Ik heb een dissociatieve stoornis
In het kort
- Klachten bij een dissociatieve stoornis zijn bijvoorbeeld:
- De wereld om je heen voelt raar, alsof je er niet bij hoort.
- Het voelt alsof je uit verschillende personen bestaat.
- Je vergeet dingen. Ook belangrijke, dagelijkse dingen.
- Je hoort stemmen in jezelf.
- Het kan komen door nare dingen die je hebt meegemaakt als kind.
- Psychotherapie, medicijnen en EMDR kunnen helpen.
- Een dissociatieve stoornis kan overgaan. Of je kunt leren er beter mee om te gaan.
Wat is een dissociatieve stoornis?
Een dissociatieve stoornis is een psychische ziekte. Het voelt alsof je soms ‘losraakt van jezelf of van de omgeving’. Dit heet dissociatie. Alles om je heen lijkt bijvoorbeeld vreemd of wazig. Of het voelt alsof je lichaam niet van jezelf is.
We denken dat mensen die vaak en lang losraken (dissociëren), zo proberen te ‘ontsnappen’ aan nare herinneringen of gebeurtenissen. Dingen die zó heftig zijn dat je er niet op een andere manier mee kunt omgaan. Bijvoorbeeld erge dingen die je als kind hebt meegemaakt.
Het is een automatische reactie, een manier om jezelf te beschermen. Maar wel een manier waar je veel last van kunt hebben. En waar je erg van in de war kunt raken.
Bij een dissociatieve stoornis heb je in elk geval deze 3 problemen:
- Je hebt er vaak last van.
- Je hebt er geen controle over.
- Het brengt je gewone leven in de war.
Wat merk je bij een dissociatieve stoornis?
Door een dissociatieve stoornis kun je dit merken:
- Je geheugen werkt niet goed.
Soms ben je kleine dingen vergeten, maar soms ook belangrijke dingen in je leven. Iemand vertelt bijvoorbeeld over iets waar je bij was, maar je weet er niks meer van. - De tijd lijkt soms veel te snel of juist veel te langzaam te gaan.
- Je kunt de ene keer iets heel goed en een andere keer lijkt het alsof je het voor het eerst doet.
- Het voelt of je niet jezelf bent.
Je ziet jezelf op een andere manier dan normaal. Je handen of benen lijken bijvoorbeeld veel kleiner of juist veel groter. Of het voelt alsof je van buitenaf naar jezelf kijkt. - De omgeving en andere mensen voelen vreemd, alsof je er niet bij hoort.
- Je weet niet meer wie je bent.
- Het voelt alsof je 2 of meer verschillende personen bent.
Het lijkt of die personen los van elkaar kunnen denken en dingen kunnen doen. Ze hebben soms ieder hun eigen naam en leeftijd. Er kan er 1 zijn met de nare herinneringen of problemen en 1 zonder die problemen. Die probeert een ‘gewoon’ leven te hebben, zonder de problemen. - Je voelt een ‘gevecht’ in jezelf: het lijkt alsof je tegelijk verschillende dingen wilt doen.
Hierdoor doe je uiteindelijk helemaal niets. Of je doet juist tien dingen tegelijk en maakt niets af. - Je hoort stemmen in je hoofd.
- Je voelt je vaak onrustig of onveilig.
Misschien zie je soms flitsen van erge gebeurtenissen uit het verleden (flashbacks). Of het lijkt alsof je weer meemaakt wat er toen gebeurde (herbeleving). Je bent daardoor bang, in de war of je voelt pijn. - Je vlucht weg, in je gedachten of echt.
Je gaat dan bijvoorbeeld ergens heen, zonder dat je echt weet wat je doet. Daarna weet je soms niet meer dat dit gebeurd is.
Bij een dissociatieve stoornis heb je meerdere van deze klachten. Je hebt hier al maanden of jaren last van, het komt vaker terug en je hebt er geen controle over.
Soorten dissociatieve stoornissen
Een dissociatieve stoornis is niet bij iedereen hetzelfde. Deze 3 soorten komen het meest voor:
- Meerdere personen (DIS)
Het lijkt alsof je twee (of meer) verschillende personen bent. Die personen denken, doen en voelen hun eigen dingen. Ze kunnen ook een eigen naam en leeftijd hebben. Er is een ‘persoon’ met nare herinneringen. En een andere persoon die probeert een gewoon leven te hebben, zonder die herinneringen.
