Ik zie niet goed

Als u 65 of jonger bent

Ziet u minder goed en bent u 65 jaar of jonger? Dat komt meestal:

• doordat de lens in uw oog niet genoeg kan scherp stellen
  Daardoor kan het zijn:
  • dat u dingen die ver weg zijn niet scherp ziet: dit heet bijziend. Dichtbij ziet u goed.
  • dat u dichtbij minder scherp ziet: dit heet verziend. Dingen ver weg ziet u goed.
• doordat uw hoornvlies een ongelijke vorm heeft
  Dit heet astigmatisme of cilinderafwijking.

U heeft dan een bril of lenzen nodig. Hiervoor kunt u naar een brillenwinkel (een opticien).

Soms komt minder goed zien bij mensen jonger dan 65 door een oogziekte.

Als u ouder bent dan 65

Bent u ouder dan 65 jaar? Dan is de kans groter dat u een oogziekte heeft. Bijvoorbeeld:

• staar: u ziet wazig en minder heldere kleuren.
• maculadegeneratie: het midden van uw beeld wordt langzaam steeds waziger en de dingen die u ziet kunnen een iets andere vorm krijgen.
• glaucoom: de randen van uw beeld worden donker.
• mouches volantes: u ziet kleine vlekjes.
• glasvochtloslating: u ziet kleine vlekjes en lichtflitsen.

Andere oorzaken van minder zien zijn:

• droge ogen: u ziet waziger en u heeft een branderig gevoel in uw ogen.
  Dit kan bijvoorbeeld komen doordat u veel met een beeldscherm werkt.
• migraine aura: u ziet in beide ogen een lichte vlek die groter wordt, met kleuren en lichtflitsen of schitteringen.
  De vlek is meestal binnen een half uur weer weg.
• schade aan uw ogen door diabetes.
• een beroerte: u ziet opeens wazig of dubbel, of een deel van uw beeld is weg.
• epilepsie: bij bepaalde aanvallen zien mensen lichtflitsen, vlekken of kleuren.
• medicijnen, zoals medicijnen tegen plas moeilijk kunnen ophouden (urineverlies), medicijnen tegen angst en depressie, medicijnen bij Parkinson en medicijnen die ontstekingen remmen (corticosteroïden).
• ziekten van de afweer, zoals ontstoken gewrichten in de rug, de ziekte van Crohn, colitis ulcerosa en ziekten van het bindweefsel.
  Deze geven meer kans op een oogontsteking.