Ik slik medicijnen tegen epilepsie
In het kort
- Medicijnen tegen epilepsie zorgen ervoor dat je geen aanvallen of minder aanvallen krijgt.
- Soms is het even zoeken naar het medicijn dat het beste bij je past.
- Je kunt bijwerkingen van je medicijnen krijgen. Bijvoorbeeld hoofdpijn, duizelig zijn of slaperig zijn.
- Stop nooit zomaar met je medicijnen. Bespreek dit altijd eerst met je arts.
Voordat je met medicijnen tegen epilepsie-aanvallen begint
Medicijnen zorgen ervoor dat je geen aanvallen meer krijgt. Of dat je minder aanvallen krijgt. Welk medicijn voor jou geschikt is, hangt af van deze dingen:
- wat voor soort epilepsie-aanvallen je hebt
- je leeftijd
- je geslacht
- of je nog andere medicijnen gebruikt
- of je zwanger bent of binnenkort zwanger wilt worden
- of je ook andere ziektes hebt
- welke bijwerkingen je van de medicijnen kunt krijgen
Samen met de arts in het ziekenhuis bespreek je welk medicijn je kunt gaan gebruiken. Het is belangrijk dat de arts weet of je bijvoorbeeld nog andere medicijnen gebruikt.
Bij sommige medicijnen is extra onderzoek nodig voordat je eraan begint. Bijvoorbeeld een hartfilmpje (ECG). Je arts bespreekt dit met je.
Medicijnen tegen epilepsie-aanvallen
Medicijnen genezen epilepsie niet. Ze kunnen er wel voor zorgen dat je geen aanvallen meer krijgt. Of veel minder aanvallen.
De meeste mensen krijgen 1 van deze medicijnen:
lamotrigine
,
levetiracetam
of
lacosamide
. Je bespreekt met je arts welk medicijn het beste bij jou past. En hoe vaak je het medicijn gebruikt.
Soms zijn deze medicijnen niet geschikt voor jou. Of werken deze medicijnen bij jou niet. Dan krijg je soms een ander medicijn.
Medicijnen om een aanval te stoppen
Soms krijgen mensen medicijnen om een aanval te stoppen. Voorbeelden zijn: midazolam , clonazepam en diazepam . Deze middelen kun je krijgen met een neusspray, een prik, druppels of via de anus.
clonazepam
Clonazepam behoort tot de benzodiazepinen. Het beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen. Het werkt ook rustgevend, spierontspannend en vermindert angstgevoelens.
Artsen schrijven het voor bij epilepsie. Ze schrijven het soms voor bij paniekstoornissen, sociale angststoornis en spierkrampen.
diazepam
Diazepam behoort tot de benzodiazepinen. Het werkt rustgevend, spierontspannend, vermindert angstgevoelens en beïnvloedt de overdracht van elektrische prikkels in de hersenen.
Artsen schrijven het voor bij angstgevoelens en gespannenheid, paniekstoornissen, slapeloosheid, alcoholontwenning, spierkrampen, epilepsie, onrust en bij klachten in de laatste levensfase.
lacosamide
Lacosamide beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen.
Artsen schrijven het voor bij epilepsie.
lamotrigine
Lamotrigine beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen.
Artsen schrijven het voor bij epilepsie en bij manische depressie (bipolaire stoornis) om depressie en manie te voorkomen.
Artsen schrijven lamotrigine soms voor bij zenuwpijn en bij posttraumatische stressstoornis (PTSS).
levetiracetam
Levetiracetam beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen.
Artsen schrijven het voor bij epilepsie.
midazolam
Midazolam behoort tot de benzodiazepinen. Het werkt rustgevend, spierontspannend, vermindert angstgevoelens en beïnvloedt de overdracht van elektrische prikkels in de hersenen.
Artsen schrijven het voor bij slapeloosheid, onrust, aanvallen van epilepsie en alcoholontwenning.
Hoe gaat het als je net met medicijnen tegen epilepsie-aanvallen bent begonnen?
