In het kort
- Bij eierstokkanker met uitzaaiingen buiten de buik is het moeilijker om de ziekte te behandelen.
- De behandeling gaat meestal zo:
- U krijgt eerst chemotherapie.
- Dan een operatie waarbij zo veel mogelijk tumorweefsel wordt weggehaald.
- Na de operatie krijgt u meestal weer chemotherapie.
- Bij eierstokkanker die erfelijk is, kunt u daarna misschien medicijnen krijgen.
Wat zijn uitzaaiingen van eierstokkanker buiten de buik?
Bij eierstokkanker groeit er een gezwel van kankercellen in 1 of 2 eierstokken of in de eileiders. Dit heet een tumor. De tumor kan verder groeien in de baarmoeder en de eileiders.
Er kunnen ook cellen van de tumor losraken. Die kunnen ergens anders in uw lichaam komen en daar verder groeien. Dit zijn uitzaaiingen. Deze kunnen op het buikvlies terecht komen of in andere organen in de buik zoals de darm, de milt, de maag of de lever.
Kankercellen kunnen ook in de lymfeklieren komen. Meestal eerst in de lymfeklieren onder in de buik. En in de lymfeklieren die om de grote lichaamsslagader (aorta) zitten. Van daaruit kunnen de kankercellen ook in lymfeklieren op andere plekken in het lichaam komen. Bijvoorbeeld in de liezen, tussen de luchtpijp en de slokdarm, in de oksels of boven het sleutelbeen.
De kankercellen komen soms ook in het bloed. U kunt dan uitzaaiingen in uw longen, lever, botten of hersenen krijgen. Dit komt weinig voor.
Uw arts kan u meer vertellen over uw situatie en vertelt u welke behandelingen u kunt krijgen.
Behandeling van eierstokkanker met uitzaaiingen buiten de buik
Bij eierstokkanker met uitzaaiingen buiten de buik bespreekt uw arts met u welke behandelingen er mogelijk zijn.
Vaak begint de behandeling met chemotherapie. Dit is een behandeling met medicijnen. De medicijnen kunnen kankercellen op alle plekken in uw lichaam dood maken of ervoor zorgen dat er niet meer kankercellen bij komen.
Na 2 of 3 chemobehandelingen krijgt u een CT-scan. Als de arts ziet dat de chemobehandeling goed werkt, kunt u geopereerd worden. De arts probeert de tumor in de buik weg te halen. Na de operatie krijgt u weer 3 chemobehandelingen.
Het kan zijn dat u alleen chemotherapie krijgt.
U kunt ook samen met de arts beslissen dat u geen behandeling krijgt.
Behandelingen hebben altijd voordelen en nadelen.
- Door de behandeling leeft u misschien (iets) langer, met minder klachten. Maar dat is niet zeker.
- Behandelingen, zoals een operatie, zijn vaak zwaar. Door de bijwerkingen, maar ook door de tijd en energie die ze kosten.
Hoe gaat een operatie bij uitgezaaide eierstokkanker?
Bij de operatie haalt de arts weefsel en organen weg:
- de eierstokken, eileiders en de baarmoeder
- (een deel van) de vetlaag die voor de darmen ligt (het vetschort)
- alle tumoren die de arts kan zien in uw buik
Soms moet de arts meer weefsel of organen weghalen. Zoals lymfeklieren onder in de buik, de milt of een deel van de darmen. Als de arts een deel van de darm moet weghalen, kunt u (tijdelijk) een stoma krijgen. Bij een stoma wordt de dunne darm vastgemaakt aan een opening in uw buik. U krijgt een zakje op uw buik. Daarin wordt uw poep opgevangen.
Misschien ziet de arts tijdens de operatie dat er te veel tumor in de buik zit. Of dat de tumor in te veel organen zit. U kunt dan niet geopereerd worden. De arts maakt uw buik dan weer dicht.
Lees voor meer informatie de tekst over de operatie bij eierstokkanker.
Hoe gaat chemotherapie bij uitgezaaide eierstokkanker?
Bij chemotherapie krijgt u medicijnen die kankercellen overal in uw lichaam doodmaken of afremmen. Er zijn veel soorten chemotherapie. Bij eierstokkanker met uitzaaiingen krijgt u waarschijnlijk paclitaxel (taxol) en carboplatin.
