Ik krijg een behandeling voor PTSS
In het kort
- Er zijn verschillende soorten psychotherapie die goed kunnen helpen bij PTSS, zoals:
- in gedachten teruggaan naar de gebeurtenissen
- anders leren denken: je gedachten positiever en rustiger maken
- therapie met oogbewegingen (EMDR)
- Soms helpt het om ook medicijnen tegen angst en depressie te slikken.
Behandeling van PTSS
De behandeling van PTSS bestaat meestal uit psychotherapie. Dit zijn gesprekken met een psycholoog of psychotherapeut. Er zijn verschillende vormen van therapie die goed kunnen helpen. Je klachten kunnen daardoor minder worden of helemaal over gaan.
Soms helpt het om ook medicijnen te nemen. Het helpt niet genoeg om medicijnen te slikken zonder therapie.
Met je behandelaar spreek je af welke behandeling het beste bij jou past. Dat hangt af van wat jij zelf wilt. En ook van wat je hebt meegemaakt, hoe je bent opgegroeid en of je andere klachten hebt, zoals een depressie.
Je kunt ook andere dingen bespreken. Bijvoorbeeld of je lichamelijke klachten hebt. En hoe je over het leven denkt, en wat je belangrijk vindt. Bij zingeving vind je meer informatie.
Geef jezelf de tijd om met je ervaringen om te leren gaan. Waarschijnlijk voel je je na een tijdje weer veiliger. En krijg je weer controle over je eigen lichaam en leven.
Soorten therapie bij PTSS
Er zijn verschillende vormen van psychotherapie die goed kunnen helpen bij PTSS. Je kiest samen met je behandelaar welke therapie het beste bij jou past. Soms helpt een therapie niet genoeg. Dan kies je samen een andere therapie. Of je krijgt vaker afspraken, bijvoorbeeld 2 keer per week.
De meest gebruikte therapieën zijn:
In gedachten teruggaan naar de gebeurtenissen
Bij deze behandeling ga je in gedachten terug naar de nare gebeurtenissen. Je vertelt aan de therapeut heel precies wat er gebeurde. Je verwacht waarschijnlijk dat je dan de klachten krijgt. Dat je bijvoorbeeld heel bang of boos zult worden.
In de therapie leer je dat die angstige verwachtingen niet altijd uit hoeven te komen. Na een aantal keer wordt de angst daardoor minder. Deze therapie heet Imaginaire Exposure.
Anders leren denken
Bij cognitieve therapie leer je op een andere manier nadenken over de nare gebeurtenissen. Je leert hoe je je gedachten positiever, rustiger en realistischer kunt maken. Daardoor kunnen ook je gevoelens en je gedrag veranderen.
Een speciale vorm is trauma focused cognitieve gedragstherapie. Een onderdeel daarvan is het opschrijven wat er precies gebeurd is: het traumaverhaal.
EMDR
Bij EMDR denk je terug aan de gebeurtenis waar je het meeste last van hebt. Tegelijk moet je iets anders doen. Bijvoorbeeld naar de vinger kijken die de therapeut voor je ogen heen en weer beweegt. Door je aandacht op de vinger wordt de nare herinnering minder heftig. Langzaam wordt het steeds minder moeilijk om in gedachten naar het nare beeld te kijken.
EMDR betekent Eye Movement Desensitization and Reprocessing. Dat betekent: minder gevoelig worden door oogbewegingen.
Andere soorten therapie bij PTSS zijn:
Vertellen over de gebeurtenissen
Bij deze behandeling vertel je over de ervaring alsof je die nu beleeft. Je behandelaar helpt je om te gaan met de emoties die je daarbij voelt. Daardoor worden de klachten minder.
Deze therapie heet BEPP (Beknopte Eclectische Psychotherapie voor PTSS).
Een levenslijn maken
Bij deze therapie praat je over de belangrijke gebeurtenissen in je leven. Die maak je zichtbaar met een levenslijn: op de grond leg je bloemen (fijne gebeurtenissen) en stenen (nare gebeurtenissen). De stenen krijgen extra aandacht. Wat gebeurde er precies? Wat voelde je? Wat dacht je? Je leert hoe dat invloed heeft op hoe je nu reageert op dingen.
Deze therapie heet NET (Narratieve Exposure Therapie).
Schrijftherapie
Bij deze behandeling krijg je schrijfopdrachten. 1 van de opdrachten is schrijven over de nare gebeurtenissen alsof je het nu meemaakt. Je schrijft wat je precies voelde, wat je zag en wat er met jouw lichaam gebeurde. Na elke opdracht praat je steeds met de behandelaar over hoe het schrijven ging en wat je hebt opgeschreven. Schrijftherapie kan ook online.
Een beter einde maken aan de nare gebeurtenis
Bij deze behandeling denk je terug aan de nare gebeurtenissen. Je bedenkt hoe je zou willen dat de gebeurtenis zou aflopen en vertelt wat je dan precies zou doen. Zo maakt je voor jezelf een nieuw, beter einde van de gebeurtenis. Deze therapie heet IMRS (Imaginaire Rescripting).
Medicijnen bij PTSS
Soms helpt therapie niet genoeg bij PTSS. Dan kunnen medicijnen tegen depressie en angst (antidepressiva) helpen.
Bij PTSS krijg je meestal een SSRI, zoals sertraline , paroxetine en citalopram
Alleen medicijnen slikken helpt niet bij PTSS. Je krijgt daarom altijd ook psychotherapie.
Kalmerings-pillen zijn niet geschikt bij PTSS. Deze medicijnen maken de klachten vaak erger. Slik ze dus niet zonder overleg met je arts.
citalopram
Citalopram behoort tot de serotonineheropnameremmers ofwel SSRI's. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine.
Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.
Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een dwangstoornis, paniekstoornis, specifieke fobie (angst) en posttraumatische stressstoornis. Soms wordt citalopram ook gebruikt bij voortijdige zaadlozing, premenstrueel syndroom en bij prikkelbare-darmsyndroom.
paroxetine
Paroxetine behoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI's. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine. Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.
Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een dwangstoornis, paniekstoornis, sociale angststoornis, specifieke fobie en posttraumatische stressstoornis.
Het wordt ook gebruikt bij zenuwpijn, bij seksuele stoornissen (vroegtijdige zaadlozing), premenstrueel syndroom (PMS) en bij opvliegers tijdens de overgang. Verder bij jeuk en hoesten in de laatste levensfase (palliatieve zorg).
sertraline
Sertraline hoort tot de serotonineheropnameremmers, ofwel SSRI's. Dit zijn medicijnen tegen depressie. Het regelt in de hersenen de hoeveelheid serotonine.
Deze lichaamseigen stof speelt een rol bij emoties en stemmingen. SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten.
Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals sociale angststoornis, specifieke fobie, dwangstoornis, paniekstoornis en posttraumatische stressstoornis.
Het wordt ook gebruikt bij bepaalde menstruatieklachten (premenstrueel syndroom), bij bepaalde soorten jeuk en bij seksuele stoornissen (vroegtijdige zaadlozing).
Vaktherapie bij PTSS
Naast psychotherapie kun je nog andere therapieën doen, zoals:
- beeldende therapie
- dramatherapie
- muziektherapie
- psychomotorische therapie (zoals runningtherapie).
Al deze therapieën samen worden vaktherapie genoemd.
Andere behandelingen bij PTSS
Training
Soms adviseert de therapeut om bij de psychotherapie een training te doen. Daar leer je oefeningen die je kunt doen als je last hebt van deze klachten:
- Losraken van jezelf als de spanning te hoog wordt. Je merkt niet meer wat er om je heen gebeurt. Dit heet dissociatie.
- Emoties die je niet meer onder controle kunt krijgen.
- Een heel onveilig gevoel bij alle contacten met andere mensen. Ook bij contact met je behandelaar.
Nieuwe behandelingen
Er wordt veel onderzoek gedaan naar nieuwe behandelingen bij PTSS, zoals:
- mindfulness
- hypnotherapie
- e-health (bijvoorbeeld virtual reality)
- een hulphond
Het is nog niet duidelijk of deze behandelingen helpen bij PTSS. Bespreek het met je behandelaar als je zo’n behandeling wilt proberen.
Wat niet helpt
Sommige mensen proberen andere behandelingen, bijvoorbeeld homeopathie, acupunctuur of manuele therapie. Onderzoek laat niet zien dat deze behandelingen helpen bij PTSS. Praat met je behandelaar als je zo'n behandeling doet of wilt gaan doen. Soms gaat het namelijk niet goed samen met de behandeling die je al krijgt.
Neem geen sint-janskruid, passiflora of valeriaan als je ook medicijnen tegen angst en depressie slikt. Dit kan bijwerkingen geven.
Hoe gaat het verder bij PTSS?
Geef jezelf de tijd om met je ervaringen om te kunnen gaan. Vaak lukt het na een tijdje weer om een gevoel van veiligheid te krijgen. Je voelt weer meer controle over je lichaam en leven.
Misschien houd je klachten, maar zijn ze minder heftig.
Als je klachten terugkomen
Bespreek met je behandelaar waaraan je kunt herkennen dat de klachten terugkomen. Dat kan voor iedereen anders zijn. Als je weet waar je op moet letten, kun je er eerder wat aan doen. Praat er ook over met mensen in jouw omgeving. Laat ze weten wat bij jou dingen zijn waaraan ze merken dat het weer minder goed met je gaat.
Dit beschrijf je samen met de behandelaar in een terugval-plan.
Soms krijg je na een tijd weer (meer) klachten. Ga dan naar de huisarts of je behandelaar.
Wanneer bellen bij PTSS?
Bel direct de huisarts, de huisartsen-spoedpost of 112 als je plannen hebt om een einde aan je leven te maken.
Je kunt ook dag en nacht 113 bellen. Dit is gratis. Of met iemand chatten via 113.nl.
Bel ook direct de huisarts of huisartsen-spoedpost als je een psychische crisis hebt.
Maak een afspraak met je behandelaar in 1 van deze situaties:
- Je klachten worden na een tijd weer erger.
- Je wilt medicijnen gaan slikken.
- Je wilt stoppen met medicijnen.
- Je wilt een andere behandeling proberen.
- Je merkt dat je te veel alcohol drinkt of drugs neemt. Of mensen in je omgeving zeggen dat.
Meer informatie over PTSS
- Contact met andere mensen met PTSS: Angst, Dwang en Fobie stichting
- Hulp, verhalen en informatie over ingrijpende gebeurtenissen: Slachtofferwijzer
- Informatie over behandelingen: ARQ – Nationaal Psychotrauma Centrum
- Informatie en een video over cognitieve gedragstherapie bij PTSS: VGCt Kennisnet
- Informatie over behandeling met EMDR: Vereniging EMDR Nederland
- Een organisatie voor psychische gezondheid zoeken bij jou in de buurt: MIND
Over deze tekst
Artsen en tekstschrijvers van Thuisarts hebben deze informatie gemaakt met de richtlijn voor de ggz over PTSS.
Lees wie de informatie van Thuisarts maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.