In het kort

  • Na je behandeling van eierstok-kanker kun je klachten houden. Zoals moe zijn, pijn, somber zijn of problemen met seks.
  • Bespreek je klachten en problemen met je arts of verpleegkundige.
  • Samen kijken jullie welke hulp of behandeling je kunt krijgen.
  • Eierstok-kanker kan ook terugkomen.
  • Daarom krijg je na je behandeling nog 5 jaar controles.

Hoe vaak krijg je controles na je behandeling van eierstok-kanker?

Na je behandeling van eierstok-kanker krijg je nog een tijd controles in het ziekenhuis. Dit is om te bespreken hoe het met je gaat en of je hulp nodig hebt. En ook om het snel te weten als de kanker is teruggekomen. Als de kanker terugkomt, is dat meestal binnen 3 jaar.

Hoe vaak de controles zijn, hangt af van hoe lang geleden de behandeling was:

  • Eerste en tweede jaar: 4 keer per jaar controle. Dat is ongeveer elke 3 maanden.
  • Derde jaar: 3 keer per jaar controle. Dat is ongeveer elke 4 maanden.
  • Vierde en vijfde jaar: 2 keer per jaar controle. Dat is ongeveer elk half jaar.
  • Na 5 jaar: 1 keer per jaar controle.

Controles na het eerste jaar

Het eerste jaar kom je voor de controles naar het ziekenhuis. Daarna kun je samen met je arts kiezen hoe de controles dan gaan: in het ziekenhuis komen, bellen of via e-mail. Jullie kunnen hiervoor ook de keuzekaart gebruiken.

Wat gebeurt er tijdens een controle?

Je krijgt tijdens een controle een gesprek met je arts of verpleegkundige. Je bespreekt hoe het met je gaat. Misschien heb je nog steeds klachten. Of nieuwe klachten. Bespreek het ook als je je zorgen maakt of bang bent.

Als het nodig is, kan de arts ook je lichaam onderzoeken. Bijvoorbeeld met 1 of meer van deze onderzoeken:

  • De arts voelt aan je buik om te onderzoeken of er een bult of vocht in zit.
  • Ook voelt de arts of de lymfeklieren in je hals of liezen dikker zijn.
    Lymfeklieren zijn belangrijk bij je afweer. Als kanker naar andere plekken in je lichaam gaat, is dat vaak eerst naar de lymfeklieren.
  • De arts bekijkt de binnenkant van je vagina en de baarmoederhals. Daarvoor doet die voorzichtig een spreider in je vagina.
  • De arts voelt met of 1 of 2 vingers in je vagina of er een bult zit.
  • Soms voelt de arts daarna nog met 1 vinger in je anus (poepgat). Zo kan die voelen of er misschien kanker is gegroeid in het laatste stukje van de dikke darm (endeldarm).
  • Je krijgt meestal een echo via je vagina. Hiervoor doet de arts een dunne staaf in je vagina. Op een beeldscherm kan de arts de binnenkant van je lichaam zien.
  • Bloed laten prikken heeft alleen zin als de arts denkt dat de kanker terug kan zijn. Bijvoorbeeld als je klachten hebt die hierbij kunnen passen.

Keuzekaart: hoe gaan je controles na het eerste jaar?

Gebruik de keuzekaart om samen met je arts beslissen hoe de controles na het eerste jaar gaan: in het ziekenhuis komen, bellen of via e-mail.

Welke klachten kun je hebben na je behandeling van eierstok-kanker?

Heb je na je behandeling van eierstok-kanker ergens last van? Bespreek dit met de arts of verpleegkundige tijdens je controles.

Je kunt bijvoorbeeld 1 of meer van deze klachten hebben:

  • moe zijn
  • pijn hebben
  • dikke benen
  • je zorgen maken of onzeker zijn
  • problemen met slapen
  • somber zijn of bang zijn dat de kanker terugkomt
  • klachten door de overgang
  • problemen met seks of je relatie
  • klachten door je stoma

Nieuwe of ergere klachten? Maak eerder een afspraak

Worden je klachten erger? Of krijg je nieuwe klachten? Maak dan eerder een afspraak met je arts in het ziekenhuis. Soms is eerder onderzoek nodig om te kijken of de kanker terug is.

Hulp om je beter te voelen na je behandeling van eierstok-kanker

Veel vrouwen voelen zich beter als ze lange tijd hulp krijgen van 1 of meer van deze personen:

  • een oncologie-verpleegkundige of een sociaal verpleegkundige
  • je huisarts of de praktijkondersteuner
  • een psycholoog
  • een seksuoloog
  • een maatschappelijk werker of sociaal werker
  • een diëtist (om gezond te eten en drinken)
  • een fysiotherapeut of sportcoach

Contact met anderen

Ook contact met andere mensen die hetzelfde meemaken, kan helpen om je beter te voelen. Bijvoorbeeld via patiëntenorganisatie Olijf.

