Ik kies voor een hormoonpleister om niet zwanger te worden
In het kort
- De hormoonpleister is een voorbehoedmiddel dat ervoor zorgt dat je niet zwanger wordt.
- In de hormoonpleister zitten 2 hormonen.
- Je plakt elke week een pleister. Dit doe je 3 weken achter elkaar.
- Na 3 weken plak je geen pleister. Je wordt dan ongesteld.
- De kans op een bloedprop in een ader (trombose) is 2 keer zo groot als bij de pil.
Wat is een hormoonpleister?
De hormoonpleister is een voorbehoedmiddel dat ervoor zorgt dat je niet zwanger wordt als je seks hebt.
De kans is heel klein dat je toch zwanger wordt. Per jaar worden minder dan 5 van de 1000 vrouwen met een hormoonpleister toch zwanger.
Wil je hormoonpleisters gaan gebruiken? Bespreek dit met je huisarts. Je krijgt van je huisarts een eerste recept. Daarna kun je de hormoonpleister meestal ook direct bij je apotheek halen. Daar kun je ook extra informatie krijgen over de hormoonpleister.
Hoe werkt de hormoonpleister?
In de hormoonpleister zitten 2 hormonen: oestrogeen en progestageen. Deze hormonen werken hetzelfde als bij de pil (combinatiepil). Maar bij de hormoonpleister komen ze via je huid in je bloed.
De hormonen in de hormoonpleister zorgen er op deze manier voor dat je niet zwanger wordt:
- Je hebt geen eisprong.
- Het slijm in je baarmoedermond wordt dikker. Sperma komt daar minder goed doorheen.
- Een bevrucht eitje kan zich niet vastmaken in je baarmoeder.
Geen bescherming tegen soa
De hormoonpleister beschermt niet tegen een soa. Heb je seks met een nieuw iemand? Gebruik dan condooms. Doe dat bij een nieuw contact of nieuwe relatie minstens 3 maanden.
Wil je daarna seks hebben zonder condooms? Doe dan allebei een soa-test.
Hoe gebruik je de hormoonpleister?
Je plakt de hormoonpleister zelf op je huid. De hormoonpleister kan 1 week blijven zitten.
Plak de pleister op een vaste tijd.
Zorg dat je altijd nieuwe hormoonpleisters in huis hebt.
Beginnen met de hormoonpleister
- Op de eerste dag dat je ongesteld bent, plak je de eerste hormoonpleister. Je bent dan meteen beschermd tegen zwanger worden.
- Plak je de eerste hormoonpleister tussen de tweede of vijfde dag nadat je ongesteld werd? Dan ben je niet meteen beschermd tegen zwanger worden. Gebruik de eerste 7 dagen een condoom als je seks hebt.
- Plak de pleister op een stukje schone, droge, huid waar geen haar zit. Bijvoorbeeld op je bil, buik, bovenarm of romp.
- Na 7 dagen plak je een nieuwe pleister op je huid. Zoek voor een nieuwe pleister een nieuw plekje op je huid.
- Je doet dit 3 weken achter elkaar.
- De vierde week plak je geen pleister. Dit heet de stopweek. In deze week word je ongesteld.
- Je kunt ook direct een nieuwe pleister plakken en de stopweek overslaan. Je wordt dan niet ongesteld.
Een nieuwe hormoonpleister plakken
- Na de stopweek plak je weer een nieuwe pleister. Je begint dus altijd op dezelfde dag van de week.
- Doe dat binnen 12 uur na de vaste tijd waarop je de vorige keer een hormoonpleister hebt geplakt. Je bent dan beschermd tegen zwanger worden.
- Als je de hormoonpleister meer dan 12 uur na je vaste tijd plakt, ben je minder goed beschermd tegen zwanger worden. Kijk in de bijsluiter wat je moet doen.
Waar moet je op letten als je een hormoonpleister gebruikt?
Als je steeds op tijd een nieuwe hormoonpleister plakt, is de kans heel klein dat je zwanger wordt. Let daarbij op deze dingen:
- De hormoonpleister valt er soms af zonder dat je het merkt.
- Plak een nieuwe pleister binnen 24 uur nadat de pleister eraf gevallen is. Je bent dan nog beschermd tegen zwanger worden.
- Ontdek je pas na 24 uur dat je pleister eraf is? Of weet je niet wanneer de pleister eraf is gevallen? Dan kun je zwanger worden. Kijk in de bijsluiter wat je moet doen. En gebruik de komende 7 dagen een condoom als je seks hebt.
Word je niet ongesteld in de week dat je geen hormoonpleister draagt? Doe dan een zwangerschapstest.
Ben je vergeten om na 1 week een nieuwe hormoonpleister te plakken? Kijk dan in de bijsluiter wat je moet doen.
Wanneer word je ongesteld als je de hormoonpleister gebruikt?
In de week dat je geen hormoonpleister draagt, word je ongesteld. Meestal ben je korter ongesteld dan zonder hormoonpleister. En verlies je minder bloed.
Verlies je bloed buiten de stopweek? Maak dan een afspraak met je huisarts.
Uitstellen wanneer je ongesteld wordt
Je kunt tot 6 keer achter elkaar een hormoonpleister plakken. Je blijf dan beschermd tegen zwanger worden. Het uitstellen gaat zo:
- Na de derde week haal je de hormoonpleister eraf.
- Plak direct een nieuwe hormoonpleister op je huid. Je slaat de stopweek dus over. Je wordt dan niet ongesteld.
- Daarna plak je weer elke week een nieuwe pleister.
- Plak niet meer dan 6 hormoonpleisters achter elkaar. Daarna moet je weer 7 dagen geen pleister dragen.
Welke bijwerkingen heeft de hormoonpleister?
De hormoonpleister heeft dezelfde bijwerkingen als de gewone pil (combinatiepil). Vooral in de eerste paar maanden dat je de hormoonpleister gebruikt, kun je last hebben van 1 of meer van deze dingen:
- hoofdpijn
- pijn in je borsten
- somber zijn
- minder zin in seks hebben
- een beetje bloedverlies op dagen dat je niet ongesteld bent
Meestal gaan deze dingen na een paar maanden weg. Het kan ook zijn dat je nergens last van hebt.
Je huid kan bijvoorbeeld gaan jeuken op de plek waar je de pleister plakt. Of roder of donkerder worden. Plak de pleister daarom steeds op een iets andere plek.
Wat zijn de risico's van de hormoonpleister?
Als je de hormoonpleister gebruikt, heb je een grotere kans op deze dingen:
- een bloedprop in een bloedvat (trombose)
Dit risico is groter dan bij de pil (combinatiepil). - ziektes van hart en bloedvaten
Dit risico wordt groter als je rookt en 35 jaar of ouder bent. Of migraine met aura hebt. - borstkanker
Bij vrouwen onder de 35 jaar is dit risico heel klein.
Wanneer is de hormoonpleister niet geschikt voor je?
Soms kun je de hormoonpleister niet gebruiken. Of kun je beter een ander voorbehoedmiddel kiezen.
Niet geschikt
Je kunt de hormoonpleister niet gebruiken als 1 of meer van deze dingen bij jou zo zijn:
- Je bent jonger dan 18 jaar.
Er is geen onderzoek gedaan naar hormoonpleisters bij jongeren die jonger zijn dan 18. - Je hebt borstkanker. Of je hebt borstkanker gehad.
Heb je geen borstkanker, maar andere mensen in je familie wel? Dan kun je misschien erfelijke borstkanker hebben. Overleg met je arts of je de hormoonpleister kunt gebruiken. - Je rookt en bent 35 jaar of ouder.
De hormoonpleister geeft dan een grotere kans ziektes van hart en bloedvaten. Je huisarts kan je helpen om te stoppen met roken. - Je hebt migraine met aura en je rookt.
De hormoonpleister geeft dan een grotere kans op een beroerte. - Je hebt een hartaanval of beroerte gehad.
De hormoonpleister geeft dan een grotere kans dat je weer een hartaanval of beroerte krijgt. - Je hebt een bloedprop in een ader gehad (trombose of longembolie).
De hormoonpleister geeft dan een grotere kans dat je weer trombose of een longembolie krijgt. - Je hebt diabetes en je bloedsuiker is vaak te hoog. Of je hebt meer problemen met je gezondheid.
- Je gebruikt medicijnen waardoor de hormoonpleister minder goed werkt. Bijvoorbeeld sommige medicijnen tegen epilepsie. Je kunt dan zwanger worden.
- Je bent te zwaar. De hormoonpleister beschermt dan niet tegen zwanger worden.
Minder geschikt
Je kunt de hormoonpleister beter niet gebruiken als je een grotere kans hebt op ziektes van hart en bloedvaten. Bijvoorbeeld als 1 of meer van deze dingen voor jou zo zijn:
- Je rookt en je bent jonger dan 35 jaar.
- Je hebt migraine met aura, maar je rookt niet.
- Mensen in je familie hebben voordat zij 65 waren een ziekte van hart en bloedvaten gehad. Of een bloedprop in een ader (trombose).
Weet je niet zeker of je een iets grotere kans hebt op ziektes van hart en bloedvaten? Bespreek dit met je huisarts.
Weet je niet zeker of je de hormoonpleister kunt of wilt gebruiken? Bespreek ook dit met je huisarts.
Hoe gaat het verder als je de hormoonpleister gebruikt?
Maak 3 maanden nadat je begonnen bent met de hormoonpleisters een afspraak bij je huisarts. Samen bespreek je hoe het gaat.
Heb je veel last van bijwerkingen? Neem dan eerder contact op met je huisarts.
Je kunt op elk moment stoppen met de hormoonpleister. Bijvoorbeeld als je zwanger wilt worden. Je kunt dan meestal snel zwanger worden.
Wanneer bellen als je hormoonpleisters gebruikt?
Maak een afspraak bij je huisarts bij 1 of meer van deze dingen:
- Je bent de hormoonpleister vergeten te plakken en je weet niet wat je moet doen.
- Je hebt last van de bijwerkingen van de hormoonpleister. Of je hebt vragen over de hormoonpleister.
- Je verliest bloed als je niet ongesteld bent.
Meer informatie over de hormoonpleister
- Informatie van Rutgers: seksualiteit.nl
- Informatie vooral voor jongeren: Sense
- Informatie in 16 talen: Zanzu
- Hulp om te kiezen welk voorbehoedmiddel bij je past, vooral voor jongeren: seksualiteit.nl
Over deze tekst
Artsen en tekstschrijvers van Thuisarts hebben deze informatie gemaakt met de richtlijn voor huisartsen over voorbehoedmiddelen.
Lees wie de informatie van Thuisarts maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.