Ik krijg onderzoek naar borstkanker

Je krijgt de onderzoeken naar borstkanker op een mammapoli in het ziekenhuis.
Mamma betekent borst.
Poli is de afkorting van polikliniek.

Het is de bedoeling dat je de onderzoeken op dezelfde dag krijgt. En dat je ook zo snel mogelijk de uitslag hebt.

Onderzoeken die ze op de mammapoli kunnen doen zijn:

• borstfoto (röntgenfoto van uw borst, mammogram)
• een echo van je borst
• een MRI
• een punctie: de arts zuigt met een naald cellen en vocht op uit je borst
• een biopsie: de arts haalt met een naald een heel klein stukje uit je borst

Een borstfoto is een foto van de binnenkant van je borsten. Die wordt gemaakt met röntgenstralen.

Bij röntgenfoto van de borsten (mammogram) lees je hoe het onderzoek gaat.

© RIVM

Bij een echo van je borst wordt je borst met geluidsgolven onderzocht. Dit doet geen pijn.

Zit er een knobbel in je borst? Dan kan de arts met een echo een idee krijgen wat voor knobbel dit is. Bijvoorbeeld een holte met vocht (cyste) of kanker.

Zo gaat het onderzoek:

• Je kleedt je van boven uit.
• Je gaat op een onderzoeksbank liggen.
• Je krijgt eerst een gel op je borst.
• Dan beweegt de persoon die de echo maakt de echokop over je borst.
• De beelden zijn op een beeldscherm te zien.

Er kan ook een echo van je oksel worden gemaakt. Dit is om te zien of de lymfeklieren er normaal uitzien.

Het onderzoek duurt ongeveer 15 minuten.

Als op de borstfoto of bij de echo een afwijking te zien is, kun je een punctie krijgen. Een punctie van de borst is een onderzoek met een dunne, holle naald. Hiermee prikt de arts in de afwijking. Zo kan de arts onderzoeken of het kanker is.

Zo gaat het onderzoek:

• Je kleedt je van boven uit en gaat liggen op een onderzoeksbank.
• De arts prikt een dunne, holle naald door de huid heen in de borst.
• Een verdoving is meestal niet nodig.
• Met een echo kijkt de arts of de naald op de goede plek zit.
• Met de naald zuigt de arts cellen of vocht uit de borst.
• De cellen of het vocht worden in het laboratorium onderzocht.

Als er met dit onderzoek kankercellen worden gevonden, krijg je ook een biopsie.

Een biopsie lijkt op een punctie. Maar bij een biopsie wordt er een groter stukje uit de plek in de borst weggehaald: een stukje weefsel.

Je kunt een biopsie krijgen:

• als op een borstfoto of bij een echo een afwijking te zien is
• als er bij een punctie kankercellen gevonden zijn

Zo gaat het onderzoek:

• Je kleedt je van boven uit en gaat liggen op een onderzoeksbank.
• Eerst verdooft de arts je huid.
• Dan maakt de arts een sneetje in je huid.
• De arts prikt een holle naald door het sneetje in je borst.
• Met een echo kijkt de arts of de naald op de goede plek zit.
• De arts haalt 1 of meer stukjes weefsel uit je borst.

De stukjes weefsel worden in het laboratorium onderzocht. De arts weet dan of je borstkanker hebt of niet. En om welke soort kankercellen het gaat.

Als je borstkanker hebt, is soms een MRI nodig na een echo of borstfoto. Bijvoorbeeld:

• als je heel jong bent als je borstkanker krijgt
• als de kanker heel groot is
• als de kanker door de huid naar buiten is gegroeid

Een MRI werkt met radiogolven en een sterke magneet. Daarmee worden signalen opgewekt. Een computer maakt hier beelden van. Een MRI is niet schadelijk.
Vertel het de arts als je een pacemaker of ander implantaat heeft. Of als je (misschien) zwanger bent.
Sommige mensen zijn overgevoelig voor contrastmiddel. Vertel het de arts als je dit eerder hebt gehad.

Zo gaat het onderzoek:

• Je moet alle metalen sieraden afdoen.
• Als een contrastmiddel nodig is, krijg je een prik in je arm (infuus). Zo wordt contrastmiddel ingespoten. Bloedvaten zijn dan beter te zien. Na het onderzoek plas je het middel vanzelf weer uit.
• Je ligt op je buik op een onderzoekstafel. Je ligt met je borsten in 2 gaten in de tafel.
• De tafel schuift in de scanner, een smalle tunnel. De scanner is open aan de voorkant en de achterkant.
• Je moet rustig en stil blijven liggen. Je hoort van tevoren hoe lang je onderzoek duurt.
• Het apparaat maakt veel lawaai tijdens het maken van de beelden. Je kunt naar muziek luisteren met oordopjes of een koptelefoon.
• De laborant is in de ruimte naast je. Je kunt via een microfoon met elkaar praten.
• Een MRI maakt heel veel beelden van de borst. Zo kan de arts de borst laagje voor laagje bekijken.