In het kort

  • DMARD's zijn speciale reuma-medicijnen.
  • Deze medicijnen kunnen bijwerkingen geven. Zoals misselijk zijn of een iets grotere kans op ontstekingen door bacteriën of virussen.
  • Wil jij of je partner zwanger worden? Of ben je zwanger? Vertel dit aan je arts in het ziekenhuis. De meeste reuma-medicijnen zijn veilig voor baby's.
  • Bel de huisarts of de huisartsen-spoedpost bij koorts of als je je erg ziek of benauwd voelt.

Wat is reumatoïde artritis?

Bij reumatoïde artritis heb je ontstekingen in je gewrichten. Bijvoorbeeld in je handen, polsen, voeten of enkels. Bij deze ontstekingen worden je gewrichten dik en pijnlijk. Bewegen is dan moeilijk.

Reumatoïde artritis wordt vaak reuma genoemd. En ook wel gewrichtsreuma.
Je kunt al jong reumatoïde artritis krijgen. Dit heet jeugdreuma.

Welke reuma-medicijnen zijn er?

Er zijn speciale medicijnen tegen reumatoïde artritis. Die heten DMARD's. Je krijgt ze van de arts die je reumatoïde artritis behandelt (reumatoloog).
De medicijnen zorgen ervoor dat de ontstekingen in je gewrichten minder worden. Zo beschadigen je gewrichten minder snel of helemaal niet. Je hebt minder pijn en kunt beter bewegen.

Er zijn verschillende soorten DMARD's:

  • medicijnen zoals methotrexaat (), en
    Deze medicijnen bestaan het langst. Ze heten klassieke DMARD's.
    Meestal begin je met methotrexaat. En als je daar veel bijwerkingen van hebt, krijg je sulfasalazine of leflunomide.
  • medicijnen zoals , , en
    Ze zijn gemaakt van eiwitten. Daarom heten ze biologische DMARD's of bDMARD's.
    Je krijgt deze medicijnen meestal samen met een klassieke DMARD. Bijvoorbeeld als die alleen niet goed genoeg bij jou werken.
  • medicijnen zoals en
    Dit zijn de nieuwste medicijnen. Ze heten tsDMARD's of JAK-remmers.
    Je krijgt deze medicijnen meestal samen met een klassieke DMARD. Bijvoorbeeld als die alleen niet goed genoeg bij jou werken. Of als de biologische DMARD's niet goed genoeg bij jou werken.

DMARD is de afkorting van Disease-Modifying Anti Rheumatic Drug.

Vaak krijg je er in het begin ook een tijdje of bij. Dat is om snel de ontstekingen in je gewrichten minder te maken.

abatacept

Abatacept onderdrukt afweerreacties van het lichaam. Het remt bij reuma en psoriasis de ontsteking van de gewrichten. Abatacept is een zogenaamde biological. Dit betekent dat het door levende cellen in celkweken wordt gemaakt.

Artsen schrijven het voor bij reumatoïde artritis, juveniele idiopathische artritis (jeugdreuma) en bij de huidaandoening psoriasis als er ook gewrichtsklachten optreden (artritis psoriatica).
Ze schrijven het soms voor bij bepaalde nierziekten bij kinderen.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

adalimumab

Adalimumab onderdrukt afweerreacties van het lichaam. Het hoort bij de groep van TNF-alfa remmers, dat zijn medicijnen tegen ontstekingen. Adalimumab is een biological. Dit betekent dat het door levende cellen in celkweken wordt gemaakt.

Artsen schrijven het voor bij reumatoïde artritis, de ziekte van Bechterew en bij oogontstekingen in het oog (uveïtis). Ook schrijven artsen het voor bij de huidaandoeningen psoriasis en hidradenitis. En bij de chronische darmziekten ziekte van Crohn en colitis ulcerosa.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

baricitinib

Baricitinib is een afweeronderdrukker (immunosuppressivum). Het remt ontstekingen en afweerreacties.

Artsen schrijven het voor bij reumatoïde artritis (reuma), alopecia areata (een haarziekte waardoor u kale plekken op uw hoofd krijgt) en eczeem.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

etanercept

Etanercept onderdrukt afweerreacties van het lichaam. Het hoort tot de TNF-alfa remmers, dat zijn medicijnen tegen ontstekingen. Etanercept is een biological. Dit betekent dat het door levende cellen in celkweken wordt gemaakt.

Artsen schrijven het voor bij reumatoïde artritis, de ziekte van Bechterew en bij psoriasis.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

infliximab

Infliximab onderdrukt afweerreacties van het lichaam. Het hoort tot de TNF-alfa-remmers, dat zijn medicijnen tegen ontstekingen. Infliximab is een zogenaamde biological. Dit betekent dat het door levende cellen in celkweken wordt gemaakt.

