Ik heb een sociale-angststoornis
In het kort
- Je bent erg bang voor wat andere mensen van jou vinden.
- Blijf dingen doen die angst geven. Zo leer je omgaan met de angst.
- Ook helpt het om gedachten te leren die jou helpen.
- Je kunt hulp krijgen van je huisarts, de praktijkondersteuner of een psycholoog.
Wat is een sociale-angststoornis?
Bij een sociale-angststoornis ben je erg bang voor situaties waarin je kritiek van andere mensen kunt krijgen. Bijvoorbeeld als je mensen ontmoet die je niet kent. Of als je moet praten voor een groep mensen.
Je bent bang dat je dan iets geks doet. Zoals iets stoms zeggen. Of juist niet weten wat je moet zeggen.
Je hebt er veel last van in je leven. Op school of op het werk gaat het vaak minder goed.
Sociale angst begint meestal als je jong bent, in je puberteit.
Wat merk je bij een sociale-angststoornis?
Je kunt deze dingen merken bij een sociale-angststoornis:
- Je bent bang voor wat anderen van jou vinden. Je bent bijvoorbeeld bang dat anderen je raar of niet leuk vinden. Of vinden dat je je slecht gedraagt.
- Door de angst doe je sommige dingen niet meer. Bijvoorbeeld naar feestjes gaan. Of praten voor een groep mensen.
- Misschien doe je die dingen wel, maar voel je daarbij grote angst. Je voelt je hart kloppen en gaat zweten of trillen. Je bent bang dat anderen dat merken. Hierdoor wordt je angst nog groter.
Daarom doe je misschien steeds minder sociale dingen.
Of je doet dingen om minder angst te voelen. Bijvoorbeeld iemand meenemen naar een feestje. Of alcohol drinken, kalmerings-pillen slikken of drugs gebruiken. - Soms krijg je ook paniekaanvallen.
Waardoor krijg je een sociale-angststoornis?
Een angststoornis komt meestal door deze dingen samen:
- je DNA
Het DNA in je cellen geeft dan een grotere kans op een angststoornis. In sommige families hebben daardoor meer mensen angstproblemen dan in andere. - je karakter
Als je bijvoorbeeld heel verlegen bent of heel gevoelig voor stress, krijg je sneller een angststoornis. - een storing in bepaalde delen van je hersenen
Deze delen regelen geluk, stress en angst in je lichaam. Dat gebeurt met hormonen, zoals serotonine, adrenaline en dopamine. - hoe je bent opgevoed en wat je hebt meegemaakt
Sommige andere ziektes maken de kans op een angststoornis groter. Bijvoorbeeld:
- een andere psychische ziekte, zoals een depressie of verslaving
- een lichamelijke ziekte die niet meer overgaat, zoals een longziekte of zenuwziekte
Uitleg over de cirkel van angst
Hier zie je de cirkel van angst. Die laat zien hoe te veel angst ontstaat en steeds erger kan worden.

- Start: iets wat jou bang maakt: een gebeurtenis, situatie, iets voelen in je lichaam.
- Gedachten: je denkt dat er iets ergs gaat gebeuren. Bijvoorbeeld:
Dit is niet goed.
Ik kan dit niet.
Het gaat vast verkeerd.
Ze vinden me raar.
Mijn kind krijgt een ongeluk.
Ik raak mijn werk kwijt.
Straks doe ik alles fout. - Gevoel: angst
Je voelt angst. Je kunt daar lichamelijk klachten bij hebben, zoals trillen en het warm krijgen. - Gedrag: je doet iets niet
Je doet iets niet, je ontwijkt bepaalde dingen.
Of je doet iets om je veiliger te voelen. Zoals dingen controleren. Of geruststelling vragen aan andere mensen. Of je gaat veel nadenken (piekeren). - Gevolg: even minder angst, maar later meer en vaker angst
Als je iets niet doet, is je angst even minder. Het is dus heel begrijpelijk dat je dingen ontwijkt of dingen doet om je veiliger te voelen. Maar deze manieren werken kort. Je leert niet met de angst om te gaan.
Als er weer iets gebeurt wat jou angstig maakt, kom je weer bij Start in de cirkel van angst.
De angst kan groter worden. Je kunt er in meer situaties last van krijgen. En meer situaties gaan ontwijken. Zo krijgt de angst steeds meer invloed op je leven. Je durft steeds minder en je wereld wordt steeds kleiner.

Er zijn een paar manieren om uit de cirkel van angst te komen:
- Doe wel wat je angstig maakt
Bedenk wat je niet doet omdat je bang bent. Welke situaties ontwijk je? En wat doe je als ontwijken niet kan?
Ga juist wel doen wat je spannend vindt. Zo kun je de angst ervaren. Je merkt dat de erge dingen waar je bang voor was, niet gebeuren. En dat je de angst aankan.
