In het kort

  • Bespreek met je arts wat het beste bij jou past: het medicijn blijven gebruiken of stoppen.
  • Je arts maakt samen met jou een afbouw-schema.
  • Na elke afbouw-stap kun je stop-klachten krijgen. Bijvoorbeeld een grieperig gevoel of duizelig zijn. Binnen een week is dat meestal over.
  • Je arts bespreekt regelmatig met je hoe het gaat. 

Stoppen of doorgaan met medicijnen tegen angst?

Je slikt een medicijn tegen angst. Bijvoorbeeld , , of .
Als het beter met je gaat, kun je vaak het beste nog minstens een half jaar doorgaan met het medicijn. Dat geeft minder kans dat je klachten terugkomen. Soms is het beter om nog 1 jaar of langer door te gaan met het medicijn.

Dit kun je doen als je wilt stoppen met een medicijn tegen angst:

  • Maak een afspraak met je arts.
  • Bespreek samen wat het beste bij jou past: het medicijn blijven gebruiken of stoppen.
  • Je arts helpt je bij het stoppen. Dan heb je minder kans dat je stop-klachten krijgt.

citalopram

Citalopram behoort tot de serotonineheropnameremmers ofwel SSRI's. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine.

Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.

Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een dwangstoornis, paniekstoornis, specifieke fobie (angst) en posttraumatische stressstoornis. Soms wordt citalopram ook gebruikt bij voortijdige zaadlozing, premenstrueel syndroom en bij prikkelbare-darmsyndroom.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

escitalopram

Escitalopram behoort tot serotonine-heropnameremmers ofwel SSRI's.
Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.

Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een dwangstoornis, paniekstoornis, sociale angststoornis, specifieke fobie en posttraumatische stressstoornis. Verder bij prikkelbaredarmsyndroom en premenstrueel syndroom.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

fluoxetine

Fluoxetine behoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI's.
Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.

Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals dwangstoornis (OCD), paniekstoornis, sociale fobie en posttraumatische stressstoornis. Het wordt ook gebruikt bij boulimia nervosa, bij bepaalde menstruatieklachten (namelijk het premenstrueel syndroom), bij voortijdige zaadlozing, bij narcolepsie (slaapziekte) en bij prikkelbare-darmsyndroom.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

sertraline

Sertraline hoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI's. Dit zijn medicijnen tegen depressie. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine.

Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.

Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals sociale angststoornis, specifieke fobie, dwangstoornis, paniekstoornis en posttraumatische stressstoornis.
Het wordt ook gebruikt bij bepaalde menstruatieklachten (premenstrueel syndroom), bij bepaalde soorten jeuk en bij seksuele stoornissen (vroegtijdige zaadlozing).

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

Hoe kun je stoppen met medicijnen tegen angst?

Hoe je kunt stoppen, hangt af van welk medicijn tegen angst je slikt:

  • Bij de meeste medicijnen stop je in stappen. Dat betekent dat je steeds iets minder slikt van het medicijn. Artsen noemen dit afbouwen. Elke keer als je minder van het medicijn slikt, moet je lichaam daaraan wennen. Dat kost tijd. Als het te snel gaat, kun je stop-klachten krijgen.
  • Sommige medicijnen verdwijnen heel langzaam uit je lichaam. Zo langzaam dat afbouwen in stappen niet nodig is. Bijvoorbeeld bij het medicijn .
    Het kan ook zijn dat je al zo weinig medicijn slikt dat er geen kleinere afbouw-stappen nodig zijn. In deze situaties kun je in 1 keer stoppen. Vraag dit altijd eerst aan je arts.

Slik de pillen niet 1 dag wel en 1 dag niet. Dat geeft een grotere kans op klachten doordat je stopt.

fluoxetine

Fluoxetine behoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI's.
Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.

Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals dwangstoornis (OCD), paniekstoornis, sociale fobie en posttraumatische stressstoornis. Het wordt ook gebruikt bij boulimia nervosa, bij bepaalde menstruatieklachten (namelijk het premenstrueel syndroom), bij voortijdige zaadlozing, bij narcolepsie (slaapziekte) en bij prikkelbare-darmsyndroom.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

Wat kun je merken als je stopt met een medicijn tegen angst?

Als je opeens stopt met een medicijn tegen angst, kun je klachten krijgen. Of als je te snel minder van het medicijn slikt.
Volg daarom jouw afbouw-schema. Dan heb je minder kans op stop-klachten.

Dit zijn stop-klachten die mensen het vaakst krijgen:

  • een grieperig gevoel: spierpijn, hoofdpijn, moe en geen zin in eten
  • moeilijk in slaap vallen en 's nachts vaak wakker worden
  • misselijk zijn
  • duizelig zijn
  • minder of andere dingen voelen op je huid, je huid prikt bijvoorbeeld
  • je onrustig voelen

Een afbouw-schema dat bij jou past

Je bespreekt met je arts hoe snel je gaat stoppen: met een gewoon schema of een langzamer schema.