Artsen schrijven het voor bij reumatoïde artritis, de ziekte van Bechterew, psoriasis en bij de chronische darmziekten ziekte van Crohn en colitis ulcerosa.

Het wordt soms gebruikt bij oogontsteking binnen in het oog (uveïtis) en bij sarcoïdose.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

leflunomide

Leflunomide onderdrukt afweerreacties van het lichaam. Het remt bij reuma en psoriasis de ontsteking van de gewrichten.

Artsen schrijven het voor bij reumatoïde artritis en bij psoriasis met gewrichtsklachten (artritis psoriatica).

Artsen schrijven het soms voor bij kinderen met juveniele idiopathische artritis (jeugdreuma).

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

methotrexaat bij ontstekingsziekten

Methotrexaat heeft verschillende effecten. Hoe het werkt ligt aan hoe hoog de dosering is en hoe vaak u het gebruikt. Als ontstekingsremmer is de dosering lager dan 30 mg en gebruikt u het één keer per week. Dan onderdrukt methotrexaat het afweersysteem en remt het ontstekingen.

Artsen schrijven methotrexaat in deze lage dosis voor bij auto-immuunziekten. De afweer zorgt voor bescherming tegen ziektes. Bij een auto-immuunziekte werkt uw afweer tegen uw eigen lichaam. Voorbeelden zijn psoriasis, reumatoïde artritis, de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, multiple sclerose, astma en lichen planus.

Artsen schrijven methotrexaat vooral voor bij reumatoïde artritis, psoriasis en de ziekte van Crohn. En soms bij lichen planus. De tekst hieronder gaat alleen over methotrexaat als ontstekingsremmer.

Methotrexaat kan ook anders werken. In doseringen die meestal veel hoger zijn dan 30 mg per keer, remt methotrexaat de groei van cellen. Artsen schrijven het in deze hoge dosis voor bij kanker, een buitenbaarmoederlijke zwangerschap of mola-zwangerschap. Hiervoor is een aparte tekst: methotrexaat bij kanker.

Belangrijk
Zorg dat u precies weet hoeveel en hoe vaak u dit medicijn van de arts moet gebruiken. Vraag dus goed hoeveel tabletten u per keer moet innemen en hoe vaak per week. Weet u dit niet? Overleg dan voor gebruik met uw arts of apotheker.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

prednisolon

Prednisolon is een bijnierschorshormoon, ook wel corticosteroïd genoemd.
Bijnierschorshormonen remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties. Ze zijn ook nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan.

Artsen schrijven prednisolon voor bij:

  • ziektes met ernstige ontstekingen. Bijvoorbeeld luchtwegontstekingen (zoals astma, COPD en sarcoïdose), reumatische ziektes (zoals reuma, polymyalgie en jichtaanvallen), darmziekten (namelijk colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn), het syndroom van Sjögren, bepaalde oogontstekingen, clusterhoofdpijn, lupus erythematodes (LE), ernstige huidontstekingen (zoals bij lepra en lichtovergevoeligheid), bepaalde bloedziekten (zoals de bloedstollingsziekte ITP), ernstige allergische reacties, Bellverlamming (een vorm van gezichtsverlamming), netelroos en nierziektes (zoals het nefrotisch syndroom).
    Bij ontstekingsziekten wordt het op verschillende manieren gebruikt. In een hoge dosering voor een paar dagen tot weken (stootkuur). En in een lagere dosering voor meerdere maanden (langdurige behandeling). Artsen schrijven het meestal voor als stootkuur.
  • Prednisolon wordt ook gebruikt om afstotingsreacties tegen te gaan. Dit wordt gedaan na orgaantransplantaties en als onderdeel van een behandeling bij kanker.
  • Ook wordt het gebruikt om een tekort aan lichaamseigen bijnierschorshormonen aan te vullen. Zoals bij de bijnierziekten de ziekte van Addison, de ziekte van Cushing en het adrenogenitaal syndroom.
    Als het op deze manier gebruikt wordt heet het substitutietherapie.
  • Soms bij kanker om de laatste levensfase te verlichten (palliatieve zorg).
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

prednison

Prednison is een bijnierschorshormoon, ook wel corticosteroïd genoemd.
Bijnierschorshormonen remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties. Ze zijn ook nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan.

