Ik heb een thymus-carcinoom en ik krijg een behandeling

Om beter te worden krijg je bij een thymus-carcinoom meestal een operatie.

Voor de operatie

Soms krijg je voor de operatie chemotherapie. Chemotherapie is een behandeling met medicijnen. Deze medicijnen kunnen kankercellen kapotmaken en het thymus-carcinoom kleiner maken. De arts kan het thymus-carcinoom zo beter weghalen.

Zo gaat de operatie

Je wordt met medicijnen in slaap gebracht. Dit heet narcose. Je merkt dan niets van de operatie. De arts kan de operatie op deze manieren doen:

• met een kijkoperatie
  Bij een kijkoperatie krijg je kleine sneetjes in je borst. De arts brengt dan via kleine sneetjes buisjes in je borst. Via deze buisjes wordt een kleine camera in je borst gebracht. En dingen die de arts nodig heeft bij de operatie, zoals een schaartje en een tangetje. Daarmee haalt de arts je thymus en het thymus-carcinoom weg. Soms kan dit ook met een robot. De arts bestuurt dan de armen van de robot, en kan zo heel precies je thymus en het thymus-carcinoom weghalen.
• via je borstbeen
  Als je geen kijkoperatie kunt krijgen, kan de arts je borstbeen openmaken. Je borstbeen is het bot in het midden van je borstkas. Zo kan de arts bij je thymus en het thymus-carcinoom komen en het weghalen. Je borstbeen groeit na de operatie weer aan elkaar.
• via een deel van je borstkas
  Zit het thymus-carcinoom in een deel van je borstkas? Dan kan de arts een deel van je borstkas openmaken en tussen 2 ribben door je thymus en het thymus-carcinoom weghalen.

Soms moet de arts tijdens de operatie bijvoorbeeld ook een stukje van je longen of van je longvlies weghalen. Dit is nodig als het thymus-carcinoom ook daar naartoe is gegaan.

Bij chemotherapie krijg je medicijnen die de kankercellen in je lichaam kapotmaken. Je krijgt deze medicijnen via een slangetje in je bloedvat (infuus). Soms kun je de medicijnen ook als pillen krijgen. Je krijgt meestal een paar keer chemotherapie, met pauzes ertussen zodat je lichaam kan herstellen.

Bijwerkingen

Chemotherapie kan bijvoorbeeld deze bijwerkingen geven:

• Je bent misselijk.
• Je hebt minder trek in eten.
• Je bent moe.
• Je verliest haar.
• Je hebt meer kans op ontstekingen.
• Je hebt sneller blauwe plekken of bloedingen.

Tegen sommige bijwerkingen kunnen medicijnen helpen. Bijvoorbeeld tegen misselijk zijn. De meeste klachten gaan na de behandeling vanzelf weer over. Van sommige klachten kun je langer last blijven houden. Bijvoorbeeld van moe zijn.

Om beter te worden bij een thymus-carcinoom krijg je bijna altijd bestraling. Dit kan na de operatie zijn of in plaats van de operatie.

Bestraling maakt de kankercellen kapot. Je ligt bij deze behandeling op een tafel terwijl een apparaat om je heen draait. Dit apparaat geeft straling door je huid op de plek van het thymus-carcinoom. Je krijgt de bestraling meestal 5 keer per week. Dit duurt meestal een paar weken.

Bijwerkingen

Je kunt bijvoorbeeld last hebben van deze bijwerkingen:

• Je hebt moeite met slikken.
• Je hebt pijn bij het slikken.
• Je huid is rood of donkerder.
• Je hebt een kriebelhoest.
• Je bent benauwd.
• Je bent moe.

Chemotherapie met bestraling

Soms kun je bestraling samen met chemotherapie krijgen. Dit heet chemo-radiatie. Door de chemotherapie werkt de bestraling nog beter. De arts bespreekt met je of dit bij jou kan.