Ik ga bevallen met een keizersnede

In het kort

In het kort

  • Bij een keizersnede wordt je baby via een snee in de buik geboren.
  • De keizersnede is gepland na 39 weken zwangerschap.
  • Je mag één persoon meenemen.
  • De meeste vrouwen krijgen een ruggenprik. Dat is veiliger dan narcose.
  • De operatie duurt ongeveer 30-45 minuten.
Wat is het

Wat is een keizersnede?

Een keizersnede is een operatie waarbij de baby via een snee in de buik geboren wordt.

De gynaecoloog maakt een snee in je buik en baarmoeder en haalt de baby daardoor naar buiten. De baby wordt meestal binnen 5 minuten na het begin van de operatie geboren.

De hele operatie duurt ongeveer 30-45 minuten. Na de keizersnede blijf je zo'n 2 tot 3 dagen in het ziekenhuis

Voorbereiden

Voorbereiding op een keizersnede

Ziekenhuis kiezen
Steeds meer ziekenhuizen doen een ‘vriendelijke’ (gentle) keizersnede. Je ziet dan hoe de gynaecoloog de baby uit je buik haalt. Vraag je gynaecoloog hoe de keizersnede in jouw ziekenhuis gaat.

Verdoving bij een keizersnede
Je krijgt een afspraak bij de anesthesioloog. Dat is de specialist die zorgt voor de verdoving tijdens de keizersnede.

Hij/zij bespreekt of een ruggenprik voor jou geschikt is en wat de risico’s zijn. Met een ruggenprik is alleen je onderlichaam verdoofd.

Een ruggenprik is veiliger dan volledige verdoving (narcose), zowel voor jou als voor de baby. Ernstige problemen door een ruggenprik komen bijna nooit voor. Een voordeel is dat je de geboorte van je kind kunt meemaken.

Welke datum
Via het ziekenhuis hoor je op welke datum de keizersnede is gepland. Als het kan, is dit na 39 weken zwangerschap. Voor 39 weken kan de baby nog veel vocht in de longen hebben bij een keizersnede.

Je bevalling kan natuurlijk ook eerder beginnen. Je bespreekt van tevoren met je gynaecoloog wat er dan gebeurt: een keizersnede of toch een vaginale bevalling proberen. Zo weet je van tevoren wat je kunt verwachten.

Wie mag je meenemen bij de keizersnede?
Je mag één persoon meenemen bij de keizersnede. De meeste vrouwen kiezen hun partner. Maar je moeder of een vriendin kan ook mee.

Op de dag van de operatie

  • Je moet voor een operatie altijd nuchter zijn. De arts of verpleegkundige vertelt je vanaf welk moment je niet meer mag eten of drinken.
  • Gebruik je medicijnen? Meestal kun je die gewoon innemen.
  • Draag op de dag van de operatie:
    • geen sieraden of piercings
    • geen make-up of bodylotion
    • geen nagellak op de vingers
    • geen kunstnagels
Zo gaat het

Wat gebeurt er bij de keizersnede?

Op de operatiekamer
Er zijn veel zorgverleners op de operatiekamer. De anesthesioloog en een medewerker, de operatieassistenten en de gynaecoloog, verpleegkundigen en mogelijk de kinderarts en stagiaires. Hou rekening met zo’n 8 tot 15 personen.

Ruggenprik

  • Je krijgt eerst een verdoving van je huid. Dit geeft kort een scherpe pijn.
  • Je moet je rug bol maken. Zo kan de anesthesioloog de verdoving tussen de ruggenwervels spuiten. Meestal is dit niet pijnlijk. Soms voel je even een schok in een been. Dat is niet gevaarlijk.
  • Als de verdoving is ingespoten krijg je een warm gevoel in benen en billen.
  • Je krijgt een slangetje in je plasbuis (blaaskatheter). Dit is om urine op te vangen.

Word je misselijk of ‘niet lekker’?

  • Zeg dit direct tegen de arts.
  • Door de ruggenprik kun je een lage bloeddruk krijgen. Er gaat dan minder bloed naar de baby. Dit is met medicijnen goed op te lossen.

Soms lukt het niet om een ruggenprik te geven. Het komt ook weleens voor dat een vrouw na een ruggenprik nog steeds pijn voelt. Dan is volledige verdoving nodig. De anesthesioloog brengt je in slaap met medicijnen via het infuus. Je voelt geen pijn en wordt wakker als de operatie klaar is.

Geboorte

  • De gynaecoloog controleert eerst met een pincet of je geen pijn meer voelt. Je voelt dat de gynaecoloog aan je buik trekt of duwt, maar je voelt geen pijn. De operatie begint als de verdoving werkt.
  • De gynaecoloog maakt een snee vlak boven je schaambeen. De blaas ligt voor een deel voor de baarmoeder. De gynaecoloog schuift de blaas opzij.
  • Daarna maakt de gynaecoloog een snee in de onderkant van de baarmoeder. De gynaecoloog haalt de baby uit de baarmoeder. Meestal moet er op je buik worden geduwd voor de geboorte. Jij en je partner kunnen meekijken als je baby wordt geboren.
  • De gynaecoloog of assistent knipt de navelstreng door.
  • Als je baby in goede conditie is, legt de verpleegkundige je baby bloot op je borst. Als je borstvoeding wilt geven, kan dat al meteen.