Maar het voelt ook alsof je geen controle hebt over jezelf. En alsof je geheugen en gedachten in de war zijn. Je merkt zelf dat er iets niet klopt en je omgeving ook.
Dit heet dissociatieve identiteits-stoornis (DIS).
- Belangrijke dingen vergeten
Je bent belangrijke dingen over je eigen leven vergeten. Bijvoorbeeld herinneringen aan erge dingen die je hebt meegemaakt. Of je weet niet meer wie je bent.
Dit heet dissociatieve amnesie.
- Jezelf, anderen en de wereld voelen vreemd
Dit kan op 2 manieren:
1. Het lijkt alsof je gedachten, gevoelens of je lichaam niet van jezelf zijn. Alles voelt vreemd. Misschien voelt alles verdoofd: je voelt je lichaam minder goed. Het lijkt misschien alsof je jezelf van buitenaf ziet. De tijd lijkt te snel of juist te langzaam te gaan.
Dit heet depersonalisatie.
2. De wereld en de mensen om je heen voelen vreemd en anders dan normaal. Mensen of spullen lijken niet echt, of vervormd. Alles is wazig, het lijkt of je droomt.
Dit heet derealisatie.
Je kunt ook een combinatie hebben. Dat heet een depersonalisatie-derealisatie-stoornis.
Het kan zijn dat je een tijd veel last hebt van deze klachten en dan weer een tijd minder.
Het kan ook zijn dat je niet 1 van de 3 soorten hebt, maar een combinatie.
Hoe komt het dat je losraakt van je omgeving of van jezelf?
Als je vaak en lang het gevoel hebt dat je van jezelf losraakt, heeft dat meestal te maken met heel nare dingen die je als kind hebt meegemaakt. Dit noemen we een trauma. Bijvoorbeeld:
- lichamelijke mishandeling
- emotionele mishandeling (bijvoorbeeld uitschelden, vernederen, buitensluiten, pesten)
- seksueel misbruik
- te weinig aandacht en geen goede verzorging (verwaarlozing)
- pijnlijke medische behandelingen
- moeten vluchten uit je eigen land
Een jong kind kan nog niet goed met heftige ervaringen omgaan. Vooral als het niet genoeg hulp heeft gekregen toen het gebeurde. Dat is waarschijnlijk waardoor een dissociatieve stoornis ontstaat.
Als je al een posttraumatische stressstoornis (PTSS) hebt, heb je ook meer kans op een dissociatieve stoornis. PTSS is een lange, heftige stressreactie op een nare gebeurtenis.
Het gevoel van dissociatie kan ook ontstaan vanuit andere psychische problemen. Zo zijn er mensen waarbij geen trauma bekend is, maar die toch klachten van een dissociatieve stoornis hebben. Zo kunnen zij ook last hebben van tegenstrijdige gevoelens, gedachten of gedrag. Of het gevoel dat ze uit verschillende personen bestaan, of losraken van zichzelf of de omgeving.
Psychotherapie bij een dissociatieve stoornis
Psychotherapie betekent dat je gaat praten met een psychotherapeut.
Bij de therapie werk je onder andere aan:
- leren accepteren dat je deze ziekte hebt
- leren begrijpen waar je klachten vandaan komen
- leren omgaan met de problemen die je hebt door de dissociatie
- je klachten minder maken
- accepteren en verwerken van je verleden
Bijvoorbeeld van het verdriet dat je voelt, omdat je veiligheid, liefde en kansen hebt gemist. - jezelf weer als 1 persoon voelen
- verwerken van nare herinneringen
- een nieuwe manier om je leven op te bouwen, waarin je:
- voor jezelf kunt zorgen
- jezelf kunt accepteren zoals je bent
- kunt doen wat je leuk vindt of waar je goed in bent (bijvoorbeeld opleiding, werk)
- contact hebt met anderen
- veilig bent
Als het goed gaat, ga je steeds iets minder vaak praten met je therapeut. Dit heet afbouwen.
Je maakt samen met de therapeut een plan waarin staat wat je kunt doen als je je weer slechter voelt. Daarna kun je ook zonder de therapeut verder.
