Meestal is contrastmiddel niet schadelijk voor je nieren.
Je arts onderzoekt je bloed en weet zo hoe erg je nierschade is.
Alleen als je hele ernstige nierschade hebt, is er een kleine kans dat contrastmiddel extra schade geeft.
Om te zorgen dat dat niet gebeurt, krijg je eerst extra vocht via een slangetje in een bloedvat (infuus). Dit beschermt je nieren.
Wat is contrastmiddel?
Contrastmiddel wordt soms gebruikt bij röntgenfoto's, een MRI, een CT-scan of bij een onderzoek van je bloedvaten. Contrastmiddel is een vloeistof die delen van je lichaam duidelijker te zien maakt bij zo'n onderzoek. Na het onderzoek plas je de vloeistof vanzelf weer uit. Meestal krijg je het contrastmiddel via een slangetje in een bloedvat (infuus). Soms krijg je het met een prik in je bloedvat.
Door een contrastmiddel kan de arts je organen of bloedvaten nog duidelijker zien. Bijvoorbeeld doordat ze op de beelden lichter of juist donkerder worden.
Is contrastmiddel schadelijk voor je nieren?
Contrastmiddel is meestal niet schadelijk voor je nieren. Je nieren halen het middel uit je bloed en je plast het dan vanzelf uit.
Heb je hele ernstige nierschade? Dan is er een kleine kans op extra nierschade door het contrastmiddel.
Hoe gaat een onderzoek met contrastmiddel als je nierschade hebt?
Je krijgt een onderzoek om te weten hoe goed je nieren werken. Je moet hiervoor bloed laten prikken. Je arts kan dan zien hoe erg je nierschade is. Soms weet de arts al hoe ernstig je nierschade is. Bijvoorbeeld als je kort geleden bloed hebt laten prikken. Dan hoef je niet opnieuw bloed te laten prikken.
Je nierschade is niet ernstig
Je kunt gewoon het onderzoek met contrastmiddel krijgen.
Je nierschade is ernstig
Je krijgt voor het onderzoek met contrastmiddel extra vocht. Dit vocht krijg je via een slangetje in een bloedvat (infuus). Dit is om je nieren te beschermen. Daarna krijg je pas het contrastmiddel in je lichaam en kan het onderzoek doorgaan.
Als je arts denkt dat het nodig is, krijg je ook na het onderzoek nog extra vocht.
Hoe gaat het verder na het onderzoek met contrastmiddel?
Heel soms moet je een paar dagen na het onderzoek weer bloed laten prikken. Dit hoeft alleen als je een bepaald contrastmiddel hebt gekregen. De arts kijkt dan opnieuw hoe goed je nieren werken. De kans dat je nieren extra schade hebben door het contrastmiddel is klein.
Werken je nieren minder goed dan voor het onderzoek? Dan stuurt de arts je door naar een arts die veel weet over nierziekten en nierschade (een internist of nefroloog). Deze arts zal je verder controleren. Meestal herstelt de nierschade vanzelf en is er geen blijvende schade.