In het kort
- Een MRI werkt met een sterke magneet en radiogolven. Draag daarom niets met metaal. Laat je telefoon en sleutels in de kleedkamer.
- Vertel deze dingen aan je arts voordat je de MRI krijgt:
- Je hebt een pacemaker of een ander implantaat in je lichaam.
- Je hebt iets van metaal in je lichaam. Zoals een kogel of scherf of een splinter in je oog.
- Je bent zwanger of misschien zwanger.
- Je bent overgevoelig voor contrastmiddel.
- Je nieren werken niet goed.
- Je bent bang in kleine ruimtes.
Wat is een MRI?
Een MRI is een onderzoek om binnenin je lichaam te kijken.
Een MRI werkt met een sterke magneet en met radiogolven. Hiermee worden signalen in je lichaam opgewekt. De computer vangt de signalen op en maakt er beelden van.
Er wordt geen röntgenstraling gebruikt.
Een MRI is geschikt om de zachte delen in je lichaam goed te kunnen zien. Bijvoorbeeld:
- de organen in je buik, zoals je maag, lever, darmen, nieren of alvleesklier
- de hersenen
- de schijfjes tussen de wervels in je rug (tussenwervelschijven)
- de bloedvaten en het hart
- de spieren en banden
MRI is de afkorting van Magnetic Resonance Imaging. Soms wordt het ook wel een MRI-scan genoemd.
Wat is een MRI met contrastmiddel?
Soms krijg je voor de MRI contrastmiddel in je lichaam. Contrastmiddel is een vloeistof. Het maakt je organen of bloedvaten op de beelden beter zichtbaar.
Voordat je de MRI krijgt, krijg je het contrastmiddel in je lichaam via een slangetje in een bloedvat (infuus). Na het onderzoek plas je de vloeistof vanzelf weer uit.
Sommige mensen zijn overgevoelig voor contrastmiddel en kunnen er klachten van krijgen. Die klachten zijn meestal niet zo erg.
Hoe bereid je je voor op een MRI?
Je mag meestal gewoon eten en drinken van tevoren. Bij sommige onderzoeken mag dit niet. Je hoort dan van je arts wanneer je niet meer mag eten en drinken. Of wat je voor het onderzoek niet mag eten of drinken.
Je krijgt van tevoren een vragenlijst om in te vullen. En je krijgt vlak voor de MRI een gesprek met de persoon die de MRI maakt (laborant). Dit is om te kijken of de MRI voor jou veilig kan doorgaan.
Wat het ziekenhuis moet weten
Het is belangrijk dat je vertelt als 1 of meer van deze dingen bij jou zo zijn:
- Je hebt een implantaat in je lichaam. Zoals een pacemaker, stent of kunst-gewricht.
Of je hebt iets van metaal in je lichaam. Zoals een metalen scherf, een kogel of een splinter in je oog. Er wordt dan uitgezocht of een MRI bij jou mogelijk is. - Je bent overgevoelig voor contrastmiddel. Je kreeg bijvoorbeeld klachten na een eerder onderzoek.
- Je nieren werken minder goed en je hebt nierschade. Dit is belangrijk als je een MRI met contrastmiddel krijgt. Je moet dan bloed laten prikken van tevoren. Soms is het nodig dat je voor de MRI extra vocht krijgt.
- Je bent bang in kleine ruimtes (claustrofobie). Als je erg bang bent, kun je misschien een medicijn krijgen waar je rustig van wordt.
- Je bent zwanger of misschien zwanger. Meestal kun je wel eenMRI krijgen.
Medicijnen voor je darmen
Krijg je een MRI van je buik of je darmen? Vaak krijg je dan een medicijn om te zorgen dat je darmen tijdelijk minder werken. Zo zijn je darmen beter te zien op de MRI. Je krijgt het medicijn meestal met een prik. Na de MRI werken je darmen weer normaal.
Soms krijg je hiervoor een medicijn te drinken. Ook dan werken je darmen tijdelijk minder. Hierdoor kun je last krijgen van buikkrampen en diarree. Dit kan een dag duren.
Laat metaal in de kleedkamer
De magneet van het MRI-apparaat trekt metaal aan. Lange metalen draden kunnen heet worden door de radiogolven van de MRI. Telefoons en bankpasjes kunnen kapotgaan door de magneet.