De therapie is niet altijd makkelijk. Soms voel je je een tijd beter, daarna misschien weer slechter. Dat is normaal.
Je kunt de therapie alleen krijgen of in een groep. Er zijn verschillende soorten behandelingen in een groep. Je hulpverlener bespreekt met je wat het best bij je past.
Behandeling van een dissociatieve stoornis
Voor de behandeling heb je een psychotherapeut (psycholoog of psychiater) nodig die hier ervaring mee heeft. Het moet iemand zijn bij wie je je veilig voelt.
Daarnaast kun je hulp krijgen van de praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijk.
De behandeling duurt maanden tot jaren. Hoe lang precies hangt af van welke behandeling en hoe ernstig de ziekte bij je is.
De behandeling begint met uitleg over de ziekte. Als je hoort dat je een dissociatieve stoornis hebt, heb je waarschijnlijk veel vragen. Hoe is het gekomen? Kan ik beter worden? Je kunt ook lichamelijke klachten hebben. Ook die bespreek je met je behandelaar.
Je hulpverlener legt uit welke klachten of gevoelens er bij deze ziekte horen. En wat jij en je naasten zelf kunnen doen om het leven makkelijker te maken. Deze uitleg heet psycho-educatie. Je krijgt dit alleen of in een groep.
Je behandelaar bespreekt met je welke behandeling verder voor jou het beste past. Bijvoorbeeld:
- psychotherapie (alleen of in een groep)
- medicijnen
- EMDR
Een combinatie van deze behandelingen kan ook.
Medicijnen bij een dissociatieve stoornis
Er zijn geen medicijnen waardoor de dissociatieve stoornis over gaat.
Wel zijn er medicijnen die kunnen helpen tegen bepaalde klachten die je kunt hebben bij een dissociatieve stoornis. Bijvoorbeeld:
- medicijnen tegen depressie (antidepressiva)
Die kunnen ook helpen bij andere klachten. Bijvoorbeeld bij angst, paniek, eetbuien, jezelf pijn doen. En als je steeds dingen moet doen van jezelf en je kunt dat niet stoppen (dwang-gedachten).
Voorbeelden van zulke medicijnen zijn citalopram , sertraline , paroxetine en clomipramine . - medicijnen om beter te slapen (benzodiazepines)
Bijvoorbeeld als je slecht slaapt of heel nare dromen hebt, en andere behandelingen helpen niet.
Voorbeelden van zulke medicijnen zijn temazepam , diazepam , oxazepam en zopiclon . - medicijnen om rustig van te worden (benzodiazepines)
Die kunnen helpen als je heftige stress en angst hebt.
Voorbeelden zijn diazepam en oxazepam. - medicijnen voor als je dingen ziet of hoort die er niet zijn (antipsychotica)
Dingen zien of horen die er niet zijn noemen we ook wel hallucinaties of wanen.
Voorbeelden van deze medicijnen zijn haloperidol , risperidon , olanzapine , clozapine en aripiprazol . - medicijnen voor als je humeur heel erg wisselt
Een voorbeeld is lithium. - bepaalde middelen tegen epilepsie
Die kunnen soms ook helpen bij problemen met emoties.
Een voorbeeld is topiramaat . - medicijnen als je gaat afkicken van een verslaving
Bijvoorbeeld diazepam bij een alcohol-verslaving en methadon bij een heroïne-verslaving. - medicijnen tegen lichamelijke klachten
Bijvoorbeeld pijnstillers bij pijn. En medicijnen tegen verstopping of diarree bij darmproblemen.
Medicijnen kunnen helpen, maar ze hebben ook vaak bijwerkingen. Bespreek daarom met je behandelaar de voordelen en nadelen. Zo kun je goed beslissen of je wel of geen medicijnen wilt gebruiken.
aripiprazol
Aripiprazol is een atypische antipsychotica. Het zorgt dat stoffen die van nature in de hersenen voorkomen minder werken, vooral dopamine. Hierdoor worden psychosen en onrust minder.
Artsen schrijven het voor bij psychose, schizofrenie, manie, depressie en onrust.
citalopram
Citalopram behoort tot de serotonineheropnameremmers ofwel SSRI's. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine.
Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.
Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een dwangstoornis, paniekstoornis, specifieke fobie (angst) en posttraumatische stressstoornis. Soms wordt citalopram ook gebruikt bij voortijdige zaadlozing, premenstrueel syndroom en bij prikkelbare-darmsyndroom.
clomipramine
Clomipramine hoort tot de groep tricyclische antidepressiemiddelen. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid natuurlijk voorkomende stoffen die een rol spelen bij stemmingen en emoties.
Artsen schrijven het voor bij depressie, angststoornissen, zoals dwangstoornis, paniekstoornis, of specifieke fobie en bij narcolepsie.
Clomipramine wordt soms ook toegepast bij mannen die problemen hebben met een voortijdige zaadlozing.
clozapine
Clozapine is een atypisch antipsychoticum. Het zorgt dat stoffen die van nature in de hersenen voorkomen minder werken, vooral dopamine. Hierdoor worden psychosen en onrust minder.
Artsen schrijven het voor bij psychose, schizofrenie, bewegingsstoornissen, manie, depressie en onrust.
diazepam
Diazepam behoort tot de benzodiazepinen. Het werkt rustgevend, spierontspannend, vermindert angstgevoelens en beïnvloedt de overdracht van elektrische prikkels in de hersenen.
Artsen schrijven het voor bij angstgevoelens en gespannenheid, paniekstoornissen, slapeloosheid, alcoholontwenning, spierkrampen, epilepsie, onrust en bij klachten in de laatste levensfase.
haloperidol
Haloperidol hoort tot de klassieke antipsychotica. Het zorgt dat stoffen die van nature in de hersenen voorkomen minder werken, vooral dopamine. Hierdoor worden psychosen en onrust minder.
Artsen schrijven het voor bij psychose, schizofrenie, manie, onrust, dementie, tics, dwangstoornissen, misselijkheid en braken.
methadon
Methadon is een morfineachtige pijnstiller (opiaat). Het heeft een sterk pijnstillende werking.
Artsen schrijven het voor bij langdurige matige tot hevige pijn, bij matige tot hevige pijn na een operatie en bij verslaving aan opiaten.
olanzapine
Olanzapine is een atypische antipsychoticum. Het zorgt dat stoffen die van nature in de hersenen voorkomen minder werken, vooral dopamine. Hierdoor worden psychosen en onrust minder.
Artsen schrijven het voor bij psychose, schizofrenie, manie, onrust, ernstige misselijkheid en depressie.
oxazepam
Oxazepam behoort tot de benzodiazepinen. Het werkt rustgevend, spierontspannend, vermindert angstgevoelens en beïnvloedt de overdracht van elektrische prikkels in de hersenen.
Artsen schrijven het voor bij angstgevoelens en gespannenheid, slapeloosheid en alcoholontwenning.
paroxetine
Paroxetine behoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI's. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.
Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een dwangstoornis, paniekstoornis, sociale angststoornis, specifieke fobie en posttraumatische stressstoornis.
Het wordt ook gebruikt bij zenuwpijn, bij seksuele stoornissen (vroegtijdige zaadlozing), premenstrueel syndroom (PMS) en bij opvliegers tijdens de overgang. Verder bij jeuk en hoesten in de laatste levensfase (palliatieve zorg).
risperidon
Risperidon hoort tot de atypische antipsychotica. Het zorgt dat stoffen die van nature in de hersenen voorkomen minder werken, vooral dopamine. Hierdoor worden psychosen en onrust minder.
Artsen schrijven het voor bij psychose, manie, schizofrenie, onrust en dementie. Ook kunnen artsen het voorschrijven bij tics bij de ziekte Gilles de la Tourette. En bij dwangstoornissen, bij posttraumatische stressstoornis en bij depressie.
sertraline
Sertraline hoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI's. Dit zijn medicijnen tegen depressie. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine.
Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.
Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals sociale angststoornis, specifieke fobie, dwangstoornis, paniekstoornis en posttraumatische stressstoornis.
Het wordt ook gebruikt bij bepaalde menstruatieklachten (premenstrueel syndroom), bij bepaalde soorten jeuk en bij seksuele stoornissen (vroegtijdige zaadlozing).
temazepam
Temazepam behoort tot de benzodiazepinen. Het werkt rustgevend, spierontspannend en vermindert angstgevoelens.
