Ik vergeet snel dingen en ben doorgestuurd naar het ziekenhuis

In het kort

In het kort

  • Als u snel dingen vergeet, kan dit komen door dementie, maar ook door iets anders.
  • Soms weet uw huisarts niet zeker of u dementie heeft.
  • De huisarts kan u dan doorsturen naar het ziekenhuis.
  • U kunt daar verschillende onderzoeken krijgen:
    • geheugenonderzoek
    • bloedonderzoek
    • CT-scan of MRI
    • onderzoek van hersenvocht via ruggenprik
    • onderzoek van de hersenen (EEG)
  • Na de onderzoeken is meestal duidelijk of u wel of geen dementie heeft.
Waarom?

Waarom ben ik doorgestuurd naar het ziekenhuis?

U vergeet snel dingen en uw huisarts heeft onderzocht of u dementie heeft.

Soms is na het onderzoek van de huisarts niet duidelijk of u dementie heeft. De huisarts stuurt u dan naar het ziekenhuis voor verder onderzoek.

De huisarts stuurt u ook door:

  • als u nog jong bent (bijvoorbeeld jonger dan 65 jaar) en misschien dementie heeft
  • als u misschien een vorm van dementie heeft die heel weinig voorkomt
Voorbereiding

Hoe bereid ik me voor op de afspraak in het ziekenhuis?

Als u naar het ziekenhuis gaat, kunt u het beste iemand meenemen naar de afspraak. Bijvoorbeeld een partner, familielid of vriend. Deze persoon kan u helpen met vragen beantwoorden en informatie onthouden.

Schrijf van tevoren de vragen op die u wilt stellen aan de arts in het ziekenhuis. Zo weet u zeker dat u niets vergeet.

Onderzoeken

Welke onderzoeken krijg ik in het ziekenhuis als ik snel dingen vergeet?

Een specialist die veel weet over het geheugen kijkt hoe uw geheugen werkt. Ook kijkt deze arts of u problemen heeft met bijvoorbeeld taal, aandacht of concentratie.

De arts wil ook vragen stellen aan iemand die u goed kent. Bijvoorbeeld een partner, familielid of vriend.

Daarnaast kunt u meer onderzoeken krijgen. Niet iedereen krijgt alle onderzoeken. Uw arts in het ziekenhuis kijkt welke onderzoeken bij u nodig zijn:

Uitgebreid onderzoek van het geheugen

Soms heeft de arts nog meer informatie nodig over hoe uw geheugen werkt en andere taken van de hersenen, zoals taal, aandacht en concentratie. Dan krijgt u een uitgebreid onderzoek.
U krijgt verschillende testen. U moet bijvoorbeeld iets tekenen of woorden onthouden. U krijgt vragen over hoe het met u gaat en hoe u zich voelt.

Dit onderzoek heet een neuropsychologisch onderzoek of NPO.

Bloedonderzoek

Problemen met uw geheugen kunnen soms komen doordat uw lichaam niet goed werkt. Daarom krijgt u een bloedonderzoek.

In uw bloed is te zien:

  • of u een ziekte of een ontsteking heeft
  • of u bloedarmoede heeft
  • hoeveel suiker er in uw bloed zit
  • of uw nieren, lever en schildklier goed werken

CT-scan of MRI

Soms krijgt u een CT-scan of een MRI van uw hoofd.
Hierop kan de specialist zien of u veranderingen in uw hersenen heeft. Er is niet op te zien hoe de hersenen werken.

Ruggenprik

Soms krijgt u een ruggenprik. Hiermee neemt de arts hersenvocht uit uw ruggenmerg. In het laboratorium is te zien of er veranderingen in uw hersenvocht zijn.

EEG

Meestal is het niet nodig om de elektrische activiteit van uw hersenen te meten met een electro-encefalo-gram (EEG).
U krijgt dit onderzoek alleen als de artsen denken dat u een bijzondere vorm van dementie heeft.

Hoe gaat het verder

Hoe gaat het verder na het onderzoek in het ziekenhuis?

Meestal weet de specialist na de onderzoeken of u wel of geen dementie heeft.
De meest voorkomende vormen van dementie zijn:

  • de ziekte van Alzheimer
  • dementie door problemen met bloedvaten in de hersenen (vasculaire dementie)

U kunt ook een bijzondere vorm van dementie hebben. Bijvoorbeeld:

  • dementie door de ziekte van Parkinson
  • dementie in het voorste deel van uw hersenen (FTD)
  • dementie met Lewy bodies: speciale eiwitten die zich in de hersenen opstapelen

Soms komt uit het onderzoek dat u geen dementie heeft. Uw klachten komen dan door iets anders. Bijvoorbeeld:

Het ligt aan de uitslag van de onderzoeken hoe het verder gaat en wie u gaat behandelen.

  • Bij dementie kan dit bijvoorbeeld de huisarts zijn. Of een arts die veel van de hersenen weet (neuroloog) of een ouderen-arts in het ziekenhuis (geriater). Uw huisarts kan vaak snel na de diagnose de behandeling weer overnemen.
  • Als u iets anders heeft, gaat u naar een andere arts in het ziekenhuis of de huisarts.

Uw huisarts krijgt altijd een verslag met de uitslag van het onderzoek.

Meer informatie

Meer informatie over snel dingen vergeten

  • Informatie en tips over verschillende vormen van dementie: Dementie.nl

We hebben de informatie gemaakt met:

  • de richtlijn voor specialisten over Dementie
Deze tekst is aangepast op
FMS

Vond je deze informatie nuttig?

Vond je deze informatie nuttig?
Heb je een tip hoe wij Thuisarts.nl kunnen verbeteren?