Hechten
Na de geboorte duurt de operatie nog zo’n 30 tot 45 minuten. De gynaecoloog haalt de moederkoek (placenta) uit de baarmoeder.
Daarna sluit hij/zij de baarmoeder en de huid. Deze hechting is oplosbaar en hoeft er niet uitgehaald te worden.

Risico's voor de baby

Wat zijn de risico's voor de baby bij een keizersnede?

Bij een keizersnede of een vaginale bevalling komen ernstige problemen (complicaties) weinig voor.

Voor de baby is een keizersnede niet beter of slechter dan een gewone bevalling. Bij een vaginale bevalling komt wat vaker een moeilijke geboorte van de schouders voor. De baby heeft bij een geplande keizersnede wel vaker tijdelijk ademhalingsproblemen.
Deze problemen komen gelukkig weinig voor.

Hormonen

Krijg je een keizersnede tussen week 34 en week 37 van je zwangerschap? Bespreek dan met je arts de voordelen en nadelen van hormonen krijgen. Deze hormonen worden ook corticosteroïden of longrijpings-prikken genoemd. De arts zet deze prik in je bil of bovenbeen. Na 24 uur krijg je een tweede prik.

Deze prikken zorgen dat de longen van je baby zo goed mogelijk werken als je baby geboren wordt. Je baby heeft dan na de geboorte een kleinere kans op problemen met ademhalen.

Problemen met ademhalen bij een geplande keizersnede

Bij een geplande keizersnede heeft een baby meer vocht in de longen. De ademhaling kan hierdoor moeilijker op gang komen. Soms heeft de baby beademing nodig. Als het nodig is, blijft de baby een paar dagen aan de monitor. Soms is een opname op een intensive care nodig.
Hoe verder de zwangerschap is, hoe kleiner de kans hierop is. Daarom doen artsen een geplande keizersnede het liefst na 39 weken zwangerschap.

Risico's voor de moeder

Wat zijn de risico's voor de moeder bij een keizersnede?

Voor de moeder geeft een keizersnede iets meer risico dan een vaginale bevalling. Als er geen medische reden is voor een keizersnede, is een vaginale bevalling dus iets veiliger voor de moeder.

Risico’s voor de moeder bij een keizersnede

  • bloedingen
    Bij een keizersnede verlies je meestal meer bloed dan bij een vaginale bevalling. Daarom krijg je vaak een medicijn om de baarmoeder goed te laten samentrekken. Door bloedverlies kun je bloedarmoede krijgen. Soms is een bloedtransfusie nodig.
  • nabloeding
    Na de operatie kan een bloeding in je buik of vaginaal ontstaan. Dit komt soms voor.
  • trombose
    Bij trombose sluit een bloedprop een bloedvat af. Je kunt trombose krijgen in een been of in je longen (longembolie). Trombose in je longen kan gevaarlijk zijn.
    Je krijgt de eerste dagen prikken met bloedverdunners. Hierdoor is de kans op trombose kleiner.
  • wondinfectie
    Bij sommige vrouwen gaat de wond ontsteken. Het kan een paar weken duren voordat de ontsteking over is. Om de kans op wondinfectie kleiner te maken, krijg je tijdens de keizersnede medicijnen tegen ontstekingen door een bacterie (antibiotica).
  • schade aan darmen en urinewegen
    Dit komt heel weinig voor.
  • problemen bij een volgende bevalling
    Bij een volgende zwangerschap is er bij een vaginale bevalling een grotere kans dat het litteken van de keizersnede scheurt. Dit komt bij ongeveer 8 van de 1000 vrouwen voor.
    En na 1 of meerdere keizersnedes is de kans groter dat de placenta (moederkoek) voor de uitgang ligt of ingroeit in het litteken. Er is dan vaak veel bloedverlies. Als dat gebeurt, kan het nodig zijn om de baarmoeder te verwijderen.

Wanneer heb je een grotere kans op deze risico's?

Je heb een grotere kans op de problemen die hierboven staan als 1 of meer van deze dingen zo zijn:

  • Je krijgt een ongeplande keizersnede.
  • Je bent te zwaar (overgewicht).
  • Je hebt diabetes.
  • Je hebt al 2 keer een keizersnede gehad.

Andere risico's

Andere mogelijke risico’s zijn:

  • Bijwerkingen van de ruggenprik of narcose. Bijvoorbeeld misselijk zijn, hoofdpijn of pijn in de rug op de plek van de prik. Meestal gaan deze klachten na een paar dagen over.
  • Psychische klachten, zoals depressieve gevoelens. De kans daarop is groter bij een ongeplande keizersnede.
Meer informatie

Meer informatie over keizersnede

We hebben deze informatie gemaakt met:

Deze tekst is aangepast op
FMS

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?