Artsen schrijven prednison voor bij:

  • Ziektes met ernstige ontstekingen. Bijvoorbeeld luchtwegontstekingen (zoals COPD), reumatische aandoeningen (zoals reuma, polymyalgie en jichtaanvallen), darmziekten (namelijk colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn), het syndroom van Sjögren, bepaalde oogontstekingen, clusterhoofdpijn, lupus erythematodes (LE), ernstige huidontstekingen (zoals bij lepra), bepaalde bloedziekten (zoals de bloedstollingsziekte ITP), de ziekte van Duchenne (spierziekte), Bellverlamming (een vorm van gezichtsverlamming), bij nierziektes, zoals het nefrotisch syndroom en bij netelroos. Ook bij ontstekingen bij tuberculose (van het hartzakje en van de hersenen).
    Bij ontstekingsziekten wordt het op verschillende manieren gebruikt: in een hoge dosering voor een paar dagen tot weken (stootkuur) en in een lagere dosering voor meerdere maanden (langdurige behandeling). Artsen schrijven het meestal voor als stootkuur.
  • Prednison wordt ook gebruikt om afstotingsreacties tegen te gaan. Na orgaantransplantaties en als onderdeel van een behandeling bij kanker.
  • Ook wordt het gebruikt om een tekort aan lichaamseigen bijnierschorshormonen aan te vullen. Zoals bij de bijnierziekten de ziekte van Addison, de ziekte van Cushing en het adrenogenitaal syndroom. Als het op deze manier gebruikt wordt heet het substitutietherapie.

Ziektes waarbij prednison wordt gebruikt zijn:

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

sulfasalazine

Sulfasalazine behoort tot de zogeheten 5-ASA-medicijnen. In de darm wordt sulfasalazine gesplitst in mesalazine en sulfapyridine. Mesalazine werkt ontstekingsremmend op de darmwand. Sulfapyridine werkt vooral ontstekingsremmend bij gewrichtsklachten.

Artsen schrijven sulfasalazine voor bij chronische darmontstekingen zoals colitis ulcerosa en soms bij de ziekte van Crohn. Verder bij gewrichtsontstekingen, zoals reumatoïde artritis en de ziekte van Bechterew en bij huidaandoeningen, zoals lupus erythematodes:

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

tofacitinib

Tofacitinib is een afweeronderdrukker (immunosuppressivum). Het remt ontstekingen en afweerreacties.

Artsen schrijven het voor bij reumatoïde artritis, bij gewrichtsontsteking door psoriasis (artritis psoriatica), bij jeugdreuma (juveniele idiopathische artritis, JIA), bij de ziekte van Bechterew (spondylitis ankylopoetica) en bij colitis ulcerosa.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

Hoe gaat de behandeling van reumatoïde artritis?

Voordat je begint met de medicijnen, maak je een behandelplan met je arts.

Bespreken wat belangrijk is in je leven

Je vertelt wat jij belangrijk vindt bij de behandeling. En wat belangrijk is in je leven.
Je wilt bijvoorbeeld 1 of meer van deze dingen:

  • zo weinig mogelijk last hebben van bijwerkingen van medicijnen
  • blijven werken of weer gaan werken
  • kinderen krijgen
    Met sommige medicijnen moet je dan stoppen. Bespreek het daarom met je arts voordat je kinderen wilt krijgen.
  • meer energie hebben voor de dingen die je elke dag doet
  • een verre reis maken
    Als je bijvoorbeeld naar een tropisch land wilt, heb je vaak prikken (vaccinaties) nodig. Niet alle prikken kunnen samen met de reuma-medicijnen.
  • weer kunnen sporten

Bespreken welk medicijn het beste bij je past

De arts bespreekt met je welk medicijn je kunt gaan gebruiken. Of een medicijn bij je past, heeft bijvoorbeeld met deze dingen te maken:

  • Of er al schade is in je gewrichten.
  • Hoe je het medicijn moet gebruiken. Dit kan bijvoorbeeld als prik of pil. Of via een slangetje in je bloedvat (infuus). Soms werken bijvoorbeeld prikken of een infuus voor jou beter dan pillen.
  • Wat de bijwerkingen van het medicijn zijn. En of jij daar veel last van hebt.
  • Of je nog andere ziektes hebt.
  • Of je nog andere medicijnen gebruikt.

Andere behandelingen

Je bespreekt ook met je arts welke andere behandelingen ook geschikt voor jou kunnen zijn. Bijvoorbeeld fysiotherapie of ergotherapie.

Medicijnen zoals methotrexaat, sulfasalazine en leflunomide (klassieke DMARD's)

, en zijn klassieke DMARD's. Je krijgt ze meestal als pil. Methotrexaat kun je ook als prik krijgen.

