In het kort

  • Verzorg je mond goed. Dan heb je minder last van dorst en een droge mond.
  • Zorg dat je maar een heel klein beetje vocht binnen krijgt.
  • Je arts kan je medicijnen geven. Bijvoorbeeld als je pijn hebt, misselijk bent of in de war bent.
  • Je overlijdt waarschijnlijk binnen 2 weken.

Wat merk je als je stopt met eten en drinken om te overlijden?

De meeste mensen gaan op een zachte en rustige manier dood. Het proces kan wel zwaar zijn.

De eerste dagen

De eerste dagen heb je waarschijnlijk weinig klachten. Je kunt honger hebben, maar meestal is dit geen groot probleem.
Je krijgt last van dorst en een droge mond. Dan helpt het meestal als je je mond goed verzorgt. Lees verder voor de adviezen om je mond te verzorgen.

Na een paar dagen

Na een paar dagen word je moe. Je wordt magerder en zwakker. Misschien vind je het dan fijn om rust om je heen te hebben. Je gaat steeds meer in bed liggen. Je hoeft steeds minder naar de wc.

Praten wordt lastiger, want je krijgt een droge mond.
Je kunt veel dorst krijgen. Honger is meestal na een paar dagen weg.
Je kunt ook in de war raken en onrustig worden. Je arts kan daar medicijnen voor geven.

Je wordt slaperiger. De meeste mensen vinden dat prettig. Er moet dag en nacht iemand bij je in de buurt zijn om op je te letten en voor je te zorgen.

De laatste dagen

Je gaat steeds meer en langer slapen. De meeste mensen zijn de laatste dag of dagen voor het overlijden niet meer wakker. Bij sterven lees je hoe dat gaat.

Hoeveel water kun je drinken?

Het is belangrijk dat je zo weinig mogelijk vocht binnen krijgt. Het liefst minder dan 50 milliliter op een dag.
Blijf je toch meer drinken? Dan duurt het langer voordat je overlijdt.

Hier zie je hoeveel water ergens in zit:

  • een spray water uit een kleine waterspuit: 2 milliliter
  • een half ijsklontje, geschaafd: 5 milliliter
  • een theelepel: 5 milliliter
  • een slokje water: 10 milliliter
  • een klein plastic bekertje: 180 milliliter

Als je een mondspray gebruikt, is het handig om daar 50 milliliter in te doen. Dan kun je controleren hoeveel water je binnen krijgt op een dag.

Hoe verzorg je je mond goed?

Verzorg je mond goed. Dan heb je minder last van dorst en een droge mond. En krijg je minder snel last van ontstekingen in je mond.
Kun je je mond niet meer zelf verzorgen? Dan kan iemand die voor je zorgt dit voor je doen.

Zo verzorg je je mond:

  • Poets 2 keer per dag je tanden met een zachte tandenborstel, met of zonder tandpasta. Het mag een gewone of elektrische tandenborstel zijn.
  • Poets je tong 1 keer per dag. Of gebruik een tongschraper.
  • Je kunt je tong ook een beetje nat maken met een vochtig gaasje.
  • Gebruik ragers of tandenstokers voor tussen je tanden.
  • Spoel je mond af en toe met zout water. Stop daarmee als het niet lukt of als je je verslikt.
  • Heb je een kunstgebit? Maak het schoon. Je kunt het kunstgebit overdag in houden als je dat wilt. Dit maakt praten makkelijker.

Zo heb je minder last van dorst of een droge mond:

  • Verfris je mond met een waterspray of kleine plantenspuit.
  • Gebruik mondgel. Dit is te koop bij de drogist of de apotheek.
  • Hou je mond vochtig met natte gaasjes. Dat kan iemand die voor je zorgt ook doen.
  • Zuig op een mondsponsje. Of op een half ijsblokje. Het werkt het beste als het ijsblokje geschaafd is of in kleine stukjes gehakt is. Doe de stukjes in een gaasje.
  • Kauw op kauwgom zonder suiker. Of zuig op een snoepje zonder suiker. Dan krijg je meer speeksel in je mond. Doe dit alleen als kauwen en zuigen nog goed lukt.

Zorg en hulp als je gestopt bent met eten en drinken

Je arts komt regelmatig bij je langs. Om te praten over hoe het gaat met jou en de mensen die voor je zorgen. De arts kan hen ook steunen.

Medicijnen tegen klachten

De arts kan je medicijnen geven. Bijvoorbeeld als je pijn hebt, misselijk bent of in de war bent.

Extra medicijn als niets anders helpt

Misschien heb je veel klachten, omdat niets helpt. Dan kan de arts je ook een extra medicijn geven (palliatieve sedatie). Dat zorgt ervoor dat je minder of niet meer wakker bent. Daardoor voel je je klachten niet meer. Of je voelt ze veel minder. Je gaat door dit medicijn niet eerder dood.
Je arts beslist of je dit medicijn krijgt en wanneer. Je kunt het pas krijgen als je al een tijd gestopt bent met eten en drinken. Je arts wil namelijk zeker weten dat je dood wilt.
Je arts kan geen medicijnen geven om je sneller te laten sterven. Dat is euthanasie en dat mag niet zomaar.

Verzorging

De verzorgende of verpleegkundige zorgt ervoor dat je je zo prettig mogelijk voelt. Bijvoorbeeld door je te wassen, je mond te verzorgen en medicijnen geven.

Hoe gaat het verder als je gestopt bent met eten en drinken?

Je overlijdt waarschijnlijk binnen 2 weken. Het kan ook iets langer duren. Hoe het zal gaan, kun je van tevoren niet precies weten.

Als je bent overleden, stelt de arts je dood vast. Op de overlijdens-papieren schrijft de arts dat het een natuurlijke dood is.

Als je weer gaat eten en drinken

Je kunt op elk moment besluiten om toch weer te gaan eten en drinken.
Doe je dit binnen een paar dagen? Dan herstelt je lichaam vaak weer.
Na een paar dagen niet eten en drinken kunnen je nieren slechter worden.
Twijfel je of je weer wilt gaan eten en drinken? Praat erover met de mensen die voor je zorgen.

Wanneer bellen als je gestopt bent met eten en drinken?

Bel je arts of laat iemand bellen in 1 van deze situaties:

  • Je hebt erge klachten, zoals pijn.
  • Je wordt heel onrustig, je bent in de war en bang. Dit kan een delier zijn.

Je arts kan dan medicijnen geven.

Meer informatie over stoppen met eten en drinken

NHG
Deze tekst is aangepast op