Je moet de angst dus meemaken om te merken dat waar je bang voor bent niet gebeurt. - Gebruik gedachten die jou helpen
Wat zijn je angstige verwachtingen? Kloppen ze wel? Hoe groot is de kans dat ze waar zijn?
Probeer de gedachte minder belangrijk te maken: het is maar een gedachte.
Bedenk gedachten die je kunnen helpen. Gebruik die in moeilijke situaties. - Verdraag de spanning
Doe je iets wat angst geeft? Verdraag de spanning die je voelt. Zo kun je toch doen wat je graag wilt, ook al ben je bang.
Soms helpt het om even op iets anders te letten of iets te doen. Dan ben je minder bezig met de angst.
Het is dus belangrijk dat je situaties waarin je bang bent, toch opzoekt. Je kunt tegen jezelf zeggen: 'Ik ben bang en ik doe het.' Je merkt dat de rampen waar je bang voor bent, niet gebeuren.
Hoe vaker je hiermee oefent, hoe minder je angst uiteindelijk wordt.
In het begin kan de angst tijdelijk erger worden. En je kunt je moe voelen. Angst ervaren kost veel energie.
Na een tijd leer je steeds beter met de angst omgaan. Je angst wordt minder. En je bent ook minder moe.
Zorg goed voor jezelf
Erover praten
Vertel iemand die je vertrouwt over je gedachten en gevoel. Bijvoorbeeld een vriend, leraar of collega.
Stress minder maken
Probeer stress minder te maken. En zorg dat je goed slaapt, genoeg beweegt en ontspant.
Vaak heb je meer last van angst als je veel stress hebt en moe bent.
Je dagelijkse dingen doen
Probeer ook je studie of werk te blijven doen.
Komen je klachten door je werk? Of kun je je werk niet goed meer doen door de angsten? Praat met je werkgever of de bedrijfsarts.
Je gevoelens niet verdoven
Misschien drink je vaak alcohol om de angst minder te voelen. Of je gebruikt kalmerings-pillen of drugs.
Een middel helpt even: je voelt even minder angst. Maar langzaam worden je angsten er juist steeds erger van.
Je kunt er beter mee stoppen. Vraag daar hulp bij. Kijk bij:
- stoppen met alcohol of minder drinken
- stoppen met kalmerings-pillen
- stoppen met drugs of minder gebruiken
Ben je gestopt? Dan is je angststoornis soms ook weg. Of je klachten zijn minder.
Middelen van de drogist als je last van angst hebt
Bij de drogist zijn kruiden-middelen te koop. Zoals passiflora, valeriaan, sint-janskruid (hypericum), 5-HTP en cannabis-olie (CBD-olie).
Die middelen hebben risico's: er is vaak niet of niet goed onderzocht of ze werken.
Ook is het meestal niet bekend wat er precies in zit. En of ze veilig zijn.
Sommige middelen geven extra risico's als je ook bepaalde medicijnen slikt. Slik de kruiden-middelen daarom niet.
Behandeling van een sociale-angststoornis
De eerste stap in de behandeling is uitleg over angst en adviezen van je huisarts. Ga hier zelf mee oefenen.
Als dat niet genoeg helpt, kun je therapie krijgen. Je gaat oefenen met angstige situaties. Ook bedenk je gedachten die je helpen. Dit heet cognitieve gedragstherapie (CGT).
Lees meer bij behandeling van een sociale-angststoornis.
Wanneer bellen bij een sociale-angststoornis?
Maak een afspraak met je huisarts in 1 of meer deze situaties:
- Je doet dingen niet meer en je wil hier behandeling voor.
- Je krijgt een behandeling, maar je klachten worden erger.
- Je hebt steeds vaker gedachten over zelfmoord.
Heb je nu hulp nodig? Kijk bij denken aan zelfmoord. - Je slikt medicijnen tegen angst en hebt veel last van bijwerkingen.
- Je slikt medicijnen tegen angst en wilt daarmee stoppen.
- Je drinkt te veel alcohol, gebruikt drugs of slikt kalmerings-pillen.
Meer informatie over angst
- Meer informatie over angst: MIND en de Angst, Dwang en Fobie stichting
- Oefeningen en online therapie: Mentaal Vitaal
- Informatie over therapie: MIND en website van psychologen over CGT
- Contact met mensen die ook last hebben van angst: Angst, Dwang en Fobie stichting
Over deze tekst
Artsen en tekstschrijvers van Thuisarts hebben deze informatie gemaakt met:
- de richtlijn over angst voor huisartsen
- de richtlijn over angststoornissen en dwangstoornissen voor psychiaters, psychotherapeuten, psychologen en verpleegkundigen
- adviezen over de zorg voor mensen met een angststoornis
Lees wie de informatie van Thuisarts maakt.
Lees wat een richtlijn is en hoe die wordt gemaakt.