Sulfasalazine en leflunomide slik je elke dag. Maar methotrexaat gebruik je 1 keer per week.

Methotrexaat prikken

De reuma-verpleegkundige legt uit hoe een prik krijgen met methotrexaat werkt. Meestal lukt het daarna om jezelf de prik te geven.
Vind je het vervelend om jezelf een prik te geven? Dan kun je het ook vragen aan iemand anders. Bijvoorbeeld je partner of een familielid. Ook zij kunnen uitleg krijgen van de reuma-verpleegkundige.

Foliumzuur

Bij methotrexaat krijg je van je arts ook een recept voor . Dit is een vitamine die de kans kleiner maakt dat je bijwerkingen van methotrexaat krijgt. Daarom is het belangrijk dat je bij de methotrexaat ook pillen foliumzuur slikt.

Bijwerkingen van klassieke DMARD's

De meeste mensen hebben geen of weinig bijwerkingen van deze medicijnen. Bijwerkingen zijn bijvoorbeeld:

  • misselijk zijn of overgeven
  • minder zin in eten
  • ontstekingen in je mond
  • iets grotere kans op ontstekingen door bacteriën of virussen
    Door de medicijnen werkt je afweer minder goed en kun je vaker ziek worden.
    Als je geen koorts hebt en je niet erg ziek voelt, kun je de medicijnen meestal blijven gebruiken.
  • lever of nieren werken minder goed
    Omdat dit soms kan gebeuren, laat je arts regelmatig je bloed onderzoeken.
  • allergische klachten
    Bijvoorbeeld rode of donkere vlekken, jeuk, of je benauwd voelen.
    Bel bij deze klachten altijd je huisarts, de arts in het ziekenhuis of de reuma-verpleegkundige.

foliumzuur

Foliumzuur wordt ook wel vitamine B11 genoemd. Het is vooral aanwezig in groenten en volkorenproducten.

Foliumzuur speelt een belangrijke rol in het lichaam. Het is bijvoorbeeld nodig voor de aanmaak van de rode bloedcellen en voor de werking van de zenuwen. Bovendien is het zeer belangrijk voor de ontwikkeling van het zenuwstelsel van de ongeboren baby.

Ons lichaam kan foliumzuur niet zelf maken. Daarom moeten we het via ons voedsel binnenkrijgen. Foliumzuur verlaat het lichaam in kleine hoeveelheden via de urine. Om gezond te blijven, is daarom telkens een nieuwe hoeveelheid foliumzuur via het voedsel nodig.

Het is te gebruiken om aangeboren afwijkingen te voorkomen bij zwangerschap en kinderwens, bij vitaminegebrek, bij bepaalde vormen van bloedarmoede en bij homocystinurie (een stofwisselingsziekte).

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

leflunomide

Leflunomide onderdrukt afweerreacties van het lichaam. Het remt bij reuma en psoriasis de ontsteking van de gewrichten.

Artsen schrijven het voor bij reumatoïde artritis en bij psoriasis met gewrichtsklachten (artritis psoriatica).

Artsen schrijven het soms voor bij kinderen met juveniele idiopathische artritis (jeugdreuma).

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

methotrexaat bij ontstekingsziekten

Methotrexaat heeft verschillende effecten. Hoe het werkt ligt aan hoe hoog de dosering is en hoe vaak u het gebruikt. Als ontstekingsremmer is de dosering lager dan 30 mg en gebruikt u het één keer per week. Dan onderdrukt methotrexaat het afweersysteem en remt het ontstekingen.

Artsen schrijven methotrexaat in deze lage dosis voor bij auto-immuunziekten. De afweer zorgt voor bescherming tegen ziektes. Bij een auto-immuunziekte werkt uw afweer tegen uw eigen lichaam. Voorbeelden zijn psoriasis, reumatoïde artritis, de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa, multiple sclerose, astma en lichen planus.

Artsen schrijven methotrexaat vooral voor bij reumatoïde artritis, psoriasis en de ziekte van Crohn. En soms bij lichen planus. De tekst hieronder gaat alleen over methotrexaat als ontstekingsremmer.

Methotrexaat kan ook anders werken. In doseringen die meestal veel hoger zijn dan 30 mg per keer, remt methotrexaat de groei van cellen. Artsen schrijven het in deze hoge dosis voor bij kanker, een buitenbaarmoederlijke zwangerschap of mola-zwangerschap. Hiervoor is een aparte tekst: methotrexaat bij kanker.