Het kan even duren voordat de medicijnen goed werken. Meestal krijg je in het begin maar weinig van het medicijn. Je moet namelijk wennen aan de nieuwe medicijnen. Als het goed gaat neem je steeds wat meer, totdat de medicijnen goed werken. Dat kan een paar weken duren. Je arts bespreekt met je hoeveel van het medicijn je kunt nemen.
Worden je aanvallen niet minder? Dan werkt je medicijn misschien niet goed genoeg. Je kunt dan een ander medicijn krijgen. Of je krijgt er een medicijn bij.
Keuzekaart medicijnen
Heb je epilepsie-aanvallen die op 1 plek in je hersenen beginnen? Bijvoorbeeld aanvallen waarbij 1 arm of 1 been schokt. Dan kan de keuzekaart ‘Medicijnen bij epilepsie’ jou en je arts helpen in de keuze welk medicijn voor jou geschikt is.
Welke bijwerkingen kun je krijgen van medicijnen tegen epilepsie-aanvallen?
Bijwerkingen zijn voor iedereen anders. Het hangt van je medicijnen af welke bijwerkingen je kunt krijgen. Deze bijwerkingen komen het meest voor:
- hoofdpijn
- duizelig zijn
- misselijk zijn
- slaperig zijn
- diarree
- zwaarder worden
- moe zijn
- meer of minder trek hebben in eten
Je hebt vaak het meeste last van bijwerkingen als je net met de medicijnen bent begonnen. Dat wordt meestal beter als je de medicijnen een tijdje gebruikt en eraan gewend bent.
Blijf je toch veel last houden van bijwerkingen? Bespreek dit dan met je arts of verpleegkundige. Misschien gaat het beter met een ander medicijn.
Adviezen als je medicijnen tegen epilepsie-aanvallen gebruikt
- Neem elke dag het medicijn op dezelfde tijd in.
- Krijg je een operatie? Vertel dan dat je epilepsie hebt. Bij een grote operatie kun je vaak een tijdje geen medicijnen slikken. Dan moet je de medicijnen op een andere manier krijgen.
- Krijg je medicijnen voor iets anders dan epilepsie? Vertel die arts dan welke medicijnen je gebruikt voor de epilepsie. Medicijnen gaan niet altijd goed samen.
- Ben je ziek? Blijf dan toch de medicijnen slikken.
- Schrijf op een kaartje dat je epilepsie hebt en draag dit kaartje altijd bij je. Schrijf erbij wie je bent en wie mensen moeten bellen als je een aanval hebt.
- Vertel mensen die je vaak ziet dat je epilepsie hebt. En leg uit wat ze moeten doen als je een aanval hebt. Je kunt bijvoorbeeld uitleggen hoe ze je het beste kunnen helpen en of ze je medicijnen moeten geven bij een aanval.
Deze dingen kunnen helpen om minder aanvallen te hebben:
- Probeer zoveel mogelijk op dezelfde tijd naar bed te gaan. En op dezelfde tijd op te staan. Slaap je slecht? Kijk dan bij slaapadviezen.
- Drink weinig of geen alcohol. Kijk of je misschien te veel alcohol drinkt.
- Gebruik geen drugs.
- Heb je aanvallen door lichtflitsen? Probeer die dan te vermijden, denk ook aan snel knipperende lichten bij een concert of feest. Wees voorzichtig met computerspellen en films met veel lichtflitsen.
- Heb je veel stress? Probeer de oorzaken aan te pakken.
Wat moet je doen als je een ander merk medicijn krijgt van de apotheek?
Het kan gebeuren dat je een ander merk medicijn krijgt van de apotheek.
Gebruik je
carbamazepine
,
fenobarbital
,
oxcarbazepine
,
primidon
of
valproïnezuur
(valproaat)? Dan kan wisselen van merk grote problemen geven. Artsen, apothekers en zorgverzekeraars hebben afgesproken dat je bij deze medicijnen niet zomaar van merk mag wisselen.
Gebeurt dit toch? Bespreek dit met de apotheker.
carbamazepine
Carbamazepine brengt overprikkelde zenuwen in de hersenen tot rust.