Wat kun je doen als je erg moe bent door eierstok-kanker?

Nadat je kanker hebt gehad, kun je heel erg moe zijn. Dit is meestal anders dan gewoon moe zijn. Uitrusten helpt dan vaak niet. Het kan ook lang duren.

Je klachten kunnen per dag anders zijn. Soms ben je bijvoorbeeld zo moe dat je niets kunt doen. Op een andere dag kun je misschien weer meer doen.

Blijf je steeds erg moe? Bespreek dit met je arts of verpleegkundige. Soms komt het bijvoorbeeld doordat je minder fit bent geworden. Dan kun je hulp van bijvoorbeeld een diëtist of fysiotherapeut krijgen.

Je kunt ook bang of somber zijn. Dat kost veel energie. Je kunt er extra moe van worden. Daardoor kun je weer bang of somber worden. Je kunt leren omgaan met moe zijn. Een psycholoog of ergotherapeut kan hier bijvoorbeeld bij helpen.

Wat kun je zelf doen?

  • Leg aan de mensen om je heen uit dat het door de kanker komt dat je zo moe bent. Zo begrijpen ze je beter. Bijvoorbeeld als je niet meegaat naar een feestje. Of steeds als eerste gaat slapen. Niet iedereen weet dat moe zijn bij kanker anders is dan gewoon moe zijn.
  • Beweeg genoeg en eet gezond met genoeg calorieën en eiwitten.
  • Heb je weinig zin in eten? Lees de adviezen om een goed gewicht te houden.
  • Zorg dat je goed slaapt.
  • Plan niet te veel op 1 dag. Verdeel je activiteiten over de dag en over de week. Plan ook rust in.
  • Kies de dingen uit die je belangrijk vindt om te doen.
  • Vraag hulp van iemand die je goed kent of de thuiszorg. Vooral bij dingen die veel energie kosten, zoals schoonmaken.

Wat kun je doen bij dikke benen na je behandeling van eierstok-kanker?

Zijn je lymfeklieren in je buik of bekken weggehaald? Dan heb je een grotere kans om dikke benen of een dikke buik te krijgen. Er zit dan te veel vocht in je benen of in de buikwand. Dit heet lymfe-oedeem.

Meestal krijg je het kort na je behandeling. Soms ook pas jaren erna.
Je been kan in het begin zwaar aanvoelen. Of je buik of het gebied rond je vagina voelt zwaar. Ook kun je pijn of een strak gevoel hebben. Meestal wordt je been pas later dikker.
Herken je deze klachten? Vertel dit aan je arts of verpleegkundige.

Je kunt een behandeling krijgen voor lymfe-oedeem. Daarvoor ga je naar een fysiotherapeut of huid-therapeut met veel verstand van vocht in de benen of buik. De therapeut kan ervoor zorgen dat je been of buik minder dik wordt. En jou leren hoe je hier het beste mee kunt omgaan.
Als je been dunner is, krijg je vaak ook een steunkous. Die zorgt ervoor dat je been niet weer dikker wordt.

Wat kun je doen als je bang of somber bent na je behandeling van eierstok-kanker?

Soms kun je ook psychische klachten hebben door eierstok-kanker en de behandeling. Je bent misschien bang dat de kanker terugkomt. Of bang voor de dood. Misschien ben je het vertrouwen in je lichaam kwijt. Of heb je heel veel last van klachten na je behandelingen. Je kunt je somber of eenzaam voelen. Of je maakt je veel zorgen en het lukt niet om te stoppen met hierover nadenken (piekeren).

Wat kun je doen als je bang of somber bent?

  • Vertel hoe je je voelt aan mensen die belangrijk voor je zijn. Zoals je partner als je die hebt, familie en vrienden. Je voelt je dan minder alleen.
  • Bespreek met je arts of verpleegkundige waar je last van hebt. Je kunt hulp krijgen van een psycholoog of van de praktijkondersteuner.
  • Je kunt ook praten met een geestelijk verzorger. Dat is iemand die veel met mensen over zingeving praat. Bijvoorbeeld over vragen over leven, dood, liefde en ziekte. Je vindt iemand bij jou in de buurt via een Centrum voor Levensvragen.
  • Je kunt hulp krijgen bij een centrum voor leven met en na kanker. Hier kun je ook praten met mensen die hetzelfde meemaken. Kijk op de website van IPSO of er een centrum bij jou in de buurt is.
  • Het kan steun geven om te praten met mensen die hetzelfde meemaken. Die vind je bijvoorbeeld via patiënten-organisatie Olijf of Kanker in de familie.

Wat kun je doen bij klachten van de overgang na je behandeling van eierstok-kanker?