Belangrijk
Zorg dat u precies weet hoeveel en hoe vaak u dit medicijn van de arts moet gebruiken. Vraag dus goed hoeveel tabletten u per keer moet innemen en hoe vaak per week. Weet u dit niet? Overleg dan voor gebruik met uw arts of apotheker.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

sulfasalazine

Sulfasalazine behoort tot de zogeheten 5-ASA-medicijnen. In de darm wordt sulfasalazine gesplitst in mesalazine en sulfapyridine. Mesalazine werkt ontstekingsremmend op de darmwand. Sulfapyridine werkt vooral ontstekingsremmend bij gewrichtsklachten.

Artsen schrijven sulfasalazine voor bij chronische darmontstekingen zoals colitis ulcerosa en soms bij de ziekte van Crohn. Verder bij gewrichtsontstekingen, zoals reumatoïde artritis en de ziekte van Bechterew en bij huidaandoeningen, zoals lupus erythematodes:

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

vitamine D

Vitamine D (colecalciferol) zorgt voor de opname van kalk en fosfaat uit het voedsel. Kalk en fosfaat zijn nodig voor een goede opbouw van botten en gebit.

Het is te gebruiken bij vitaminegebrek en bij botontkalking.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

Biologische DMARD's en tsDMARD's

Je kunt ook een biologische DMARD of tsDMARD krijgen.

Biologische DMARD's

Biologische DMARD's krijg je met een prik of via een slangetje in een bloedvat (infuus) in het ziekenhuis. Vaak kun je jezelf de prik geven. Deze medicijnen zijn er niet als pil.

  • jezelf prikken
    De meeste biologische DMARD's kun je aan jezelf geven met een prik. Meestal moet dit 1 keer per week, maar soms ook minder vaak. De reumaverpleegkundige legt uit hoe je dit moet doen. Meestal lukt het daarna om jezelf te prikken.
    Vind je het vervelend om jezelf een prik te geven? Dan kun je het ook vragen aan iemand anders. Bijvoorbeeld je partner of een familielid. Ook zij kunnen uitleg krijgen van de reuma-verpleegkundige.
  • via een slangetje in een bloedvat
    Bij sommige biologische DMARD's is een infuus nodig. Je gaat daarvoor elke keer naar het ziekenhuis. Je krijgt dan een slangetje in je hand of arm. Het medicijn komt door het slangetje in je lichaam. Je krijgt het infuus meestal 1 keer per 2 of 3 weken.

Bijwerkingen van biologische DMARD's

Bijwerkingen van deze medicijnen zijn bijvoorbeeld:

  • iets grotere kans op ontstekingen door bacteriën of virussen
    Bijvoorbeeld een longontsteking of blaasontsteking.
  • grotere kans op gordelroos
    Je kunt daarom een prik tegen gordelroos krijgen. Hierdoor wordt je kans op gordelroos erg klein.

Krijg je de medicijnen niet via een slangetje in een bloedvat, maar prik je jezelf? Dan kun je een pijnlijke warme plek krijgen waar je hebt geprikt.

tsDMARD's

Een tsDMARD is een pil. Je spreekt met je arts af hoe vaak je deze pil slikt. Het is meestal 1 of 2 keer per dag.

Bijwerkingen van tsDMARD's

Bijwerkingen van deze medicijnen zijn bijvoorbeeld:

  • iets grotere kans op ontstekingen door bacteriën of virussen van je longen, neus of keel
    Bijvoorbeeld een longontsteking, keelontsteking of verkoudheid.
  • iets grotere kans op ziektes van je hart en bloedvaten
  • grotere kans op een trombosebeen of longembolie
  • grotere kans op gordelroos
    Je kunt daarom een prik tegen gordelroos krijgen. Hierdoor wordt je kans op gordelroos erg klein.

Prednison of prednisolon

Je krijgt of vaak samen met een DMARD. Je krijgt het om snel minder klachten te hebben. Het kan namelijk ongeveer 3 maanden duren voordat een DMARD werkt.

Gaat de DMARD werken? Dan kun je minder prednison of prednisolon gaan gebruiken. Je arts bespreekt met je wanneer dat kan. Stop nooit zomaar zelf met deze medicijnen, maar bespreek het met je arts. Als je zomaar stopt, kun je erg ziek worden.
Je krijgt soms ook prednison of prednisolon als je een tijd meer last hebt van ontstekingen in je gewrichten.

Prik of pil

Je kunt prednison of prednisolon krijgen als prik of als pil. Je bespreekt met je arts wat het beste bij je past.

