In het kort
- Bij een paniekstoornis helpt het om te oefenen met moeilijke situaties.
- Ook oefen je met wat er in je lichaam gebeurt bij een paniekaanval.
- Je kunt hulp krijgen van de praktijkondersteuner of een psycholoog.
- Hou je klachten? Dan kun je nadenken over medicijnen.
Behandelingen bij een paniekstoornis
Bij een paniekstoornis kun je deze behandelingen krijgen:
- Uitleg en adviezen
Dit is de eerste stap in de behandeling. Je gaat begrijpen hoe te veel angst ontstaat en erger kan worden. Je weet wat er met je gebeurt en waarom je je angstig voelt. En wat je kunt doen. - Therapie
Je gaat oefenen met angstige situaties en lichamelijke klachten. Ook kun je gedachten bedenken die je helpen. Dit heet cognitieve gedragstherapie (CGT).
Een psycholoog kan je deze therapie geven. Je huisarts stuurt je hiervoor door.
Zijn je klachten niet zo erg en duren ze nog niet zo lang? Dan kan de praktijkondersteuner je vaak helpen. De praktijkondersteuner geeft dan onderdelen van deze therapie.
Soms kun je een deel van de behandeling digitaal volgen. De praktijkondersteuner bespreekt dan met je of dit bij jou past. - Medicijnen
Heeft CGT niet genoeg geholpen? Dan kun je nadenken of je medicijnen tegen angst wilt gaan slikken.
Of je kunt verder gaan met CGT: vaker gesprekken of oefenen met onderdelen van CGT die je nog niet hebt gehad.
Of je kunt een andere therapie gaan doen. Je huisarts of psycholoog kan je doorsturen.
Therapie bij een paniekstoornis
Bij een paniekstoornis kan therapie helpen. Je oefent met moeilijke situaties en lichamelijke klachten. Dit heet cognitieve gedragstherapie.
Dit zijn belangrijke onderdelen van de therapie:
Oefenen met moeilijke situaties
Waarschijnlijk doe je sommige dingen niet meer. Je ontwijkt plekken of situaties. Of je gaat nergens meer alleen naartoe.
In de therapie ga je oefenen met moeilijke situaties die jou angst geven. Dit heet exposure.
- Je bespreekt met de psycholoog of praktijkondersteuner welke situaties of plekken jou angst geven.
- Je oefent met die situaties. Vind je echte situaties nog te eng? Dan begin je met oefeningen bij de praktijkondersteuner of psycholoog in de spreekkamer. Je denkt aan een situatie die je eng vindt. En oefent er in je hoofd mee, met hulp van de psycholoog of praktijkondersteuner.
- Je gaat ook oefenen met echt naar die plekken of situaties toe gaan. Je kunt beginnen met de minst enge plek, maar dat hoeft niet. Zo leer je om de situatie te ervaren en ermee om te gaan. Je merkt dat de erge dingen waar je bang voor bent, niet gebeuren. Je leert dat je het aankunt als het moeilijk voor je is.
- Als je dit vaak oefent, zal je angst steeds minder worden.
Oefenen met lichamelijke klachten
Je oefent ook met wat er in je lichaam gebeurt bij een paniekaanval. Tijdens oefeningen ga je die klachten zelf opwekken, bijvoorbeeld een snelle hartslag. Je leert dat je er niet bang voor hoeft te zijn. Want je merkt dat je lichaam er zelf voor zorgt dat je weer tot rust komt.
Zo leer je lichamelijke klachten te ervaren en ermee om te gaan. Je merkt dat de erge dingen waar je bang voor bent niet gebeuren. Zoals flauwvallen of de controle verliezen. Je leert dat je het aankunt. Als je dit vaak oefent, wordt je angst steeds minder.
Medicijnen bij een paniekstoornis
Medicijnen tegen angst en depressie kunnen helpen bij een paniekstoornis. Die heten anti-depressiva.
Je kunt er samen met je arts voor kiezen in 1 van deze situaties:
- Je hebt cognitieve gedragstherapie (CGT) gehad en dat heeft niet genoeg geholpen.
- Je hebt een paniekstoornis en een depressie.
Kijk verder bij nadenken over medicijnen tegen angst.
Middelen van de drogist bij een angststoornis
Bij de drogist zijn kruiden-middelen te koop. Zoals passiflora, valeriaan, sint-janskruid (hypericum), 5-HTP en cannabisolie (CBD-olie).
Die middelen hebben risico's: er is vaak niet of niet goed onderzocht of ze werken. Ook is het meestal niet bekend wat er precies in zit. En of ze veilig zijn.
Ze gaan niet samen met bepaalde medicijnen. Bijvoorbeeld niet met medicijnen tegen angst en depressie (anti-depressiva). Slik de kruiden-middelen daarom niet.
Ga je anti-depressiva slikken en slik je al een kruiden-middel? Vertel je arts welk middel je gebruikt. Stop ermee voordat je begint met anti-depressiva.
Hoe gaat het verder met een paniekstoornis?
Meestal gaat een paniekstoornis niet helemaal over. Je hebt periodes waarin je er minder of geen last van hebt. En periodes waarin je meer klachten kunt hebben.
Komen de klachten terug? Kijk bij de adviezen wat je dan kunt doen.
Wanneer bellen bij een paniekstoornis?
Maak een afspraak met je huisarts in 1 of meer van deze situaties:
- Je paniekstoornis verandert je leven. Je doet dingen niet meer en je wilt hier behandeling voor.
- Je krijgt een behandeling, maar de angst wordt heftiger.
- Je hebt steeds vaker gedachten over zelfmoord.
Heb je nu hulp nodig? Kijk bij denken aan zelfmoord. - Je slikt medicijnen tegen angst en hebt veel last van bijwerkingen.
- Je slikt medicijnen tegen angst en wilt daarmee stoppen.
- Je drinkt te veel alcohol, gebruikt drugs of slikt kalmerings-pillen.
Meer informatie over angst
- Meer informatie over angst: MIND en de Angst, Dwang en Fobie stichting
- Oefeningen en online therapie: Mentaal Vitaal
- Informatie over therapie: MIND en website van psychologen over CGT
- Contact met mensen die ook last hebben van angst: Angst, Dwang en Fobie stichting
Over deze tekst
Artsen en tekstschrijvers van Thuisarts hebben deze informatie gemaakt met:
- de richtlijn over angst voor huisartsen
- de richtlijn over angststoornissen en dwangstoornissen voor psychiaters, psychotherapeuten, psychologen en verpleegkundigen
- adviezen over de zorg voor mensen met een angststoornis
Lees wie de informatie van Thuisarts maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.