierpijn bij fibromyalgie.

    Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

    gabapentine

    Gabapentine beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen.

    Artsen schrijven het voor bij epilepsie en bij zenuwpijn.
    Ze schrijven het soms voor bij het complex regionaal pijnsyndroom (CRPS, ook wel posttraumatische dystrofie genoemd), pijn na een operatie, voortdurende hik, spierkrampen, rusteloze benen en om opvliegers tegen te gaan na de behandeling van borstkanker.

    Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

    morfine

    Morfine is een sterke pijnstiller. Het hoort bij een groep stoffen genaamd opiaten. Deze stoffen lijken allemaal op morfine.

    Artsen schrijven het voor bij plotselinge ernstige pijn, zoals pijn na een operatie, ernstige verwonding, pijn na een hartinfarct of koliekpijn. Ook bij langdurige hevige pijn, zoals pijn bij kanker.

    Artsen schrijven het ook voor bij ernstige benauwdheid door een hart dat minder goed pompt (hartfalen) en bij zorg voor mensen die niet meer beter worden (palliatieve zorg).

    Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

    nortriptyline

    Nortriptyline behoort tot de groep tricyclische antidepressiemiddelen. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid natuurlijk voorkomende stoffen die een rol spelen bij stemmingen en emoties.

    Artsen schrijven het voor bij depressie, zenuwpijn, rookverslaving, maagklachten en prikkelbare-darmsyndroom.

    Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

    pregabaline

    Pregabaline beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen.

    Artsen schrijven het voor bij zenuwpijn, epilepsie en angstgevoelens en gespannenheid. Ze schrijven het soms voor bij voortdurende hik, bij rusteloze benen en bij pijn na een operatie.

    Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

    tramadol

    Tramadol is een morfineachtige pijnstiller (opiaat). Het heeft een sterke pijnstillende werking.

    Artsen schrijven het voor bij plotselinge of langdurige hevige pijn. Soms schrijven artsen het voor bij seksuele stoornissen (voortijdige zaadlozing).

    Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

    venlafaxine

    Venlafaxine is een antidepressivum. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. Venlafaxine verbetert de stemming en vermindert angsten.

    Venlafaxine heeft ook een lichte invloed op norepinefrine (noradrenaline) en dopamine, twee andere natuurlijke stoffen met effect op de stemming.

    Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een sociale fobie, paniekstoornis, dwangstoornis en posttraumatische stressstoornis.

    Het wordt ook gebruikt bij opvliegers tijdens de overgang en bij pijn door schade aan een zenuw (zenuwpijn).

    Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
    Wie behandelt mij

    Wie behandelt mij bij polyneuropathie?

    • Heeft u suikerziekte, drinkt u te veel alcohol of krijgt u chemotherapie? Dan herkent uw huisarts of uw arts in het ziekenhuis vaak uw klachten. Vaak begeleidt uw eigen arts u bij de behandeling, samen met andere therapeuten of de revalidatiearts.
    • Is er twijfel over de oorzaak? Of twijfel over of uw klachten wel polyneuropathie zijn? Dan stuurt uw huisarts u door naar een arts die expert is in ziektes van de zenuwen (een neuroloog).
    • Uw huisarts of neuroloog bespreekt met u welke behandelingen er mogelijk zijn. Hij of zij helpt u meestal ook bij een behandeling kiezen of veranderen. Zo nodig stuurt hij of zij u door naar een therapeut of een revalidatiearts.
    • Bij sommige klachten bespreekt uw neuroloog dit met experts in polyneuropathie (van een neuromusculair centrum). Bijvoorbeeld als uw klachten snel erger worden, u moeilijk gaat lopen of als u ineens erge pijn heeft gekregen. Of als uw soort polyneuropathie heel weinig voorkomt. Het kan zijn dat een arts van dit centrum u dan begeleidt bij de behandeling.
    Hoe gaat het verder

    Hoe gaat het verder bij polyneuropathie?

    Polyneuropathie gaat nooit helemaal over. U blijft er dus uw hele leven last van hebben. Er kunnen periodes zijn dat u er meer of minder last van heeft.

    Het kan zijn dat uw spieren steeds slapper worden door de schade aan uw zenuwen. Dan heeft u soms een hulpmiddel nodig. Bijvoorbeeld een spalk om te kunnen blijven lopen.
    Uw revalidatiearts, fysiotherapeut of ergotherapeut kan een hulpmiddel regelen en u helpen met hoe u het gebruikt.

    Meer informatie
    Deze tekst is aangepast op
    FMS

    Vond je deze informatie nuttig?

    Vond je deze informatie nuttig?
    Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?