Je mag daarom geen metalen spullen meenemen in de kamer waar het MRI-apparaat staat.
Deze dingen moet je bijvoorbeeld in de kleedkamer laten:
- sieraden, horloge, bril, haarspeldjes, piercings
- telefoon, bankpasjes
- sleutels
- gehoorapparaat
- kunstgebit dat je makkelijk uit je mond kunt halen
- rollator, krukken, rolstoel
In kleding zitten soms ook metalen stukjes, zoals ritsen, knopen, beugels en haakjes van een bh. Je kunt daarom het beste kleding zonder metalen stukjes aantrekken. Bijvoorbeeld een joggingbroek en een T-shirt.
Gebruik geen make-up en haarlak als je een MRI van je hoofd of hals krijgt. Hierin zitten soms hele kleine stukjes metaal.
Hoe gaat het maken van een MRI?
Een MRI wordt in het ziekenhuis gemaakt op de afdeling Radiologie.
Je komt eerst in een kleedkamer. Daar kun je je kleren met metaal erin uitdoen. Je hoort van de laborant welke kleren je uit moet doen. Soms krijg je andere kleren van het ziekenhuis.
Een MRI-apparaat is een lange smalle tunnel. Er kan een smalle tafel doorheen geschoven worden. Je ligt op die tafel.

Foto: Een patiënt krijgt een MRI van zijn rug
Het deel van je lichaam waarvan de MRI wordt gemaakt, wordt naar het midden van de tunnel geschoven.
- Het onderzoek doet geen pijn.
- Het MRI-apparaat maakt veel lawaai. Je krijgt oordopjes of een koptelefoon.
- Het onderzoek duurt tussen de 15 en 60 minuten. Je hoort van tevoren hoe lang jouw onderzoek duurt.
- Je moet rustig en stil blijven liggen tijdens de MRI. Hoe stiller je ligt, hoe scherper de beelden worden en hoe beter de arts ze kan beoordelen.
- Soms schuift de tafel wat heen en weer in het apparaat.
- Bij een MRI van je buik of bekken voel je je soms van binnen warmer worden.
- Het MRI-apparaat waar jij in ligt, is in een andere ruimte dan de laborant die het apparaat bedient. Via een microfoon of intercom kunnen jullie met elkaar praten.
- Je krijgt een alarmbel in je hand. Als je angstig bent tijdens het onderzoek, kun je op de knop drukken. Je kunt dan praten met de laborant.
Is een MRI schadelijk?
Een MRI gebeurt met radiogolven en een sterke magneet. De radiogolven en de magneet zijn niet schadelijk voor je lichaam. Radiogolven hebben veel minder energie dan röntgenstralen.
Krijg je contrastmiddel? Het contrastmiddel is niet schadelijk voor je lichaam. Je plast het vanzelf weer uit.
Sommige mensen krijgen klachten door contrastmiddel. Bijvoorbeeld jeuk of donkere plekken op de huid. Die klachten zijn meestal niet zo erg. Kijk voor adviezen bij overgevoelig voor contrastmiddel.
Vertel het aan je arts als je zwanger bent of zwanger kunt zijn.
- Er is geen bewijs dat een MRI schadelijk is voor jou of je ongeboren kind.
- Als je zwanger bent, kun je beter geen MRI met contrastmiddel krijgen. Alleen als het echt nodig is, kun je wel contrastmiddel krijgen.
Hoe gaat het verder na een MRI?
Na een MRI mag je gewoon eten en drinken.
Je mag direct naar huis. Of naar je verpleegafdeling, als je in het ziekenhuis ligt.
De beelden van de MRI worden bekeken door een arts (radioloog). Die maakt een verslag en stuurt dit aan de persoon die de MRI voor jou heeft aangevraagd. Bijvoorbeeld je huisarts of arts in het ziekenhuis.
Je krijgt van je eigen arts of huisarts de uitslag. Vaak na een paar dagen.
Sommige mensen krijgen klachten door contrastmiddel. Zoals jeuk of donkere plekken op de huid. Kijk bij overgevoelig voor contrastmiddel bij welke klachten je je arts moet bellen.
Over deze tekst
Artsen en tekstschrijvers van Thuisarts hebben deze informatie gemaakt met de richtlijn voor artsen over MRI bij mensen met implantaten.
Lees wie de informatie op Thuisarts.nl maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.