In het kort
- Bij een sociale-angststoornis bent u altijd erg bang voor de reactie of de kritiek van anderen.
- Daardoor kunt u paniekaanvallen krijgen.
- U kunt zelf een aantal dingen doen om uw angst te verminderen, zoals
- genoeg bewegen (wandelen, fietsen), slapen, ontspannen
- regelmatig leven: op vaste tijden opstaan, eten en blijven werken (als het kan)
- uw ervaringen opschrijven. Bedenk positieve, geruststellende dingen waaraan u voortaan kunt proberen te denken.
- Door gesprekken (met de huisarts, praktijkondersteuner of psycholoog), informatie en online cursussen kunt u de angst verminderen.
Wat is een sociale-angststoornis?
Als u altijd erg bang bent voor de reactie of de kritiek van anderen, heeft u misschien een sociale-angststoornis.
U bent bijvoorbeeld bang dat u zich belachelijk maakt als u gaat trillen, blozen of zweten. Alleen al de gedachte dat u naar een etentje of feestje zou moeten, geeft grote angst. Sommige mensen raken in paniek als ze een presentatie voor een groep mensen moeten geven. We noemen dat podiumvrees.
Vanwege de angst gaat u misschien niet naar feestjes, en geeft u die presentatie niet. Als u wel doorzet, voelt u daarbij een vreselijke angst.
Bij sommige mensen is de angst er alleen in bepaalde situaties. Iemand heeft bijvoorbeeld podiumvrees, maar vindt dineren met veel mensen geen probleem. Anderen zijn bang in allerlei verschillende sociale situaties.
Verschijnselen van een sociale-angststoornis
Als u een sociale-angststoornis heeft, bent u heel erg bang voor wat anderen van u denken. U bent bijvoorbeeld bang dat anderen u raar vinden of vinden dat u zich slecht gedraagt. Die angst kan klachten geven, zoals hartkloppingen en benauwdheid. Hierdoor wordt uw angst nog groter, en u bent bang dat anderen dit merken. U kunt in paniek raken.
Op momenten dat u erg angstig bent kunt u de volgende klachten krijgen:
- hartkloppingen, zweten, koude rillingen, duizeligheid en beven
- benauwdheid, een vervelend gevoel in de borst
- tintelingen of een doof gevoel in handen en/of voeten
- droge mond, misselijkheid, maagpijn, braken of diarree
- het gevoel dat de omgeving er anders uitziet
- het gevoel dat u de controle over uzelf verliest, gek wordt of doodgaat
Zo'n aanval van angst (paniek) kan minuten tot uren duren. Meestal gaan de klachten snel over als de situatie waarvoor u zo bang bent, is verdwenen.
Als u een sociale-angststoornis heeft, gaat u situaties vermijden die paniek kunnen geven.
Hoe ontstaat een sociale-angststoornis?
Waarom sommige mensen een sociale-angststoornis krijgen, is niet duidelijk. In sommige families komen angststoornissen vaker voor.
Het ontstaan van een sociale-angststoornis kan te maken hebben met:
- Erfelijkheid: in sommige families komen angststoornissen vaker voor. De een is er kwetsbaarder voor dan de ander.
- Bepaalde stoffen (neurotransmitters) in het bloed en in het zenuwstelsel.
- Opvoeding en ervaringen uit het verleden. De manier waarop iemand met angst omgaat is voor een deel aangeleerd.
- Sommige mensen krijgen bij verschijnselen van angst, zoals hartkloppingen en benauwdheid, het gevoel dat ze de situatie niet aankunnen. Daardoor neemt de angst toe en raken ze in paniek.
- Stoffen zoals cafeïne kunnen de lichamelijke verschijnselen van angst versterken.
Sommige mensen hebben meer kans op een angststoornis. Bijvoorbeeld:
- mensen die alleen wonen
- mensen zonder werk
- mensen met weinig inkomen
- mensen met een lagere opleiding
- mensen die depressief zijn (geweest)
- mensen met een verslavingsprobleem
- mensen die een heel heftige gebeurtenis hebben meegemaakt (psychotrauma)
Het is niet altijd duidelijk of de sociale-angststoornis de oorzaak of het gevolg is van de bovenstaande punten. U kunt bijvoorbeeld een sociale-angststoornis krijgen doordat u zonder werk zit. Maar u kunt ook niet werken, juist omdat u een sociale-angststoornis heeft.
Wat kunt u zelf doen bij een sociale-angststoornis?
Als u een sociale-angststoornis heeft, kunt u zelf een aantal dingen doen om met uw angsten te leren omgaan en u beter te voelen.
- Bewegen. Beweeg dagelijks minimaal een half uur.
- Genoeg slapen
- Regelmatig leven
- Probeer elke dag op dezelfde tijd naar bed te gaan en op te staan.
- Eet 3 keer per dag op vaste tijden.
- Blijf als het kan werken. Dat geeft afleiding en structuur.