  • een prik
    Een prik krijgt je meestal in het ziekenhuis.
    Heb je van veel gewrichten tegelijk last? Dan krijg je de prik in een spier, bijvoorbeeld je bil. Het helpt dan binnen een paar dagen. De prik werkt ongeveer 5 weken.
    Heb je last van 1 gewricht? Dan kun je soms ook een prik in dat gewricht krijgen. Bijvoorbeeld je knie. Meestal werkt het dan na een paar dagen.
  • een pil
    Neem de pil of pillen elke dag 's ochtends in. Je arts bespreekt met je hoeveel pillen je moet nemen.

Bijwerkingen van prednison of prednisolon

Bijwerkingen van prednison of prednisolon zijn bijvoorbeeld:

  • grotere kans op ontstekingen door bacteriën of virussen
  • hoge bloeddruk
  • hogere bloedsuiker
  • zwaarder worden
  • je onrustig of zenuwachtig voelen
    Dit gebeurt vaker na een prik dan met pillen.
  • voor vrouwen: onregelmatig ongesteld worden
  • minder sterke botten
    Als je dit medicijn lang moet gebruiken, krijg je er meestal ook andere medicijnen bij. Dat is om ervoor te zorgen dat je botten sterker blijven.
  • sneller blauwe plekken krijgen
    Vooral als je het medicijn langer dan 1 maand gebruikt.

prednisolon

Prednisolon is een bijnierschorshormoon, ook wel corticosteroïd genoemd.
Bijnierschorshormonen remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties. Ze zijn ook nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan.

Artsen schrijven prednisolon voor bij:

  • ziektes met ernstige ontstekingen. Bijvoorbeeld luchtwegontstekingen (zoals astma, COPD en sarcoïdose), reumatische ziektes (zoals reuma, polymyalgie en jichtaanvallen), darmziekten (namelijk colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn), het syndroom van Sjögren, bepaalde oogontstekingen, clusterhoofdpijn, lupus erythematodes (LE), ernstige huidontstekingen (zoals bij lepra en lichtovergevoeligheid), bepaalde bloedziekten (zoals de bloedstollingsziekte ITP), ernstige allergische reacties, Bellverlamming (een vorm van gezichtsverlamming), netelroos en nierziektes (zoals het nefrotisch syndroom).
    Bij ontstekingsziekten wordt het op verschillende manieren gebruikt. In een hoge dosering voor een paar dagen tot weken (stootkuur). En in een lagere dosering voor meerdere maanden (langdurige behandeling). Artsen schrijven het meestal voor als stootkuur.
  • Prednisolon wordt ook gebruikt om afstotingsreacties tegen te gaan. Dit wordt gedaan na orgaantransplantaties en als onderdeel van een behandeling bij kanker.
  • Ook wordt het gebruikt om een tekort aan lichaamseigen bijnierschorshormonen aan te vullen. Zoals bij de bijnierziekten de ziekte van Addison, de ziekte van Cushing en het adrenogenitaal syndroom.
    Als het op deze manier gebruikt wordt heet het substitutietherapie.
  • Soms bij kanker om de laatste levensfase te verlichten (palliatieve zorg).
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

prednison

Prednison is een bijnierschorshormoon, ook wel corticosteroïd genoemd.
Bijnierschorshormonen remmen ontstekingen en overgevoeligheidsreacties. Ze zijn ook nodig om energie, mineralen en zouten vrij te maken en op te slaan.

Artsen schrijven prednison voor bij:

  • Ziektes met ernstige ontstekingen. Bijvoorbeeld luchtwegontstekingen (zoals COPD), reumatische aandoeningen (zoals reuma, polymyalgie en jichtaanvallen), darmziekten (namelijk colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn), het syndroom van Sjögren, bepaalde oogontstekingen, clusterhoofdpijn, lupus erythematodes (LE), ernstige huidontstekingen (zoals bij lepra), bepaalde bloedziekten (zoals de bloedstollingsziekte ITP), de ziekte van Duchenne (spierziekte), Bellverlamming (een vorm van gezichtsverlamming), bij nierziektes, zoals het nefrotisch syndroom en bij netelroos. Ook bij ontstekingen bij tuberculose (van het hartzakje en van de hersenen).
    Bij ontstekingsziekten wordt het op verschillende manieren gebruikt: in een hoge dosering voor een paar dagen tot weken (stootkuur) en in een lagere dosering voor meerdere maanden (langdurige behandeling). Artsen schrijven het meestal voor als stootkuur.
  • Prednison wordt ook gebruikt om afstotingsreacties tegen te gaan. Na orgaantransplantaties en als onderdeel van een behandeling bij kanker.
  • Ook wordt het gebruikt om een tekort aan lichaamseigen bijnierschorshormonen aan te vullen. Zoals bij de bijnierziekten de ziekte van Addison, de ziekte van Cushing en het adrenogenitaal syndroom. Als het op deze manier gebruikt wordt heet het substitutietherapie.

