Ik krijg een buikoperatie bij eierstokkanker (stadieringsoperatie)

In het kort

In het kort

  • Bij een laag stadium eierstokkanker krijgt u een buikoperatie.
  • De arts haalt de eierstokken weg en neemt stukjes weefsel weg uit de buik.
  • Onder een microscoop wordt onderzocht of daar kleine uitzaaiingen in zitten.
  • De kans op genezing is groot.
  • Soms zijn tijdens de operatie grotere uitzaaiingen te zien in de buik. Dan is een uitgebreide buikoperatie nodig.
Wat is het

Buikoperatie om het stadium van eierstokkanker te bepalen

Bij laag stadium eierstokkanker krijgt u een buikoperatie. Dit heet een stadiëringsoperatie.

  • De arts haalt de eierstokken, eileiders en (meestal) de baarmoeder weg.
  • De arts haalt stukjes weefsel weg uit uw buik. Onder een microscoop wordt bekeken of er kleine uitzaaiingen in dat weefsel zitten.
Voorbereiding

Voorbereiding op de stadieringsoperatie

  • U heeft een gesprek met uw arts. U hoort hoe de operatie gaat en u kunt vragen stellen.
  • Gebruikt u medicijnen, bijvoorbeeld voor uw bloeddruk of voor diabetes? Vraag uw arts of u voor de operatie met de medicijnen moet stoppen.
  • Zorg ervoor dat u zo fit mogelijk bent. Dan herstelt u beter. Rookt u? Roken is slecht voor uw herstel. Probeer ruim voor de operatie te stoppen met roken, liefst 6 weken ervoor.
  • U kunt beter niet zelf autorijden als u net geopereerd bent. Regel daarom van tevoren dat iemand u op komt halen.
  • Op de dag van de operatie moet u nuchter zijn. Uw arts vertelt u vanaf welk moment u niet meer mag eten of drinken.
Verdoving

Verdoving tijdens de buikoperatie bij eierstokkanker

U krijgt een narcose en meestal een ruggenprik.

  • Door de narcose bent u in slaap tijdens de operatie. U merkt niets van de operatie.
  • Door de ruggenprik heeft u minder pijn na de operatie.
  • Meestal is beademing nodig. Daarvoor krijgt u een buisje in uw keel. U kunt na de operatie keelpijn hebben.
  • U kunt nog een paar dagen suf, slaperig en somber zijn.
De operatie

Hoe verloopt de buikoperatie bij eierstokkanker?

Een gynaecoloog-oncoloog doet de operatie. Deze arts:

  • maakt een snee in uw buik. De snee loopt meestal van het schaambeen tot boven aan het borstbeen;
  • haalt de eierstokken, eileiders en (meestal) de baarmoeder weg;
  • haalt weefsel weg waarin de tumor uitgezaaid kan zijn, zoals het vetschort in de buik, lever, middenrif en lymfeklieren;
  • haalt wat buikvocht uit de buik.

Het weefsel en buikvocht worden onderzocht in een laboratorium. De snee in uw buik wordt gehecht.

De operatie duurt meestal ongeveer 3 tot 5 uur.

Na de operatie

De eerste dagen na de buikoperatie bij eierstokkanker

U wordt wakker in de uitslaapkamer. Als u goed wakker bent, kunt u naar de verpleegafdeling. U blijft waarschijnlijk ongeveer 5 dagen in het ziekenhuis.

  • U krijgt pijnstillers en pijnbestrijding via een ruggenprik.
  • Heeft u toch pijn? Bijvoorbeeld als u beweegt, hoest of diep ademhaalt? Vraag dan extra pijnstillers aan de verpleegkundige. Door pijn herstelt u minder snel. Het is daarom belangrijk pijn goed te bestrijden.
  • Beweeg regelmatig uw armen en benen. De kans op een bloedpropje (trombose) is dan kleiner.
  • U krijgt ook medicijnen die de kans op trombose verminderen.
  • Meestal kunt u de dag na de operatie korte tijd uit bed. De dagen daarna steeds langer. U kunt dan ook meer zelf doen, bijvoorbeeld zelf naar het toilet gaan.

Na de operatie heeft u waarschijnlijk een of meer slangetjes in uw lichaam:

  • Een slangetje dat via uw neus naar uw maag gaat. U krijgt vocht en voeding via dit slangetje. Dit slangetje blijft zitten tot uw darmen weer goed werken en u niet meer misselijk bent als u een slokje water drinkt.
  • Tijdens de operatie krijgt u zuurstof via een slangetje naar uw longen. Soms blijft dit zitten tot de dag na de operatie.
  • Een slangetje in uw blaas. De urine loopt via dit slangetje naar een opvangzak. Dit slangetje blijft meestal tot de dag na de operatie zitten.
  • Een of meer slangetjes door de buikwand. Het wondvocht loopt hierdoor naar een opvangzak. Deze slangetjes kunnen eruit als de wond nog maar weinig vocht maakt.

Naar huis

In het begin kunt u niet alles zelf doen. Het is belangrijk om hulp in huis te regelen, bijvoorbeeld van uw partner of familie. Soms is thuiszorg mogelijk via uw gemeente. Voor hulp bij het wassen, aankleden en dergelijke kunt u een wijkverpleegkundige inschakelen.

Risico's

Risico’s bij een buikoperatie voor eierstokkanker

Risico’s tijdens de operatie:

  • U kunt een bloeding krijgen. Zo nodig krijgt u extra bloed (bloedtransfusie).
  • De darm, blaas, urineleider of een ander orgaan kan beschadigen als de arts de tumor(en) wegsnijdt. Dit wordt direct hersteld.