Was je nog niet in de overgang en zijn je eierstokken weggehaald tijdens de behandeling? Dan kom je direct in de overgang. Hierdoor kun je deze klachten krijgen:

  • opvliegers
  • drogere vagina
  • zweten, vooral 's nachts
  • slecht slapen
  • pijn in je spieren en gewrichten
  • je somber of bang voelen
  • sneller dingen vergeten
  • botontkalking

Bespreek je klachten met je arts of verpleegkundige. Er zijn adviezen en behandelingen die je helpen om hiermee te gaan.

Problemen met seks na je behandeling van eierstok-kanker

Vanaf 6 weken na de operatie mag je weer seks hebben. Veel vrouwen die behandeld zijn voor eierstok-kanker hebben lange tijd minder of geen zin in seks. Dat kan bijvoorbeeld hierdoor komen:

  • Misschien ben je na de behandeling bang of somber. Of onzeker over je lichaam, of over hoe het verdergaat. Hierdoor kun je bijvoorbeeld minder of helemaal geen zin hebben in seks.
  • Ook je relatie kan veranderen. Je partner kan zich bijvoorbeeld onzeker voelen over het omgaan met iemand die ziek is geweest.
  • De zin in seks kan soms ook minder belangrijk worden. Bijvoorbeeld als je je nog ziek voelt of als je gespannen bent. Of misschien ben je erg moe en voel je je somber. Door de kanker ben je misschien heel anders naar het leven gaan kijken. Dat kan seks ook minder belangrijk maken.
  • Zijn je eierstokken weggehaald en ben je in de overgang gekomen? Ook dan kunnen je seksuele gevoelens veranderen. Je kunt bijvoorbeeld klachten van je vagina krijgen.

Bespreek de problemen met je arts of verpleegkundige. Die vinden het heel normaal om hierover te praten. Ze kunnen je adviezen geven. Ook zijn er medicijnen bij bijvoorbeeld klachten van je vagina.
Als het nodig is, kan je arts je doorsturen naar een arts of psycholoog die veel weet over problemen bij seks (seksuoloog).

Wat kun je doen bij problemen met je stoma?

Als je een stoma hebt gekregen, is dat waarschijnlijk erg wennen. Je kunt erover praten met de stoma-verpleegkundige of je arts. Ook contact met andere mensen die hetzelfde meemaken, kan prettig zijn en je steun geven. Bijvoorbeeld via de Stomavereniging.

Je kunt problemen krijgen met je stoma. Soms is dat vlak na de operatie, soms pas na jaren. Bespreek ze met je arts of de stoma-verpleegkundige. Deze dingen kunnen gebeuren:

  • Je stoma kan uit je buik steken.
    De darm wordt naar buiten gedrukt, dit heet prolaps. Dat komt doordat er te veel druk op staat. Bijvoorbeeld door hoesten, persen of iets zwaars tillen. Soms is een nieuwe operatie nodig.
  • Er kan een zwakke plek in de buik dichtbij de stoma ontstaan.
    Je darmen of andere organen in je buik komen door een zwakke plek heen. Daardoor krijg je een bult onder je huid dichtbij je stoma. Als je er veel last van hebt, kun je een operatie krijgen.
  • Door littekens om je stoma heen kan de opening kleiner worden.
    Het kan dan helpen om je stoma op te rekken. Dit kan met je vinger of speciale staafjes. Soms is een nieuwe operatie nodig.
  • De huid rond de stoma doet pijn of gaat ontsteken.
    Dit komt doordat er poep op je huid komt of doordat het zakje steeds tegen je huid zit. Soms helpt het om een zakje van ander materiaal te proberen.

Weer werken na je behandeling van eierstok-kanker

Als je kanker hebt gehad, is er veel onzeker. Ook of je weer kunt gaan werken. Je kunt je moe, bang of somber voelen, waardoor werken moeilijker gaat.

Als je werkt, ben je even met iets anders bezig. Het kan je een beter gevoel over de dag geven als je dingen plant en doet.

Samen met je werkgever en de bedrijfsarts kijk je of je weer kunt werken. En wanneer en hoe. Soms moet er iets veranderen aan je werk.

Bekijk wie je kunnen helpen als je weer wilt gaan werken.

Meer informatie over eierstok-kanker

  • Meer informatie over eierstok-kanker: patiënten-organisatie Olijf en kanker.nl.
  • Contact met andere mensen die ook eierstok-kanker hebben: Olijf en Kanker in de familie.
  • Bij centra van IPSO kun je hulp krijgen na je behandeling van eierstok-kanker. Ook kun je praten met andere mensen die zijn behandeld voor eierstok-kanker. Op de website van IPSO vind je een centrum bij jou in de buurt.

Over deze tekst

FMS
Deze tekst is aangepast op