Ziektes waarbij prednison wordt gebruikt zijn:

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

Adviezen bij reumatoïde artritis

Dit kun je zelf doen om minder klachten te hebben:

  • Als een gewricht warm aanvoelt, kun je het koelen. De pijn kan dan minder worden.
  • Rook niet. Als je rookt, wordt de reumatoïde artritis vaak erger. En sommige reuma-medicijnen werken minder goed als je rookt.
  • Bewegen kan helpen tegen pijn en stijfheid. Ga bijvoorbeeld een half uur per dag wandelen, fietsen of bewegen in water. Deze sporten zijn niet zo zwaar voor je gewrichten.
  • Je kunt sporten als je reumatoïde artritis hebt. Bijvoorbeeld fitness, dansen of zwemmen.

Wil je meer weten? Kijk dan wat je zelf kunt doen bij reumatoïde artritis.

Adviezen bij reuma-medicijnen

Je kunt op de volgende dingen letten als je reuma-medicijnen gebruikt.

Omgaan met je medicijnen

  • Ben je vergeten je medicijnen een keer te gebruiken? Kijk dan op apotheek.nl wat je moet doen. Typ daar de naam van het medicijn in. Je kunt ook contact opnemen met je apotheek.
  • Sommige reuma-medicijnen moet je in de koelkast bewaren. Je reuma-verpleegkundige of de apotheker vertelt je of dit moet.
    Hoeven ze niet in de koelkast? Bewaar ze dan in de verpakking waarin je ze hebt gekregen. Leg ze apart in een kast of la. En zorg dat het daar tussen de 15 en 25 graden blijft.
  • Ga je op reis? Neem dan de medicijnen mee in de verpakking waarin je ze hebt gekregen. En probeer ze te bewaren tussen 15 en 25 graden. Moet je ze in de koelkast bewaren? Neem ze dan mee in een koeltas.
  • Ga je vliegen? Neem dan de medicijnen mee in je handbagage.
  • Ga je naar het buitenland? Neem dan een lijst van de medicijnen mee. Dit heet een medicijnpaspoort. Dat kun je krijgen bij je apotheek.

Als je andere medicijnen gebruikt of wilt gebruiken

  • Sommige medicijnen mag je niet gebruiken samen met reuma-medicijnen. Je kunt er ziek van worden of de reuma-medicijnen werken minder goed. Vertel daarom altijd dat je een reuma-medicijn gebruikt aan de arts die jou een nieuw medicijn wil geven of aan de apotheek. Zo krijg je de goede medicijnen.
  • Wil je een kruidenmiddel gebruiken of een medicijn van een therapeut? Bespreek dit dan met de apotheek. Sommige reuma-medicijnen werken minder goed als je er deze middelen bij gebruikt.
  • Wil je zelf medicijnen kopen? Bijvoorbeeld een pijnstiller? Koop die dan bij de apotheek. De apotheker kan je zeggen of je die medicijnen samen met je reuma-medicijnen mag gebruiken.

Zwanger worden

  • Wil jij of je partner zwanger worden? Of ben je zwanger? Vertel dit aan je arts.
  • Met sommige medicijnen moet je stoppen als je kinderen wilt krijgen. Samen met je arts kijk je welke medicijnen je mag gebruiken en welke het beste bij jouw klachten passen.
  • Stop nooit zomaar zelf met de reuma-medicijnen. Je kunt veel meer last krijgen van je ziekte. Als dat zo is, is er een grotere kans dat je baby te vroeg wordt geboren.

Prikken tegen ziektes (vaccinaties)

  • Haal elk jaar de griepprik. Je krijgt hiervoor een oproep van je huisarts. Als je reuma-medicijnen gebruikt, werkt je afweer minder goed. Je hebt dan een grotere kans dat je erg ziek wordt door griep. Heb je geen oproep van de huisarts gekregen? Neem dan contact op met je huisarts.
  • Heb je een oproep gekregen voor een pneumokokken-prik? Haal de prik dan.
    Heb je geen oproep gekregen? Bespreek dan met je arts in het ziekenhuis of de huisarts of je een pneumokokken-prik kunt krijgen.
  • Krijg je een prik tegen een ziekte? Bijvoorbeeld als je op reis gaat? Vraag dan altijd eerst aan de arts of je de prik wel mag hebben als je een reuma-medicijn gebruikt. Sommige prikken zijn niet veilig of werken niet als je een reuma-medicijn gebruikt. Bijvoorbeeld de prik tegen gele koorts en de prik tegen bof, mazelen en rodehond.
  • Je kunt nadenken of je een prik tegen gordelroos wilt hebben. Vooral bij biologische DMARD's en tsDMARD's heb je een grotere kans op gordelroos.