Risico’s na de operatie:

  • U kunt een nabloeding krijgen in uw buik. Dan is soms een tweede operatie nodig.
  • De operatiewond kan ontsteken. De wond is dan (extra) rood, warm, opgezwollen en pijnlijk. U krijgt dan antibiotica.
  • Is een deel van de darm verwijderd? Soms gaat de darm of de stoma lekken.
  • Een longontsteking. U krijgt dan antibiotica.
  • Verstopping in de bloedvaten (trombose). U krijgt bloedverdunnende medicijnen om de kans op trombose te verkleinen.
  • Er kan een zwakke plek of breuk in de buikwand ontstaan waar een stuk van de darm doorheen drukt. Dat is te zien als een bult onder de huid van uw buik. Vaak is hiervoor een operatie nodig.
  • Te veel vocht in uw benen of onderbuik. Dit komt omdat de lymfeklieren zijn weggehaald. Dit kan behandeld worden door een fysiotherapeut.
  • U kunt een blaasontsteking krijgen door het slangetje in uw blaas (katheter).
  • Soms is de darm afgesloten na de operatie. Meestal wordt de maag dan leeggehaald via een slangetje door uw neus. Dat vermindert de druk op uw darm. Zo nodig krijgt u vocht via een infuus. Soms is een operatie nodig om de darm weer te openen.
  • Soms krijgt u tijdens de operatie veel vocht toegediend, bijvoorbeeld als uw bloeddruk laag is. Na de operatie heeft u dan een opgeblazen gevoel. U bent dan ook zwaarder dan voor de operatie. Het opgeblazen gevoel en het extra gewicht verdwijnen vanzelf weer.
Wanneer bellen

Wanneer contact opnemen als u weer thuis bent na een buikoperatie voor eierstokkanker?

Neem contact op met het ziekenhuis:

  • als er weer bloed uit de wond komt;
  • als u koorts boven de 38,5 °C heeft;
  • als de wond (extra) rood en gezwollen is;
  • als u 2 weken na de operatie nog vaginaal bloedverlies heeft;
  • als u 6 weken na de operatie nog bruine afscheiding heeft.
Controles

Controles na de behandeling voor eierstokkanker

Controles

Na de behandeling overlegt u met uw arts hoe vaak u op controle komt. Meestal is het zo:

  • 1e en 2e jaar na de behandeling: elke 3 maanden controle.
  • 3e jaar na de behandeling: elke 4 maanden controle.
  • 4e en 5e jaar na de behandeling: elke 6 maanden controle.
  • Vanaf 5 jaar na de behandeling: uw arts bespreekt met u of u nog 1 keer per jaar onder controle blijft.

Maakt u zich zorgen of heeft u klachten? Dan kunt u altijd eerder op controle gaan.

Samen met uw arts beslist u hoe de controles na het eerste jaar gaan: in het ziekenhuis komen, bellen of via e-mail. Hierbij kunt u ook de Keuzekaart Eierstokkanker (nazorg) gebruiken.

Wat gebeurt er bij de controle?

  • Heeft u nog klachten? Dan kunt u die bespreken met uw arts.
  • De arts controleert of de ziekte weer terugkomt. In dat geval krijgt u meestal chemotherapie.
  • U krijgt een lichamelijk onderzoek. De arts voelt uw buik en klopt erop. Zo kan hij voelen en horen of er vocht in uw buik zit. De arts kan ook voelen of de lymfeklieren in uw liezen of hals opgezet zijn.
  • U krijgt een gynaecologisch onderzoek. De arts voelt en kijkt via de vagina naar de organen in uw buik. Hij maakt een echo via de vagina. De arts kan ook via de endeldarm voelen of er afwijkingen zijn in de buik.
  • Bloedonderzoek is alleen zinvol als de arts vermoedt dat de kanker terug is. Bijvoorbeeld als u klachten heeft die daarop wijzen.

De behandeling kan veel invloed op uw leven hebben. U kunt nog lang klachten houden, zoals vermoeidheid, somberheid en pijn.

Blijkt bij een controle dat de ziekte weer terug is? U krijgt dan weer een behandeling.

  • Soms is weer een operatie mogelijk. De arts haalt dan zo veel mogelijk tumorweefsel weg.
  • Meestal krijgt u chemotherapie om de ziekte te remmen. Het doel is dat u zich zo lang mogelijk goed blijft voelen. U geneest dan niet meer.
Keuzekaart

Keuzekaart

Gebruik de keuzekaart om samen met uw arts te beslissen hoe de verdere controles gaan.

Meer informatie

Meer informatie over eierstokkanker

  • Vrouwen met eierstokkanker kunnen voor lotgenotencontact terecht bij Olijf, Netwerk van vrouwen met gynaecologische kanker.
  • Vrouwen met een erfelijke aanleg voor eierstokkanker kunnen voor lotgenotencontact terecht bij Oncogen van de Borstkankervereniging Nederland (BVN).
  • Mensen met het syndroom van Lynch en mensen met het syndroom van Peutz-Jeghers kunnen voor lotgenotencontact terecht bij patiëntenorganisatie Lynch-Polyposis.
  • Wilt u meedoen aan een onderzoek naar erfelijke eierstokkanker? Dat kan met de Hebon studie.
  • Informatie over ziekenhuizen die eierstokkanker behandelen: Ziekenhuischeck.nl.
  • Wat andere mensen vinden van een ziekenhuis of arts: Zorgkaart Nederland.
  • Bent u door eierstokkanker onvruchtbaar en wilt u een kind adopteren? Kijk dan op de website van Stichting Adoptievoorzieningen.

De informatie over eierstokkanker is gebaseerd op:

Deze tekst is aangepast op
FMS

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?