Ik kies voor een operatie bij het carpaletunnelsyndroom

In het kort

In het kort

  • Bij een operatie bij het carpaletunnelsyndroom maakt de chirurg meer ruimte voor de zenuw in de hand.
  • De operatie gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving.
  • Er zitten risico’s aan de operatie. De kans op problemen is klein.
  • Bij het grootste deel van de patiënten verdwijnen de klachten na de operatie.
Wat is het

Hoe gaat een operatie bij het carpaletunnelsyndroom?

Het doel van een operatie bij het carpaletunnelsyndroom is om de tunnel groter te maken. Daardoor krijgt de zenuw meer ruimte en staat hij minder onder druk. Er zijn verschillende artsen die de operatie kunnen doen: een plastisch chirurg, algemeen chirurg (traumachirurg), neurochirurg of orthopedisch chirurg.

Verdoving

De operatie gebeurt meestal op de polikliniek. U ligt op een behandeltafel.

  • De arts geeft u eerst een verdoving. U krijgt een injectie in uw handpalm, in uw oksel of uw schouder. Dit kan een branderig gevoel geven. De verdoving werkt bijna meteen. U voelt geen pijn meer, maar u kunt wel voelen dat de arts bezig is.
  • Verder krijgt u een strakke band om uw bovenarm. Dit kan een pijnlijk, tintelend gevoel veroorzaken in uw hand en arm. Deze band gaat er direct na de operatie weer af.

Operatie

  • De chirurg maakt een snee in uw handpalm.
  • Dan snijdt hij het zogeheten dak van de tunnel door. Dat is een soort band die over de zenuw heen loopt. Daarna hecht hij de wond dicht.
  • U krijgt een stevig verband om uw hand.

De ingreep duurt meestal niet langer dan een kwartier.

Effect

Wat is de kans op succes van een operatie bij het carpaletunnelsyndroom?

  • Na 3 maanden hebben 70-80 van de 100 mensen die geopereerd zijn minder of geen klachten meer.
  • Na 6 maanden hebben 75-90 van de 100 mensen die geopereerd zijn minder of geen klachten meer.

Bij een klein deel van de patienten (5 van de 100) blijven de klachten bestaan. Bij blijvende klachten kan de chirurg u misschien nog een keer opereren.

Uw kans op verbetering na de operatie is groter als uw klachten ernstig zijn dan wanneer u weinig klachten heeft.

Uw kans op verbetering na een operatie is kleiner als u een van de volgende klachten heeft:

  • spierverlies in de duimmuis
  • klachten in beide handen
  • zenuwschade door diabetes mellitus (polyneuropathie).
Risico's

Wat zijn de risico’s bij een operatie bij het carpaletunnelsyndroom?

Een operatie geeft een kleine kans op:

  • een ontsteking bij de operatiewond;
  • een bloeding van de operatiewond;
  • napijn. U kunt tot 6 maanden na de operatie nog pijn hebben aan de binnenkant van uw pols. Het litteken kan ook een paar maanden gevoelig zijn;
  • beschadiging van een zenuw of pees zodat u uw hand niet meer goed kunt gebruiken;
  • een Complex Regionaal Pijn Syndroom (CRPS). U krijgt dan een gezwollen, pijnlijke hand. De kleur van de hand varieert van rood tot blauw. Uw hand kan heel koud of juist heel warm aanvoelen.

Er is ook een kans dat uw klachten blijven of terugkomen. Bij 5 op de 100 mensen die geopereerd zijn blijven de klachten bestaan. Dan kan de operatie herhaald worden.

Na de operatie

Na een operatie bij het carpaletunnelsyndroom

Is alles goed gegaan? Dan kunt u na de operatie direct naar huis. U kunt alleen niet zelf autorijden. Om uw hand zit een verband.

Pijnstillers

Tegen de pijn kunt u paracetamol nemen. Als dat niet helpt, kunt u uw arts om advies vragen.

Verband

De wond en het verband mogen niet nat worden.
De arts vertelt u wanneer u het verband eraf mag halen. Meestal is dat na 3 tot 5 dagen. U kunt als bescherming een gewone pleister op de wond plakken. Als het verband eraf is, mag u uw hand wassen. Ga nog niet in bad of in afwaswater met de hand voordat de hechtingen eruit zijn.

Controle en hechtingen

Meestal gebruikt de chirurg oplosbare hechtingen. Die hoeft u niet te laten verwijderen.

Na 10 tot 14 dagen gaat u naar de arts voor controle.

Hand belasten

  • U mag tot de eerste controle niet tillen.
  • Geneest de wond goed, dan mag u uw hand weer meer gaan belasten. Bouw dat rustig op en overleg hierover met uw arts. Bespreek ook met uw arts wat mogelijk is met sporten en hobby’s.
  • Bespreek met uw bedrijfsarts wanneer u uw werk weer kunt oppakken. Meestal kan dat na 2 tot 4 weken. Bespreek ook of er (tijdelijk) aanpassingen nodig zijn, bijvoorbeeld in uw taken of uw werkhouding.

paracetamol

Paracetamol werkt pijnstillend en koortsverlagend.

Het is te gebruiken bij verschillende soorten pijn zoals, hoofdpijn, migraine, koorts, griep, verkoudheid, keelpijn, bijholteontsteking, middenoorontsteking, oorpijn door gehoorgangontsteking, artrose, spierpijn, gewrichtspijn en menstruatieklachten.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder na een operatie voor het carpaletunnelsyndroom?

Na ongeveer 6 weken bespreekt u of de operatie heeft geholpen.

De tintelingen kunnen direct na de operatie al een stuk minder zijn. Heeft u een doof gevoel of krachtverlies in de hand door de zenuwbeklemming? Dan kan dat wat langer duren. Het kan ook zijn dat deze klachten niet helemaal weggaan. Dat geldt vooral als u er al maanden of jaren last van had.

Misschien wilt u ook aan uw andere hand geopereerd worden als u daaraan veel klachten heeft. Meestal kan dat 6 tot 12 weken na de eerste operatie.

Wanneer bellen

Wanneer contact opnemen met uw arts na een operatie?

Neem contact op met uw arts als:

  • het verband te strak zit
  • de wond pijn doet, de huid rond de wond rood is of als er pus uit de wond komt
  • u koorts krijgt
  • u andere verschijnselen heeft waar u zich zorgen om maakt
Meer informatie

Meer informatie over het carpaletunnelsyndroom

We hebben deze tekst gemaakt met:

Deze tekst is aangepast op
FMS

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?