Gewoon afbouw-schema

Hierbij stop je in een paar stappen. Je slikt steeds de helft minder medicijn.

Langzamer afbouw-schema

Hierbij bouw je af in een heleboel kleine stapjes. Dat past beter bij je bij 1 of meer van deze dingen:

  • Je slikt veel medicijn per dag.
  • Je hebt al een keer geprobeerd op te stoppen, maar dat is niet gelukt.
  • Je bent wel eens een dag een pil vergeten en kreeg toen stop-klachten.

Je arts maakt samen met jou een schema dat bij jou past. Dat schema verschilt per medicijn en per persoon.

Je arts vraagt de apotheker om te helpen bij het stoppen. Bijvoorbeeld door voor jou pillen te bestellen met minder medicijn erin. Soms maakt de apotheker die pillen zelf.

Voorbeeld afbouw-schema citalopram

Bij het medicijn kan een gewoon afbouw-schema er zo uitzien:

  • Stap 1: slik je meer dan 20 milligram per dag? Dan bouw je je medicijn eerst af tot je 20 milligram op een dag slikt.
  • Stap 2: je slikt 20 milligram per dag. Dat doe je 2 weken of langer. Je spreekt met je arts af hoe lang.
  • Stap 3: je slikt 10 milligram per dag. Dat doe je 4 weken of langer. Je spreekt met je arts af hoe lang. Daarna stop je.

Het langzamere schema bij citalopram kan er uitzien zoals hieronder. Hoe lang een stap duurt, spreek je af met je arts. Bijvoorbeeld 2 weken of 1 maand.

  • Stap 1: je slikt elke dag 20 milligram.
  • Stap 2: je slikt elke dag 10 milligram.
  • Stap 3: je slikt elke dag 6 milligram.
  • Stap 4: je slikt elke dag 4 milligram.
  • Stap 5: je slikt elke dag 3 milligram.
  • Stap 6: je slikt elke dag 2 milligram.
  • Stap 7: je slikt elke dag 1 milligram.
  • Stap 8: je slikt elke dag 0,5 milligram.
  • Stap 9: je slikt het medicijn niet meer.

citalopram

Citalopram behoort tot de serotonineheropnameremmers ofwel SSRI's. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine.

Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.

Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een dwangstoornis, paniekstoornis, specifieke fobie (angst) en posttraumatische stressstoornis. Soms wordt citalopram ook gebruikt bij voortijdige zaadlozing, premenstrueel syndroom en bij prikkelbare-darmsyndroom.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

Adviezen bij stop-klachten

Adviezen als je stop-klachten krijgt:

Accepteren

Stop-klachten gaan vanzelf weer weg. Je lichaam moet wennen aan minder medicijn. Dat kost tijd.

Meestal beginnen stop-klachten binnen een paar dagen nadat je minder van het medicijn bent gaan slikken. Na een week zijn ze vaak over. Maar na elke volgende afbouw-stap kun je dus opnieuw een aantal dagen stop-klachten krijgen.
Het helpt om dat te weten. Omgaan met de stop-klachten gaat dan beter. Soms lukt dit toch niet goed. Overleg dan met je arts. Je arts kan je een recept geven voor kalmerings-pillen. Die kun je slikken als het nodig is.

Bij erge stop-klachten: weer iets meer medicijn

Heb je erge stop-klachten? Of zijn ze na een week niet weg?

  • Overleg met je arts. Je kunt het beste weer iets meer van je medicijn gaan slikken.
    De stop-klachten gaan dan vaak snel weg, binnen 24 uur. Als dat bij jou zo is, kun je vanaf dan verder gaan met een langzamer afbouw-schema. Je arts geeft je advies.
  • Zijn je klachten na een week nog niet weg? Vertel het je arts. Dan had je waarschijnlijk geen stop-klachten, maar klachten van de angststoornis die terugkomt. Als dat zo is, kun je beter doorgaan met de medicijnen.

Hoe gaat het verder met stoppen met medicijnen tegen angst?

Doe precies wat in het schema staat dat je van je arts hebt gekregen. Zorg ervoor dat je geen pillen vergeet.

Elke keer als je minder bent gaan slikken, kun je met je arts bespreken of dat goed gaat.

Bij de meeste mensen die gestopt zijn, blijven de klachten een jaar of langer weg.
Bij 3 van de 10 mensen die gestopt zijn, komen de klachten wel terug binnen een jaar.

Wanneer contact als je stopt met medicijnen tegen angst?

Maak een afspraak met je arts als je 1 of meer van deze klachten hebt:

  • Je hebt erge stop-klachten.
  • Je hebt meer dan een week stop-klachten.
  • Je denkt steeds vaker aan zelfmoord. Heb je nu hulp nodig? Kijk bij denken aan zelfmoord.
  • Na een paar maanden komen je angsten weer terug.

Meer informatie over angst en medicijnen

GGZ
NHG
Deze tekst is aangepast op