In het kort
- Bij een delier raakt u in de war.
- U heeft een grotere kans op een delier als u bijvoorbeeld:
- eerder een delier heeft gehad
- problemen heeft met uw geheugen
- Om de kans op een delier kleiner te maken kunt u dit doen:
- genoeg eten en drinken
- uw bril en gehoorapparaten dragen
- het uw naasten vertellen als u in de war bent en zich onrustig voelt
Wat is een delier?
Bij een delier raakt u in de war. Dit kan onverwachts in een paar uur of een paar dagen gebeuren.
Meestal komt een delier door een ziekte, na een operatie, of door medicijnen.
Een delier komt vaker voor bij oudere mensen, bij mensen die problemen hebben met hun geheugen en bij mensen vlak voor hun overlijden.
Ook jongere mensen kunnen een delier krijgen, bijvoorbeeld als ze erg ziek zijn.
Een delier kan een paar dagen of een paar weken duren. Het kan het ene moment erger zijn dan het andere.
Wat merk ik bij een delier?
U gedraagt zich opeens anders dan normaal. U kunt last hebben van verschillende dingen:
- U bent in de war en praat onduidelijk.
- U kunt uw aandacht er niet bijhouden.
- U kunt niet goed meer logisch nadenken.
- U heeft gedachten die niet waar zijn (wanen).
- U ziet, hoort of ruikt dingen die er niet zijn (hallucinaties). U kunt daardoor personen of situaties niet vertrouwen.
- U weet niet waar u bent en u herkent personen niet.
- U bent heel rustig.
- U bent afwezig. U kijkt voor zich uit en u kunt moeilijk oogcontact maken.
- U reageert niet zoals u normaal reageert.
- U bent onrustig. Als u in het ziekenhuis ligt kunt u bijvoorbeeld trekken aan een infuus of katheter. Als u in bed ligt kunt u aan de lakens trekken of proberen uit bed te komen.
- U wordt snel boos of agressief.
- U wisselt snel van emoties en gevoelens.
- U slaapt overdag en bent ‘s nachts juist wakker.
Het gedrag is bij iedereen anders en kan ook wisselen. Iemand met een delier is het ene moment vaak erg rustig en het andere moment juist erg onrustig.
Wanneer is mijn kans op een delier groter?
Als 1 of meer van deze dingen voor u kloppen, heeft u een grotere kans op een delier:
- U heeft eerder een delier gehad.
- U heeft problemen met uw geheugen, bijvoorbeeld dementie.
- U kunt minder goed horen, zien of ruiken.
- U bent 70 jaar of ouder.
- U heeft een slechte conditie, u bent erg ziek en zwak en u eet of drinkt niet meer.
- U heeft niet lang meer te leven.
Hoe kan ik een delier voorkomen?
U kunt een paar dingen doen om een delier te voorkomen:
- Eet en drink genoeg.
- Draag uw bril en gehoorapparaten, als u deze heeft.
- Bent u in de war en onrustig of bang? Vertel dit dan aan uw arts of aan iemand die u goed kent.
Als u bent opgenomen in het ziekenhuis kunnen deze dingen u helpen:
- Vertel het uw arts als u ooit eerder een delier heeft gehad.
- Vertel het uw arts als u problemen heeft met uw geheugen.
- Probeer als het kan om een paar keer per dag uit bed te komen.
- Neem een paar vertrouwde spullen van huis mee, bijvoorbeeld uw horloge, kalender, foto’s, boek, muziek en eigen kussen.
- Neem genoeg kleding mee die u normaal ook aanheeft. Probeer overdag uw gewone kleding te dragen en ’s nachts uw nachtkleding, zoals een pyjama.
- Kies een vertrouwd persoon die bij u langs kan komen in het ziekenhuis als u in de war bent. Als u wilt kan die persoon ook ’s nachts bij u op de kamer slapen (rooming-in).
Wanneer moet ik een arts bellen bij een delier?
Bel direct de huisarts, huisartsenpost of iemand die u goed kent als 1 van deze dingen voor u klopt:
- U merkt dat u opeens in de war bent, of andere klachten heeft van een delier.
- U bent al langer een beetje in de war (bijvoorbeeld door dementie) en ineens wordt dat veel erger.
Hoe eerder een delier wordt ontdekt, hoe beter.
Meer informatie over een delier
We hebben deze tekst gemaakt met: