In het kort

  • Blijf zo lang als dat lukt de dingen doen die je elke dag doet.
  • Beweeg elke dag. Zo blijf je fit en voel je je beter.
  • Bespreek op tijd geldzaken met iemand die je vertrouwt.
  • Met dementie is het niet meer veilig om zelf auto te rijden.
  • Praten en dingen doen met andere mensen met dementie kan helpen.

Adviezen bij dementie

Deze adviezen kunnen helpen als je dementie hebt:

Blijf actief

Bewegen helpt om sterk en fit te blijven. Je valt dan minder snel. Je voelt je beter, je slaapt en eet beter en je kunt makkelijker naar de wc.

Als je fit bent, kun je ook langer zelf dingen doen. Bijvoorbeeld je aankleden, het huis schoonmaken en boodschappen doen.

  • Kies een vorm van bewegen die bij jou past: de sport die je al doet, of bijvoorbeeld wandelen of dansen.
  • Vraag iemand om met je mee te gaan, voor de gezelligheid of als je de weg niet altijd weet.
  • Bewegen kan ook in een groep. Wil je dat? Vraag je case-manager dementie of er een beweeggroep of wandelgroep is bij jou in de buurt.

Blijf goed eten

  • Probeer gezond te eten.
  • Sla geen maaltijden over.
  • Samen eten helpt vaak om goed te blijven eten.
    Eet bijvoorbeeld samen met je kind of een goede vriend. Soms kun je ook samen met andere mensen eten in een buurthuis.
  • Ga af en toe op de weegschaal staan om te kijken hoe zwaar je bent. Val je veel af, vertel dat dan aan je huisarts. Jullie kijken dan samen hoe je gezond weer wat zwaarder kunt worden. Bijvoorbeeld door dingen te eten waar veel eiwit en vet in zit. Zoals ei, bonen, vis, noten, volle yoghurt en kaas.

Je medicijnen

  • Misschien gebruik je medicijnen en vergeet je ze te nemen. Je huisarts en je apotheker kunnen je hierbij helpen. Bijvoorbeeld met een medicijndoos.
  • Met sommige medicijnen kun je misschien stoppen, of er minder van nemen. Bijvoorbeeld omdat het niet meer nodig is of omdat je er last van hebt. Je kunt met de huisarts praten over de medicijnen die je neemt.

Belangrijke dingen op tijd bespreken en regelen

  • Probeer geldzaken te bespreken en te regelen. Doe dat als je hier nog goed over kunt meedenken en meepraten.
  • Vertel iemand die je vertrouwt over je bankrekeningen, abonnementen en verzekeringen. Dat kan bijvoorbeeld je partner of 1 van je kinderen zijn.
  • Je kunt vastleggen wie er geld van je bankrekening mag opnemen en rekeningen mag betalen. Daarvoor moet je bij de bank iemand machtigen.

Adviezen voor in huis bij dementie

Deze adviezen voor in huis kunnen helpen bij dementie:

  • Verander in huis zo weinig mogelijk.
  • Leg alles op een vaste plek.
  • Zet een klok in de kamer, waar ook de datum op staat.
  • Laat mensen die op bezoek komen een naamsticker op hun kleding dragen.
  • Plak een papiertje op apparaten waarop kort staat hoe het werkt, bijvoorbeeld op het koffiezet-apparaat.

Mag je nog autorijden als je dementie hebt?

Met dementie is het niet meer veilig om zelf auto te rijden.

Alleen bij heel weinig klachten mag autorijden soms nog. Je moet dan wel eerst een rij-test doen.
Je leest meer over autorijden bij dementie op de website van het CBR.

Andere manieren om te reizen

Je kunt met je familie, vrienden of case-manager dementie kijken hoe je wel kunt reizen.

Misschien kan iemand je brengen en weer ophalen als je ergens heen gaat. Er zijn ook regelingen voor mensen met dementie die niet meer zelf kunnen rijden. Bijvoorbeeld vergoedingen voor de bus of taxi. Of een taxidienst waar vrijwilligers voor rijden.

Wat er allemaal kan verschilt per gemeente. Op Dementie.nl lees je meer over hoe het werkt en wie het betaalt.

Van wie kun je hulp krijgen bij het omgaan met dementie?

Hulp in huis

  • Mantelzorger
    Dit is iemand die je helpt bij de dingen die je elke dag doet. Het is iemand die je kent: je partner, een kind, of iemand van je familie, buren of vrienden.
  • Case-manager dementie
    Zo iemand kan je helpen om te leren omgaan met dementie. En extra hulp voor je regelen als dat nodig is. Je kunt alle vragen over dementie aan je case-manager stellen.
  • Ergotherapeut
    Deze therapeut helpt je om dingen te blijven doen in huis. Jullie kijken samen hoe dat kan. Samen bedenken jullie oplossingen. Ook weet de therapeut welk hulpmiddel je kan helpen.
  • Thuiszorg
    Zij helpen je bijvoorbeeld bij het klaarzetten van je medicijnen. Of bij het aankleden en uitkleden of het douchen, als je dat zelf niet goed meer kunt doen.

Hulp buiten huis

  • Dagbesteding
    Hier kun je dingen doen die goed bij jou passen. Dit kan bijvoorbeeld 1 ochtend of middag, maar ook vaker. Je kunt dit met je case-manager dementie bespreken.
  • Contact met andere mensen met dementie
    Het kan helpen om te praten en dingen te doen met mensen die ook dementie hebben.
    Via Alzheimer Nederland kun je contact zoeken met andere mensen met dementie bij jou in de buurt.
  • Vrijwilligers
    Soms kan een vrijwilliger je helpen, bijvoorbeeld met boodschappen doen of ergens heen gaan.
    Vraag je case-manager dementie hoe je een vrijwilliger vindt of kijk op dementie.nl.

Andere hulpverleners

  • Fysiotherapeut
    Deze therapeut kan je helpen te blijven bewegen, bijvoorbeeld als je moeilijker loopt. Zo kun je langer zelf dingen doen.
  • Diëtist
    De diëtist kan je helpen als eten moeilijk gaat of als je te veel afvalt.
  • Logopedist
    Deze therapeut kan je helpen als je moeite krijgt met praten of slikken.
  • Ouderenpsycholoog
    Deze psycholoog kan je helpen met psychische klachten. Bijvoorbeeld als je je somber of angstig voelt.
  • Huisarts
    Je kunt altijd met vragen of problemen naar je huisarts gaan. Die kan met je meedenken over wat je nodig hebt.

Hoe gaat het verder als je niet meer thuis kunt wonen door dementie?

Tijdelijk ergens anders wonen

Soms kun je voor een korte tijd niet thuis zijn. Bijvoorbeeld omdat je ziek wordt en meer zorg nodig hebt. Of omdat je mantelzorger ziek is.

Je kunt dan tijdelijk ergens anders logeren. Bijvoorbeeld in een verpleeghuis of zorghotel. Als je weer beter bent of als je mantelzorger weer voor je kan zorgen, kun je weer naar huis.

Als thuiswonen helemaal niet meer gaat

Er kan ook een moment komen dat thuis wonen helemaal niet meer gaat. Je verhuist dan naar 1 van deze plekken:

  • een aangepaste woning
  • een woning waarin je samenleeft met andere mensen met dementie
  • een verpleeghuis

De case-manager dementie kan jou en je mantelzorger helpen om iets te vinden wat zoveel mogelijk bij je past.

Meer informatie over dementie

Over deze tekst

NHG
Deze tekst is aangepast op