Vertel dat je deze medicijnen gebruikt

  • Krijg je een operatie bij de tandarts of in het ziekenhuis? Vertel dan ook dat je een reuma-medicijn gebruikt. Meestal is het niet nodig om te stoppen met een reuma-medicijn voor een operatie.

Reuma-medicijnen en alcohol

  • Sommige reuma-medicijnen geven meer kans op problemen met je lever als je er alcohol bij drinkt. Bespreek met je arts of alcohol drinken verstandig is met je reuma-medicijn.

Hoe gaat het verder als je reuma-medicijnen gebruikt?

Voor de controles van je reumatoïde artritis ga je naar het ziekenhuis. Voor controles voor ziektes van hart en bloedvaten ga je naar de huisarts.

Controles van de reumatoïde artritis

Je krijgt regelmatig controles bij de arts in het ziekenhuis (reumatoloog) of de reuma-verpleegkundige. Tijdens de controle bespreek je hoe het gaat met je reumatoïde artritis:

  • Je vertelt hoe het met je gaat. Misschien kun je dingen niet meer doen door je klachten, bijvoorbeeld werken of leuke dingen doen met je vrienden of familie.
  • Je bespreekt of de medicijnen bij jou goed werken en of je bijwerkingen hebt.
  • Je kunt bespreken of je andere hulp nodig hebt. Bijvoorbeeld van een fysiotherapeut.
  • Voor een controle laat je vaak bloed prikken. Dat is om te zien of je schade hebt aan je lever of nieren door de medicijnen. Je arts bespreekt de uitslagen van het bloedonderzoek met je.

Als je nog niet zo lang reumatoïde artritis hebt of als je net nieuwe medicijnen hebt gekregen, moet je vaker op controle komen. Als het goed gaat, kan het minder vaak. Bijvoorbeeld 1 keer in de 3 of 6 maanden.

Verandering van de medicijnen

Heb je nog veel klachten? Of heb je veel bijwerkingen van de medicijnen? Of wil je zwanger worden? Dan verandert je arts soms je medicijnen:

  • Je krijgt een ander medicijn.
  • Je moet meer of juist minder van het medicijn gaan gebruiken.
  • Je krijgt er een medicijn bij.

Het is veilig om lang reuma-medicijnen te gebruiken. Heb je al lang reuma-medicijnen gebruikt en gaat het nog steeds goed? Dan kun je soms minder van het medicijn gaan gebruiken. Je arts vertelt je of dat kan.

Controles op ziektes van hart en bloedvaten

Bij reumatoïde artritis heb je een groter risico op bijvoorbeeld een hartaanval of beroerte.
Laat daarom je bloeddruk, bloedsuiker, nieren en cholesterol controleren bij je huisarts of de praktijkondersteuner. Die vertelt je of je een behandeling nodig hebt om je risico kleiner te maken. En hoe vaak je het hierna moet laten controleren. Dit kan bijvoorbeeld elke 5 jaar zijn.

Ben je nog niet gevraagd om dit te laten controleren? Maak dan zelf een afspraak bij de huisarts of de praktijkondersteuner. Doe dit in het eerste jaar dat je de diagnose reumatoïde artritis hebt. Je kunt deze dingen het beste laten controleren op een moment dat je ziekte rustig is.

Je kunt ook zelf veel doen om het risico op een ziekte van je hart en bloedvaten kleiner te maken.

Wanneer bellen als je reuma-medicijnen gebruikt?

Bel direct je huisarts, de huisartsen-spoedpost of je arts in het ziekenhuis bij 1 of meer van deze klachten:

  • Je hebt koorts.
  • Je voelt je ziek.
  • Je hebt erge bijwerkingen van de reuma-medicijnen. Je kunt bijvoorbeeld moeilijk ademen of je moet veel overgeven.

Bel de arts of verpleegkundige in het ziekenhuis bij 1 of meer van deze dingen:

  • Je hebt veel last van bijwerkingen van de reuma-medicijnen. Je bent bijvoorbeeld misselijk of je hebt helemaal geen zin meer in eten.
  • 1 of meer van je gewrichten zijn dik en pijnlijk. En het is na 3 dagen nog niet beter geworden.
  • De reuma-medicijnen werken niet genoeg. Je blijft veel pijn houden aan je gewrichten.
  • Je wilt zwanger worden.

Meer informatie over reumatoïde artritis

FMS
Deze tekst is aangepast op