Artsen schrijven het voor bij epilepsie, zenuwpijn, diabetes insipidus, manie en alcoholontwenning.
fenobarbital
Fenobarbital beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen.
Artsen schrijven het voor bij epilepsie.
oxcarbazepine
Oxcarbazepine is een middel tegen epilepsie. Het beïnvloedt de informatieoverdracht via de zenuwen in de hersenen.
Artsen schrijven het voor bij epilepsie en soms bij zenuwpijn.
primidon
Primidon beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen.
Artsen schrijven het voor bij epilepsie en soms bij essentiële tremor (beven en trillen).
valproïnezuur
Valproïnezuur beïnvloedt de informatieoverdracht via zenuwen in de hersenen. Het wordt toegepast bij verschillende ziektes.
Artsen schrijven valproïnezuur voor bij epilepsie en manie. Artsen schrijven het soms voor bij migraine en bij voortdurende hik.
Kun je stoppen met je medicijnen tegen epilepsie-aanvallen?
Stop nooit zomaar met je medicijnen. Je aanvallen kunnen dan weer terugkomen. Bespreek het altijd met je arts als je wilt stoppen met je medicijnen.
Als je 2 of 3 jaar geen aanvallen meer hebt gehad, kun je soms stoppen met je medicijnen. Je gaat dan steeds een beetje minder van je medicijnen gebruiken. Je overlegt met je arts hoe je dit het beste doet.
Hoe gaat het verder als je medicijnen tegen epilepsie-aanvallen slikt?
Ongeveer 7 van de 10 mensen krijgen geen aanvallen meer als ze hun medicijnen blijven gebruiken.
Je spreekt met je arts af hoe vaak je terugkomt voor een controle-afspraak. Samen bespreken jullie hoe het met je gaat. En of je nog aanvallen hebt, of minder aanvallen. Soms laat je arts bij de controle bloed prikken om te weten hoeveel van het medicijn je in je bloed hebt. Dat kan de arts bijvoorbeeld laten doen als de medicijnen niet genoeg helpen.
Extra behandelingen
Soms krijg je nog steeds aanvallen, ook al heb je 2 of meer medicijnen geprobeerd. Dan kun je soms een extra behandeling krijgen.
Omgaan met epilepsie
Het kan moeilijk zijn om te leven met epilepsie. Lees de adviezen over hoe je goed omgaat met epilepsie.
Wanneer bellen als je medicijnen tegen epilepsie-aanvallen slikt?
Zie je dat iemand een aanval heeft?
Bel direct 112, de huisarts of de huisartsen-spoedpost in 1 van deze situaties:
- Je hebt nog niet eerder een epilepsie-aanval bij iemand meegemaakt.
- Je hebt wel eerder een epilepsie-aanval meegemaakt, maar de aanval gaat anders dan je van die persoon gewend bent.
- De aanval duurt langer dan 5 minuten.
- De aanval is eventjes over en begint dan weer.
- De persoon wordt na de aanval niet goed wakker.
Na een aanval zijn mensen nog een tijdje suf of in de war. Let op dat dit langzaam beter gaat. Gaat het niet beter of is iemand na een half uur nog niet helemaal hersteld? Bel dan 112, de huisarts of de huisartsen-spoedpost.
Heb je zelf epilepsie?
Bel de arts die je epilepsie behandelt als je 1 of meer van deze dingen hebt:
- Je slikt medicijnen tegen epilepsie, maar je krijgt toch nog vaak een aanval. Of je krijgt steeds vaker een aanval.
- Je hebt bijwerkingen van de medicijnen.
Meer informatie medicijnen tegen epilepsie-aanvallen
- Meer informatie over medicijnen tegen epilepsie: EpilepsieNL en de Epilepsielijn.
- Contact met andere mensen met epilepsie via EpilepsieNL.
Over deze tekst
Artsen en tekstschrijvers van Thuisarts hebben deze informatie gemaakt met:
- de richtlijn voor artsen over epilepsie
- de leidraad voor artsen en apothekers over verantwoord wisselen van medicijnen
Lees wie de informatie van Thuisarts maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.