In het kort
- Bij pleinvrees ben je bang voor situaties buiten je huis. Bijvoorbeeld drukke plekken.
- Het helpt om te oefenen met moeilijke situaties.
- Je kunt hulp krijgen van de praktijkondersteuner of een psycholoog.
Wat is pleinvrees?
Bij pleinvrees ben je bang voor situaties buiten je huis. Bijvoorbeeld op drukke plekken.
Je bent bang dat je dan niet kunt ontsnappen als er iets gebeurt. Of dat je geen hulp kunt krijgen.
Daarom zorg je ervoor dat je zo weinig mogelijk in zulke situaties komt.
Andere namen voor pleinvrees zijn straatvrees en agorafobie.
Wat merk je van pleinvrees?
Bij pleinvrees ben je bang voor een aantal van deze situaties:
- met de auto, bus of trein gaan
- buiten zijn op bijvoorbeeld een parkeerplaats of plein
- binnen zijn in bijvoorbeeld een winkel, restaurant of bioscoop
- op drukke plekken zijn met veel mensen, zoals drukke straten
- in de rij staan
- alleen van huis gaan
Je zorgt dat je zo weinig mogelijk in zulke situaties komt. Ga je wel, dan voel je heftige angst. Met bijvoorbeeld hartkloppingen, zweten of andere klachten als je een paniekaanval hebt.
Je kunt niet meer doen wat je graag wilt. Je gaat misschien minder naar familie en vrienden toe. Winkelen of bijvoorbeeld naar een concert gaan doe je liever niet. Ook boodschappen doen en naar je werk gaan kan lastig zijn.
Uitleg over de cirkel van angst
Hier zie je de cirkel van angst. Die laat zien hoe te veel angst ontstaat en steeds erger kan worden.

- Start: iets wat jou bang maakt: een gebeurtenis, situatie, iets voelen in je lichaam.
- Gedachten: je denkt dat er iets ergs gaat gebeuren. Bijvoorbeeld:
Dit is niet goed.
Ik kan dit niet.
Het gaat vast verkeerd.
Ze vinden me raar.
Mijn kind krijgt een ongeluk.
Ik raak mijn werk kwijt.
Straks doe ik alles fout. - Gevoel: angst
Je voelt angst. Je kunt daar lichamelijk klachten bij hebben, zoals trillen en het warm krijgen. - Gedrag: je doet iets niet
Je doet iets niet, je ontwijkt bepaalde dingen.
Of je doet iets om je veiliger te voelen. Zoals dingen controleren. Of geruststelling vragen aan andere mensen. Of je gaat veel nadenken (piekeren). - Gevolg: even minder angst, maar later meer en vaker angst
Als je iets niet doet, is je angst even minder. Het is dus heel begrijpelijk dat je dingen ontwijkt of dingen doet om je veiliger te voelen. Maar deze manieren werken kort. Je leert niet met de angst om te gaan.
Als er weer iets gebeurt wat jou angstig maakt, kom je weer bij Start in de cirkel van angst.
De angst kan groter worden. Je kunt er in meer situaties last van krijgen. En meer situaties gaan ontwijken. Zo krijgt de angst steeds meer invloed op je leven. Je durft steeds minder en je wereld wordt steeds kleiner.

Er zijn een paar manieren om uit de cirkel van angst te komen:
- Doe wel wat je angstig maakt
Bedenk wat je niet doet omdat je bang bent. Welke situaties ontwijk je? En wat doe je als ontwijken niet kan?
Ga juist wel doen wat je spannend vindt. Zo kun je de angst ervaren. Je merkt dat de erge dingen waar je bang voor was, niet gebeuren. En dat je de angst aankan.
Je moet de angst dus meemaken om te merken dat waar je bang voor bent niet gebeurt. - Gebruik gedachten die jou helpen
Wat zijn je angstige verwachtingen? Kloppen ze wel? Hoe groot is de kans dat ze waar zijn?
Probeer de gedachte minder belangrijk te maken: het is maar een gedachte.
Bedenk gedachten die je kunnen helpen. Gebruik die in moeilijke situaties. - Verdraag de spanning
Doe je iets wat angst geeft? Verdraag de spanning die je voelt. Zo kun je toch doen wat je graag wilt, ook al ben je bang.
Soms helpt het om even op iets anders te letten of iets te doen. Dan ben je minder bezig met de angst.
Het is dus belangrijk dat je situaties waarin je bang bent, toch opzoekt. Je kunt tegen jezelf zeggen: 'Ik ben bang en ik doe het.' Je merkt dat de rampen waar je bang voor bent, niet gebeuren.
Hoe vaker je hiermee oefent, hoe minder je angst uiteindelijk wordt.
In het begin kan de angst tijdelijk erger worden. En je kunt je moe voelen. Angst ervaren kost veel energie.
Na een tijd leer je steeds beter met de angst omgaan. Je angst wordt minder. En je bent ook minder moe.
Goed voor jezelf zorgen
Erover praten
Vertel iemand die je vertrouwt over je gedachtes en gevoel. Bijvoorbeeld een vriend, leraar of collega.
Stress minder maken
Probeer stress minder te maken. En zorg dat je goed slaapt, genoeg beweegt en ontspant.
De kans op een paniekaanval is groter als je veel stress hebt en moe bent.
Je dagelijkse dingen doen
Probeer je studie of werk te blijven doen.
Kun je dit niet goed meer doen door je angst? Praat met je mentor, werkgever of de bedrijfsarts.
Je gevoelens niet verdoven
Misschien drink je vaak alcohol om de angst minder te voelen. Of je gebruikt kalmerings-pillen of drugs.
Een middel helpt even: je voelt even minder angst. Maar langzaam worden je angsten er juist steeds erger van.