Artsen schrijven het voor bij slapeloosheid en tijdens een psychose.
topiramaat
Topiramaat beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen.
Artsen schrijven het voor bij epilepsie en migraine.
zopiclon
Zopiclon is een slaapmiddel.
Artsen schrijven het voor bij slapeloosheid.
EMDR
EMDR is een behandeling om minder last te hebben van nare dingen die je hebt meegemaakt (trauma).
Bij een dissociatieve stoornis gaat een EMDR-behandeling meestal op deze manier:
- Je denkt terug aan een gebeurtenis waar je veel last van hebt.
- Tegelijk leidt de therapeut je af, bijvoorbeeld door een vinger voor je ogen heen en weer te bewegen.
- Je concentreert op de vinger, totdat de nare herinnering minder heftig wordt.
- Langzaam wordt het zo steeds minder moeilijk om aan de nare gebeurtenis te denken.
EMDR betekent Eye Movement Desensitization and Reprocessing. Dat betekent: minder gevoelig worden door oogbewegingen.
Adviezen om controle te krijgen over je leven
- Zoek steun bij mensen die je vertrouwt. Vertel ze waar je last van hebt.
- Probeer ritme in je dag te krijgen of te houden. Bijvoorbeeld:
- door op vaste tijden te eten, op te staan en naar bed te gaan
- door met iemand af te spreken
- door werk, opleiding of school
- Eet regelmatig en gezond.
- Bedenk wat je gezonde en sterke kanten zijn. Wat gaat wél goed? Probeer die dingen te doen. Zo ga je je vaak beter voelen.
- Ga wandelen, fietsen of hardlopen. Het liefst in de natuur. Ook als je geen zin hebt. Buiten zijn en bewegen geeft positieve energie.
- Neem geen alcohol, drugs of kalmeringsmiddelen. Dit lijkt even te helpen, omdat het je gevoelens verdooft. Maar deze middelen zijn ook verslavend. Het lost niks op en je krijgt er een extra probleem bij.
- Zoek contact met mensen die hetzelfde hebben meegemaakt. Dat kan bijvoorbeeld via patiëntenverenigingen.
- Heb je kinderen? Het is nu misschien moeilijk om voor ze te zorgen. Je kunt minder aan en bent sneller boos. Je zegt of doet misschien dingen waar je later spijt van hebt. Ga naar je huisarts en praat erover.
- Wissel af met actief zijn en ontspannen. Dus niet alleen maar bezig zijn, maar ook niet de hele dag op de bank blijven zitten.
- Doe oefeningen om te ontspannen, bijvoorbeeld met mindfulness. Hier zijn cursussen voor. Bespreek dit eerst wel met je huisarts of therapeut.
Je krijgt hierdoor meer controle over je leven. Het helpt ook om te voorkomen dat de klachten erger worden of terugkomen.
Je huisarts of iemand van het wijkcentrum (buurthuis) kan je bij deze dingen helpen.
Kan een dissociatieve stoornis over gaan?
Een dissociatieve stoornis kan overgaan. Bijvoorbeeld als je nare ervaringen uit het verleden helemaal kunt verwerken.
Het kan ook zijn dat de klachten wel minder worden, maar niet helemaal weggaan. Behandeling kan dan helpen om:
- de ziekte (beter) te accepteren
- minder last te hebben van klachten als slaapproblemen, somberheid of pijn
- meer zelfvertrouwen te krijgen
- beter om te gaan met andere mensen
De ziekte zelf is dan dus niet weg. Maar je voelt je wel beter en je kunt veel meer dan daarvoor.
Meer informatie over dissociatieve stoornissen
- Caleidoscoop is de vereniging voor mensen met een dissociatieve stoornis. Je vindt hier informatie en kunt in contact komen met andere mensen die het hebben (lotgenoten). Ook als je familie of een vriend bent van iemand met een dissociatieve stoornis, kun je hier terecht.
- Naasten in Kracht is er voor naasten van mensen die psychisch kwetsbaar zijn. Je vindt er informatie, tips, steun en persoonlijke verhalen.
We hebben deze informatie gemaakt met de zorgstandaard voor hulpverleners over Dissociatieve stoornissen.