In het kort

  • Je hebt een aanval gehad. Je huisarts heeft je doorgestuurd naar een arts die veel weet over de hersenen (neuroloog).
  • In het ziekenhuis krijg je een gesprek met deze arts.
  • Ook kun je deze extra onderzoeken krijgen:
    • een EEG-onderzoek (hersenfilmpje)
    • een MRI
    • soms bloedonderzoek of een onderzoek van je hart
  • Je arts bespreekt het resultaat van de onderzoeken met je.

Wat is epilepsie?

Epilepsie is een ziekte van de hersenen. Hierdoor kun je aanvallen krijgen. Bij zo'n aanval werken je hersenen even niet goed. Je hebt geen controle meer over je lichaam. Er zijn verschillende soorten aanvallen.

Wat merk je van epilepsie?

Bij epilepsie krijg je epilepsie-aanvallen. Er zijn verschillende soorten aanvallen.

Een absence

Je bent even niet helemaal bij bewustzijn. Andere mensen zien dat je even voor je uit staart en nergens op reageert. Dit duurt niet lang. Soms maar een paar seconden tot maximaal een paar minuten. Daarna ga je weer door met waar je mee bezig was. Zelf heb je niet gemerkt dat je zat te staren. Soms merk je achteraf dat je even in de war bent.

Een aanval waarbij alleen een arm of een been schokt

Hierbij gaat opeens een arm of een been schokken. Het lukt niet om hiermee te stoppen. Je kunt hierbij wakker zijn. Deze aanval begint op 1 plek in je hersenen. Soms gaat de aanval naar andere plekken in je hersenen. Dan gaat je hele lichaam schokken en ben je bewusteloos.

Een aanval waarbij je hele lichaam gaat schokken

Je spieren spannen zich aan en je armen en je benen gaan tegelijk schokken. Je bent hierbij bewusteloos. Deze aanval begint op verschillende plekken in je hersenen.

Een ander soort aanval

Er zijn nog veel andere soorten aanvallen. Je kunt bijvoorbeeld opeens helemaal slap worden en op de grond vallen. Of opeens in de war zijn. Dat duurt dan een paar minuten, daarna is het weer over. Ook kun je last hebben van een doof of tintelend gevoel.

Wanneer stuurt de huisarts je naar het ziekenhuis om te weten of je epilepsie hebt?

Je huisarts stuurt je naar het ziekenhuis als je 1 of meer aanvallen hebt gehad. En als je huisarts denkt dat die aanvallen misschien door epilepsie kunnen komen.
In het ziekenhuis kom je bij een arts die veel weet over de hersenen (neuroloog).

Niet alle aanvallen komen door epilepsie. Soms komt het bijvoorbeeld door flauwvallen. Vaak kan je huisarts zeggen of dat zo is.

Hoe gaat je afspraak bij de neuroloog om te weten of je epilepsie hebt?

Je krijgt eerst een gesprek met je arts. Je arts vraagt je bijvoorbeeld deze dingen:

  • Hoe begon je aanval?
  • Wat gebeurde er tijdens je aanval?
  • Waar had je last van bij je aanval?
  • Ging je aanval vanzelf over?
  • Hoe voelde je je na je aanval?
  • Was dit de eerste keer? Of heb je al eens eerder een aanval gehad?

Vaak weet je zelf niet dat je een aanval hebt gehad. Dan helpt het om iemand mee te nemen die je aanval heeft gezien.
Heb je vaker aanvallen gehad? Dan heeft iemand er misschien een filmpje van gemaakt. Laat dat dan zien bij de afspraak.

Je arts bespreekt met je of je extra onderzoeken nodig hebt.

Welke extra onderzoeken kun je krijgen om te weten of je epilepsie hebt?

Je kunt dit extra onderzoek krijgen:

  • EEG-onderzoek (hersenfilmpje)
    Bij dit onderzoek krijg je plakkers op je hoofd. De plakkers zitten met draadjes vast aan een apparaat. Je arts kan zo de activiteit van je hersenen meten. Bij mensen met epilepsie is die activiteit anders dan bij mensen zonder epilepsie.
    Soms is er bij dit onderzoek niet meteen iets te zien. Dan kan de arts je vragen het onderzoek nog een keer te doen als je een nacht niet hebt geslapen. De verschillen in activiteit van je hersenen zijn dan soms beter te zien.

Je arts kan zeggen of je epilepsie hebt met informatie of een video over je aanval en met EEG-onderzoek. Als je arts wil weten wat de oorzaak is van je epilepsie, kun je deze extra onderzoeken krijgen:

  • Een MRI
    Een apparaat maakt een scan van je hersenen. Op de scan kan je arts je hersenen zien. Ook kan die zien of je een ziekte van je hersenen hebt. Soms kun je geen MRI krijgen. Je krijgt dan een CT-scan.
  • Bloedonderzoek
    Soms moet je bloed laten prikken. Dit is vooral zo als je na een aanval een behandeling krijgt op de spoedafdeling van het ziekenhuis. Met bloedonderzoek kan je arts uitzoeken of je aanval misschien ergens anders door komt.
  • Onderzoek van je hart
    Je kunt dit onderzoek krijgen als je arts denkt dat de aanval misschien komt door een probleem aan je hart. Soms laat de arts een hartfilmpje maken (ECG). Maar er kan ook meer onderzoek nodig zijn. Je arts stuurt je dan naar een arts die veel weet over het hart (cardioloog).

Hoe gaat het verder na de onderzoeken om te weten of je epilepsie hebt?

Je arts bespreekt met je wat er uit de onderzoeken komt. Er kunnen verschillende uitkomsten zijn:

  • Je hebt epilepsie.
    Je overlegt met je arts of je medicijnen nodig hebt.
  • Het is niet duidelijk of je epilepsie hebt.
    Als je 1 keer een aanval hebt gehad, hoef je nog geen epilepsie te hebben. Je kunt bijvoorbeeld een aanval krijgen doordat je 1 of 2 nachten niet hebt geslapen. Of omdat je te veel alcohol hebt gedronken of drugs hebt gebruikt. Zo’n aanval krijg je vaak niet nog een keer als je gezond leeft.
    Je bespreekt met je arts of je nog een keer voor een controle-afspraak komt. Of dat je weer terugkomt bij je arts als je toch weer een aanval hebt gehad.
  • Je hebt geen epilepsie.
    Je aanval komt dan ergens anders door. Bijvoorbeeld door een probleem aan je hart of door stress. Soms wordt het niet duidelijk waar je aanval door komt.

Wanneer bellen bij een aanval?

Bel de arts in het ziekenhuis als je nog een keer een aanval hebt gekregen.

Vertel aan mensen om je heen dat ze 112 moeten bellen als jij weer een aanval krijgt.

Meer informatie over epilepsie en onderzoeken

FMS
Deze tekst is aangepast op