Je kunt er beter mee stoppen. Vraag daar hulp bij. Kijk bij:
- stoppen met alcohol of minder drinken
- stoppen met kalmerings-pillen
- stoppen met drugs of minder gebruiken
Ben je gestopt? Dan is een angststoornis zoals pleinvrees soms ook weg. Of je klachten zijn minder.
Behandeling van pleinvrees
Bij pleinvrees kun je deze behandelingen krijgen:
- Uitleg over angst en adviezen van je huisarts
Dit is de eerste stap in de behandeling. Je leert hoe te veel angst ontstaat en erger kan worden. Je begrijpt wat er met je gebeurt en waarom je je angstig voelt. En wat je kunt doen. - Therapie om te oefenen met moeilijke situaties (exposure)
Ook kun je gedachten bedenken die je helpen. Dit cognitieve gedragstherapie. Een psycholoog kan je deze therapie geven. Je huisarts kan je doorsturen.
Zijn je klachten niet zo erg en duren ze nog niet zo lang? Dan kan de praktijkondersteuner je vaak helpen. Die geeft dan onderdelen van de therapie.
Soms kun je een deel van de behandeling digitaal volgen. De praktijkondersteuner bespreekt dan met je of dit bij jou past. - Medicijnen
Heeft de therapie niet genoeg geholpen? Bijvoorbeeld omdat je ook somber bent? Dan kun je nadenken of je medicijnen wilt gaan slikken.
Therapie bij pleinvrees
Bij pleinvrees kan therapie helpen. Je oefent met moeilijke situaties en lichamelijke klachten.
Dit heet cognitieve gedragstherapie (CGT).
Bij pleinvrees zijn dit belangrijke onderdelen van de therapie:
Oefenen met moeilijke situaties
Waarschijnlijk doe je sommige dingen niet meer. Je ontwijkt plekken of situaties. Of je gaat nergens meer alleen naartoe.
In de therapie ga je oefenen met moeilijke situaties die jou angst geven. Dit heet exposure.
- Je bespreekt welke situaties of plekken jou angst geven.
- Je oefent met die situaties. Vind je echte situaties nog te eng? Dan begin je met oefeningen in de spreekkamer. Je denkt aan een situatie die je eng vindt. Je oefent er in je hoofd mee.
- Je gaat ook oefenen met echt naar die plekken of situaties toegaan. Je kunt beginnen met de minst enge plek, maar dat hoeft niet.
Je leert om de situatie te ervaren en ermee om te gaan. Je merkt dat de erge dingen waar je bang voor bent, niet gebeuren. Je leert dat je het aan kan als het moeilijk voor je is. - Als je dit vaak oefent, wordt je angst steeds minder.
Oefenen met lichamelijke klachten
Je oefent ook met wat er in je lichaam gebeurt bij een paniekaanval. Met oefeningen leer je om die zelf op te wekken. Bijvoorbeeld een snelle hartslag. Je leert dat je er niet bang voor hoeft te zijn. Je merkt dat je lichaam er zelf voor zorgt dat je weer tot rust komt.
Medicijnen bij pleinvrees
Medicijnen tegen angst en depressie kunnen helpen bij pleinvrees. Die heten anti-depressiva.
Je kunt er samen met je arts voor kiezen in 1 van deze situaties:
- Je hebt cognitieve gedragstherapie (CGT) gehad en dat heeft niet genoeg geholpen.
- Je hebt pleinvrees en een depressie.
Kijk verder bij nadenken over medicijnen tegen angst.
Middelen van de drogist als je last van angst hebt
Bij de drogist zijn kruiden-middelen te koop. Zoals passiflora, valeriaan, sint-janskruid (hypericum), 5-HTP en cannabis-olie (CBD-olie).
Die middelen hebben risico's: er is vaak niet of niet goed onderzocht of ze werken.
Ook is het meestal niet bekend wat er precies in zit. En of ze veilig zijn.
Sommige middelen geven extra risico's als je ook bepaalde medicijnen slikt. Slik de kruiden-middelen daarom niet.
Hoe gaat het verder met pleinvrees?
Meestal gaat pleinvrees niet helemaal over. Je hebt periodes waarin je er meer last van hebt. En periodes dat je er minder of geen last meer van hebt.
Komen de klachten terug? Kijk bij de adviezen voor wat je dan kunt doen.
Wanneer bellen bij pleinvrees?
Maak een afspraak met je huisarts in 1 of meer van deze situaties:
- Je doet dingen niet meer en je wil hier behandeling voor.
- Je krijgt een behandeling, maar de angst wordt heftiger.
- Je denkt steeds vaker aan zelfmoord.
Heb je nu hulp nodig? Kijk bij denken aan zelfmoord. - Je slikt medicijnen en hebt veel last van bijwerkingen.
- Je slikt medicijnen en wilt daarmee stoppen.
- Je drinkt te veel alcohol, gebruikt drugs of slikt kalmerings-pillen.
Meer informatie over angst
- Meer informatie over angst: MIND en de Angst, Dwang en Fobie stichting
- Oefeningen en online therapie: Mentaal Vitaal
- Informatie over therapie: MIND en website van psychologen over CGT
- Contact met mensen die ook last hebben van angst: Angst, Dwang en Fobie stichting
Over deze tekst
Artsen en tekstschrijvers van Thuisarts hebben deze informatie gemaakt met:
- de richtlijn over angst voor huisartsen
- de richtlijn over angststoornissen en dwangstoornissen voor psychiaters, psychotherapeuten, psychologen en verpleegkundigen
- adviezen over de zorg voor mensen met een angststoornis
Lees wie de informatie van Thuisarts maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.