Ik heb alvleesklierkanker en wil weten wat ik moet eten

In het kort

In het kort

  • 8 van de 10 mensen zijn ondervoed als ze de diagnose alvleesklierkanker krijgen.
  • Als u ondervoed bent, krijgt uw lichaam te weinig energie, eiwit en andere voedingsstoffen uit eten en drinken.
  • Een diëtist kan u helpen de juiste voeding binnen te krijgen.
  • Soms krijgt u extra voeding, alvleesklier-enzymen of vitamines.
  • Na een operatie bij alvleesklierkanker krijgt u soms sondevoeding.
  • Als u niet meer beter wordt, kiest u de voeding die u prettig vindt en de minste klachten geeft.
Wat merk je

Welke problemen met eten en drinken kan ik krijgen door alvleesklierkanker?

De alvleesklier maakt hormonen en enzymen die helpen om voeding te verteren.

Als u alvleesklierkanker heeft, werkt de alvleesklier niet goed meer. U kunt dan problemen krijgen met eten en drinken. Bijvoorbeeld:

  • U heeft minder zin in eten.
  • U eet en drinkt te weinig.
  • Uw lichaam kan de voeding niet goed verteren.
  • Uw reuk en smaak veranderen.
  • U krijgt suikerziekte en moet hierdoor veel drinken en plassen.

Door deze problemen kunt u ondervoed raken. Als u ondervoed bent, krijgt uw lichaam te weinig energie, eiwit en andere voedingsstoffen uit eten en drinken. Hierdoor verliest u gewicht en worden uw spieren zwakker.
8 van de 10 mensen zijn ondervoed als alvleesklierkanker bij hen ontdekt wordt.

Door ondervoeding heeft u meer kans op problemen bij een operatie of chemotherapie. Ook is het dan moeilijker om beter te worden na een operatie of chemotherapie.

Adviezen

Wat kan ik doen als ik problemen heb met eten en drinken door alvleesklierkanker?

Als u alvleesklierkanker heeft, kan een diëtist u helpen om de juiste voeding te eten.

U krijgt daarom een afspraak bij de diëtist als de artsen denken dat u alvleesklierkanker heeft. Uw huisarts kan u dan al doorsturen.

De diëtist bekijkt samen met u hoe het met u gaat. Hij of zij kijkt bijvoorbeeld naar:

  • Heeft u gewicht verloren?
  • Hoe sterk zijn uw spieren?
  • Wat eet u?
  • Krijgt u genoeg voedingsstoffen binnen?
  • Neemt u zelf al extra vitamines of mineralen?

De diëtist kijkt wat u kunt veranderen in uw voeding.

Energie en eiwitten

U krijgt vaak het advies om voeding met extra energie (calorieën) en eiwitten te nemen, om zo sterker te worden.

  • U kunt extra energie nemen door vaker of meer te eten. Of door extra vet te eten. Bijvoorbeeld: noten, avocado, vette vis (zoals zalm, makreel en haring), olijfolie, vettere soorten vlees en zuivel (zoals kaas, volle melk en volle yoghurt).
  • U kunt extra eiwitten eten door producten met veel eiwit te eten. Eiwit zit vooral in vis, peulvruchten, sojaproducten, noten, ei, kaas, melk(producten), kip, vlees en vleesvervangers.
  • Ook bewegen is nodig om sterkere spieren te krijgen.

Alvleesklier-enzymen

De alvleesklier maakt enzymen die helpen om voeding te verteren. Door de alvleesklierkanker gaat dit minder goed. U kunt last krijgen van een opgeblazen gevoel, winden laten en dunnere, vettige poep. Dit heet vetdiarree. Als u dit heeft, is het belangrijk dat u gezond blijft eten. Ga niet vetarm eten. U kunt dan namelijk gewicht verliezen.

Uw arts kan u extra alvleesklier-enzymen voorschrijven. Deze enzymen helpen om de voeding (vooral vet) beter op te nemen. De diëtist kan u vertellen hoe en hoeveel u hiervan moet slikken.

Vitamines

Als u vetdiarree heeft, kan uw arts kijken hoeveel vitamine A, D, E en K u in uw bloed heeft. Deze vitamines lossen op in vet. Door alvleesklierkanker kan uw lichaam vaak minder goed vet opnemen. Dus misschien krijgt u dan niet genoeg vitamines met de vetten mee uw lichaam in.

Als u te weinig vitamine A, D, E en K heeft, kunt u het advies krijgen om extra vitamines te slikken.

Omega-3 vetzuren

Er is niet veel bewijs dat omega-3-vetzuren helpen tegen gewicht verliezen. Ook is er geen bewijs dat ze uw afweer tegen ziekten beter maken.

Kurkuma

Er is geen bewijs dat kurkuma helpt bij alvleesklierkanker.

omega-3-vetzuren

Omega-3-vetzuren heten ook wel visolie-vetzuren. Ze komen voor in vette vis en hebben een gunstig effect op de vetsamenstelling van het bloed.

Het wordt gebruikt bij te veel vet in het bloed, als een dieet onvoldoende helpt en andere cholesterolverlagers niet gebruikt kunnen worden. Het effect is echter niet zo groot.

Artsen adviseren het soms als voedingssupplement na een hartinfarct, samen met andere medicijnen om het cholesterol te verlagen.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.

vitamine A

Vitamine A is nodig voor:

  • Het functioneren van het netvlies en het hoornvlies van het oog.
  • De huid en slijmvliezen.
  • De groei en de botontwikkeling bij kinderen.
  • Het afweersysteem tegen ziekteverwekkers.
  • De voortplanting en de ontwikkeling van een ongeboren baby.

Ons lichaam kan vitamine A niet zelf maken. Daarom moeten we het via ons voedsel binnenkrijgen. Vitamine A komt voor in lever, vis, melkproducten, boter, margarine, eierdooier, donkergroene bladgroenten, koolsoorten en geeloranje gekleurde groenten en fruit. Vitamine A verlaat het lichaam in kleine hoeveelheden. Om gezond te blijven, is daarom telkens nieuw vitamine A via het voedsel nodig.

Vitamine A is te gebruiken bij vitaminegebrek en bij infecties met virussen, zoals mazelen.

Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.
Voor en na de operatie

Wat moet ik eten voor en na de operatie?

Voor de operatie

  • Als u een operatie krijgt, is aandacht voor voeding extra belangrijk. Als u veel gewicht heeft verloren, heeft u namelijk meer kans op problemen na de operatie. De diëtist geeft u daarom adviezen over wat u kunt eten om zo sterk mogelijk te zijn voor de operatie.

Na de operatie

  • Direct na de operatie krijgt u vaak eten dat u makkelijk kunt verteren. Zoals eten met minder vet of vezels. Het is belangrijk dat u een aantal keer per dag kleine maaltijden eet, rustig eet en goed kauwt.
  • Het kan zijn dat uw maag nog niet goed werkt en langer vol blijft. U kunt hierdoor een opgeblazen gevoel hebben en misselijk zijn. Het lukt dan nog niet om normaal te eten. Als dit een aantal dagen duurt, krijgt u voeding via een infuus of via een sonde. Een sonde is een slangetje van uw neus naar uw dunne darm waar de voeding doorheen stroomt.
  • Als uw maag weer werkt, kunt u rustig beginnen met normaal eten. Soms krijgt u drinken met extra energie (calorieën) en eiwitten.
  • Soms leegt de maag zich te snel na een operatie. U kunt hierdoor bijvoorbeeld buikpijn of diarree krijgen direct nadat u heeft gegeten. U kunt ook 1,5 tot 2 uur na de maaltijd klachten krijgen, zoals zweten, trillen, hartkloppingen of opeens heel veel honger hebben (geeuwhonger). Artsen noemen dit ook wel dumping-klachten.
    Heeft u hier last van?
    • Eet dan kleine maaltijden.
    • Eet rustig en kauw goed.
    • U kunt advies krijgen van de diëtist als u deze klachten heeft.
    • Meestal verdwijnen deze klachten vanzelf weer na 2 of 3 maanden.
  • Als u weer naar huis gaat, krijgt u een afspraak met de diëtist om adviezen voor uw voeding thuis te bespreken.
Hoe gaat het verder

Voeding aan het einde van uw leven

Als de alvleesklierkanker is doorgegroeid of uitgezaaid, kunt u niet meer beter worden.
Ook dan kan voeding nog belangrijk zijn.

Mensen met alvleesklierkanker die aan het einde van hun leven zijn, verliezen vaak gewicht doordat ze minder eten. Bijvoorbeeld doordat ze geen zin meer hebben in eten, ze snel vol zitten, snel misselijk zijn of last hebben van (vet)diarree.

U kiest zelf de voeding waarbij u zich het meest prettig voelt en die u de minste klachten geeft. U kunt uitzoeken welke voeding dat is. Een diëtist kan u daarbij helpen.

Meer informatie
Deze tekst is aangepast op
FMS

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?