U krijgt de chemotherapie via een slangetje (infuus) in een ader. 1 behandeling duurt een paar uur. U kunt dezelfde dag weer naar huis.
U krijgt 6 behandelingen. Tussen de behandelingen zitten meestal 3 weken. Uw arts controleert tussen de behandelingen uw bloed. Soms is het nodig om extra bloed (bloedtransfusie) of medicijnen te geven. De arts kan ook aanraden om iets langer te wachten met de volgende kuur. Uw bloedwaarden kunnen dan eerst weer beter worden.
In sommige ziekenhuizen wordt de chemotherapie ook via de buik gegeven. Bij de operatie laat de arts dan een slangetje achter in uw buik. Chemotherapie via de buik kan alleen als al deze 3 dingen voor u kloppen:
- U heeft geen andere ziektes.
- De eierstokkanker zit alleen in de buik.
- De operatie is goed gelukt.
U kunt met uw arts bespreken of u chemotherapie via de buik kunt krijgen.
paclitaxel
Paclitaxel is een kankerremmende stof (cytostaticum). Het remt de groei van sommige tumoren.
Artsen schrijven paclitaxel voor als chemotherapie (chemokuur) bij kanker.
Kijk voor meer informatie op Apotheek.nl.Welke bijwerkingen heeft chemotherapie bij eierstokkanker
De belangrijkste bijwerkingen zijn:
- minder gevoel, een branderig gevoel of tintelingen in uw armen, handen, benen of voeten
- bloedarmoede
U bent dan heel moe en duizelig. - blauwe plekken en bloedingen
Dit komt door een laag aantal bloedplaatjes in uw bloed. - sneller ontstekingen door bijvoorbeeld een virus of bacterie (infecties)
Dit komt door een te laag aantal witte bloedcellen in uw bloed. - lage bloeddruk
U bent dan bijvoorbeeld duizelig als u overeind komt. - darmproblemen, zoals diarree of moeilijk kunnen poepen (verstopping)
- oorsuizen of slechter horen
- grieperig gevoel
- moeheid
- tijdelijke haaruitval
- minder goed werkende lever
Hier merkt u meestal niets van. In uw bloed is te zien of uw lever nog goed werkt. Als uw lever minder goed werkt, moet de behandeling misschien aangepast worden. - misselijkheid en overgeven
- vocht vasthouden en plasproblemen doordat uw nieren minder goed werken
- huiduitslag of hoesten als u allergisch op de medicijnen reageert
- droge mond en keel
- pijnlijke mond en keel
- veranderingen in geur en smaak
Hoe gaat het verder na een behandeling van eierstokkanker met uitzaaiingen buiten de buik?
Na de behandelingen komt u op controle bij de gynaecoloog. De gynaecoloog vraagt naar uw klachten en onderzoekt u.
Heeft u eierstokkanker die erfelijk is? Dan kunt u na de chemotherapie en operatie misschien 2 jaar lang medicijnen (PARP-remmers) krijgen. U bespreekt dit met uw arts.
Heeft u nog steeds of weer klachten, zoals misselijkheid, verstopping of een bolle buik? Dan kan de arts meer onderzoek doen, zoals bloedonderzoek, een echo of CT-scan.
Als eierstokkanker terugkomt, kunt u misschien weer een behandeling krijgen.
Als u niet meer beter kunt worden
Helpt de behandeling niet goed bij u? Of gaat de ziekte heel snel? Dan kunt u op elk moment besluiten om te stoppen met een behandeling. Het helpt om daarover te praten met uw partner, kinderen, vrienden, gynaecoloog, psycholoog of huisarts.
Het is ook goed om met hen te praten over wat u belangrijk vindt. Het geeft rust als u weet dat uw arts en uw naasten weten wat uw wensen en grenzen zijn. Misschien denkt u na over euthanasie. Hier kunt u met uw gynaecoloog of huisarts over praten.
Meer informatie over de behandeling van eierstokkanker
- Voor meer informatie kijkt u bij Stichting Olijf. U kunt er ook vrouwen leren kennen die eierstokkanker hebben of hebben gehad.
- Meer informatie vindt u ook op kanker.nl.
- Informatie over ziekenhuizen die eierstokkanker behandelen: Ziekenhuischeck.nl.
- Wat andere mensen vinden van een ziekenhuis of arts: Zorgkaart Nederland.
We hebben deze informatie gemaakt met de richtlijn voor artsen over eierstokkanker.