- Goed eten
- Geen alcohol en drugs gebruiken
- Minder koffie of geen koffie drinken
- Ontspannen. Probeer zo veel mogelijk te ontspannen. Dat kan bijvoorbeeld door rustig te ademen, met yoga, meditatie of ontspanningsoefeningen. U kunt ook gaan wandelen of iemand opbellen.
- Steun zoeken bij mensen die u vertrouwt. Leg uit waar u last van heeft. De meeste mensen hebben hier begrip voor. Laat hen eventueel deze tekst lezen.
- Zo veel mogelijk alles blijven doen. Door de dingen te blijven doen die u eng vindt, leert u met de spanning omgaan. De angst wordt daardoor minder. Zorg ervoor dat het u niet te veel stress geeft.
Het is goed om te weten dat angst meestal na 60 tot 90 minuten vanzelf minder wordt. Het geeft u misschien de moed om toch de dingen te doen die u eng vindt. - Uw gedachten proberen te veranderen. Op angstige momenten denkt u waarschijnlijk automatisch aan dingen die de angst erger maken. Het is belangrijk dat u die gedachten leert te veranderen. Hoe kunt u dat bijvoorbeeld doen?
- Houd een dagboekje bij. Schrijf op wat er precies gebeurt op angstige momenten. Waar denkt u dan aan? Waar bent u bang voor? Wat voelt u? Hoe reageert u hierop? En wat doet u dan.
- Denk aan geruststellende, positieve dingen. Denk eens kritisch na: is er echt reden voor paniek? Bedenk vervolgens positieve, geruststellende dingen waaraan u voortaan kunt proberen te denken. Als u bijvoorbeeld niet meer in een winkel durft, bedenk dan wat u vroeger altijd zo leuk vond aan winkelen. Vaak lukt het dan beter de angstige momenten te doorstaan en rustig te blijven tot u zich beter voelt.
- Schrijf deze geruststellende, positieve gedachten op zodat u ze op moeilijke momenten kunt nalezen. Noteer ook wat u voortaan op angstige momenten kunt doen. Bijvoorbeeld rustig ademen om te ontspannen.
Behandeling van een sociale-angststoornis: welke hulp krijg ik eerst?
Voor een behandeling van een sociale-angststoornis kunnen de meeste mensen terecht bij de huisarts, de praktijkondersteuner GGZ, een psycholoog of psychotherapeut.
De behandeling heeft als doel dat u weer zo gewoon mogelijk kunt leven. Samen met uw behandelaar kiest u de behandeling die bij u past.
Gesprekken
U begint met gesprekken met uw behandelaar.
- U bespreekt samen waardoor de angst bij u ontstaan kan zijn.
- U krijgt adviezen over wat u zelf kunt doen om de angst te verminderen. Bijvoorbeeld regelmatig leven, actief blijven en als dat kan blijven werken.
- Uw behandelaar leert u hoe u zo goed mogelijk met uw klachten kunt leven.
- Hij/zij kan ook uw familie of andere naasten informatie geven over uw sociale fobie. Zij begrijpen u dan beter en kunnen beter op uw angsten reageren.
Informatie en online cursussen
- Om meer te weten te komen over sociale-angststoornis kunt u ook boeken of websites lezen en filmpjes bekijken.
- U kunt hiervoor ook een zelfhulpmethode gebruiken, een groepscursus of een online cursus volgen.
- Met uw behandelaar bespreekt u steeds hoe het met u gaat. Hij/zij steunt en begeleidt u.
Hoe gaat het verder bij een sociale-angststoornis?
Bij sommige mensen zijn gesprekken, informatie en online cursussen genoeg om de klachten te verminderen.
Bij anderen helpen ze niet genoeg tegen de klachten, maar helpen ze om de juiste behandeling te kiezen.
Meer informatie over angstklachten en angststoornissen
Voor meer informatie kunt u ook terecht bij:
- De Angst, Dwang en Fobie stichting, met telefonische hulplijn, ook voor contact met lotgenoten en trainingen die helpen bij het herstel en het voorkomen van een terugval (ook voor partners en familie).
- Nederlands kenniscentrum Angst en Depressie (NedKAD)
- De Nederlandse Hyperventilatie Stichting
- Wijzijnmind.nl
- MIND Korrelatie, telefonische hulplijn voor contact met een professionele hulpverlener.
- Op Mentaalvitaal.nl vindt u online oefeningen en cursussen die u kunnen helpen.
- Informatie over cognitieve gedragstherapie vindt u bij MIND.
- Op Vaktherapie.nl vindt u informatie over de verschillende vormen van vaktherapie.
- Gegevens van psychologen, psychotherapeuten en psychiaters vindt u op www.kiezenindeggz.nl en www.zorgkaartnederland.nl.
We hebben deze informatie over angststoornissen gemaakt met:
- de richtlijn Angst voor huisartsen
- het Multidisciplinair document Afbouwen SSRI’s & SNRI’s
- de Zorgstandaard Angstklachten en angststoornissen