In het kort

  • Je huisarts kan onderzoeken of je astma hebt. Of hoe het met je astma gaat.
  • Je krijgt een blaastest om te zien hoe goed je longen werken.
  • Meestal mag je voor de blaastest geen medicijnen tegen astma gebruiken.
  • Bespreek met je huisarts wanneer je stopt met medicijnen.
  • Soms is er een extra test nodig om te weten of je astma hebt. 

Wanneer krijg je een onderzoek voor astma?

In deze 2 situaties krijg je bij je huisarts een onderzoek:

Je hebt misschien astma

Denkt je huisarts dat je misschien astma hebt? Dan doe je een blaastest (longfunctie-test). Zo is meestal te zien of je astma hebt. Soms is het nog niet duidelijk. Je kunt dan een extra onderzoek krijgen.

Je hebt astma

Je huisarts of de praktijkondersteuner controleert regelmatig hoe het gaat met je astma. Soms is dan weer een blaastest nodig. Bijvoorbeeld in deze situaties:

  • Je gebruikt medicijnen tegen astma. Toch heb je nog steeds klachten.
  • Je gebruikt sterke medicijnen tegen astma.
  • Je rookt.

Hoe bereid je je voor op een blaastest?

Voor de blaastest mag je meestal geen medicijnen tegen astma gebruiken. Je huisarts of de praktijkondersteuner vertelt wat je moet doen:

Je doet de blaastest voor de eerste keer

Sommige mensen gebruiken al medicijnen tegen astma voordat ze een blaastest hebben gedaan.

Gebruik je al medicijnen? Stop daarmee voor de blaastest. Je soort medicijn bepaalt wanneer je stopt:

  • Luchtweg-verwijder die kort werkt: stop 4 uur voor de blaastest.
    Bijvoorbeeld met het medicijn salbutamol of terbutaline.
  • Luchtweg-verwijder die lang werkt: stop 12 tot 48 uur voor de blaastest. De tijd hangt van je medicijn af.
    Bijvoorbeeld met het medicijn formoterol of salmeterol.
  • Ontstekings-remmer: stop het liefst 6 weken voor de blaastest.
    Bijvoorbeeld met het medicijn beclometason of budesonide.

Heb je toch een medicijn tegen astma gebruikt? Zeg dit voordat de blaastest begint.

Je hebt al eerder een blaastest gehad

Je bespreekt met je huisarts of de praktijkondersteuner of je moet stoppen met medicijnen. Meestal is dat niet nodig.

Hoe gaat een blaastest voor astma?

Je krijgt de blaastest in de huisartsen-praktijk, een huisartsen-laboratorium of in het ziekenhuis.

De praktijkondersteuner of verpleegkundige vertelt wat je moet doen:

  • Je krijgt een klemmetje op je neus.
  • Je doet het mondstuk van het blaas-apparaat in je mond. Je kunt blijven ademen.
  • Je ademt diep in en blaast hard uit. Dit doe je ongeveer 3 keer.
  • Soms adem je daarna een medicijn tegen astma in.
  • Daarna doe je de test nog een keer.

De test kan zwaar zijn. Je kunt je bijvoorbeeld duizelig voelen. Het hele onderzoek duurt meestal ongeveer 30 minuten.

Andere onderzoeken voor astma

Je kunt ook andere onderzoeken voor astma nodig hebben.

Test of je longen op prikkels reageren

Soms is na de blaastest niet duidelijk of je astma hebt. Je kunt dan een andere longtest krijgen in een huisartsen-laboratorium of ziekenhuis. Je huisarts stuurt je door.

Deze test gaat zo:

  • De test lijkt op een blaastest. Nu adem je een bepaald stofje in.
  • Je ademt diep in en blaast hard uit.
  • Je ademt steeds een beetje meer van het stofje in.
  • De test meet of je longen reageren op het stofje. Vaak is dan duidelijk of je astma hebt.
  • Tijdens de test kun je hoesten of je benauwd voelen. Tegen deze klachten kun je medicijnen krijgen.

Soms een onderzoek van je bloed op allergieën

Heb je astma? Soms kan je huisarts in je bloed zien of je allergisch bent. Bijvoorbeeld voor huisstofmijt, pollen of schimmels. Bij 1 of beide situaties kun je je bloed laten onderzoeken:

Hoe gaat het verder na onderzoek voor astma?

Je huisarts bespreekt de uitslag van de onderzoeken met je:

Je hebt astma

Heb je astma? Dan maak je samen met je huisarts of de praktijkondersteuner een plan. Zo leer je goed om te gaan met je astma. En zorg je dat je er zo weinig mogelijk last van hebt.

Je spreekt een paar dingen af. Bijvoorbeeld:

Je hebt geen astma

Heb je geen astma? Dan bespreek je met je huisarts waar je klachten door kunnen komen.

Meer informatie over astma

Over deze tekst

NHG
Deze tekst is aangepast op