Ik ben behandeld voor darmkanker en ik hou klachten
In het kort
- Na de behandeling van darmkanker kun je klachten houden. Zoals piekeren, erg moe zijn of problemen met poepen.
- Heb je een stoma gekregen? Ermee leren leven kan moeilijk zijn.
- Je kunt hulp krijgen van bijvoorbeeld je huisarts, een diëtist, de stomaverpleegkundige of een psycholoog.
- Contact met mensen die hetzelfde meemaken kan steun geven.
Klachten door de behandeling van darmkanker
Na de behandeling van darmkanker kun je soms klachten houden. Welke dat zijn, verschilt per persoon. Het heeft ook te maken met welke operatie of behandelingen je hebt gehad.
Klachten van je darmen, anus of blaas
Je kunt bijvoorbeeld deze klachten hebben:
- Je moet heel vaak poepen.
Dit gebeurt vooral na een operatie om endeldarm-kanker weg te halen waarbij je geen stoma hebt gekregen. - Je hebt dunne poep of diarree.
Na een jaar is dit meestal over. Een diëtist kan je adviezen geven om te kijken of het minder wordt. Blijft je poep dun, dan kun je medicijnen krijgen die je poep dikker maken. - Je kunt moeilijk je plas of poep ophouden (incontinentie).
Je merkt bijvoorbeeld niet goed dat je naar de wc moet. Of je verliest plas of poep zonder dat je het wilt. Je kunt dan bijvoorbeeld kiezen voor een broek-luier of een stoma. - Is je anus weggehaald? Dan kun je pijn of een doof gevoel hebben als je zit. Er kan een bobbel tussen je billen komen.
- Na de operatie om je darm of endeldarm weg te halen kun je pijn houden. Je arts kan onderzoeken waar de pijn door komt.
Bespreek met je arts waar je last van hebt. Vaak is er een oplossing voor. Samen met je arts bespreek je wat bij jou kan en wat het beste bij je past.
Het kan fijn zijn om te praten met mensen die hetzelfde meemaken en elkaar tips te geven. Kijk bijvoorbeeld op de website van Stichting Darmkanker.
Andere klachten of problemen
Je kunt ook andere klachten of problemen hebben. Bijvoorbeeld:
- geen stijve penis kunnen krijgen
Soms kun je daar medicijnen voor krijgen. - klaarkomen waarbij sperma niet naar buiten komt, maar in je blaas komt
- een drogere, nauwe vagina
Daardoor kan vrijen pijn doen. Glijmiddel kan dan helpen. - vroeg in de overgang komen
Kijk bij de adviezen om goed om te gaan met klachten door de overgang. - moeilijker kinderen kunnen krijgen of geen kinderen meer kunnen krijgen
Dit kan bij mannen en vrouwen gebeuren.
Bespreek met je arts waar je last van hebt. Die vindt hierover praten heel normaal. Samen kun je naar oplossingen zoeken.
Psychische klachten na de behandeling van darmkanker
Soms kun je ook psychische klachten hebben door darmkanker en de behandeling. Je bent misschien bang dat de kanker terugkomt. Of je bent het vertrouwen in je lichaam kwijt. Je kunt je somber, angstig of eenzaam voelen. Of je maakt je veel zorgen en het lukt niet om te stoppen met hierover nadenken (piekeren).
Soms is het moeilijk om te leren leven met de stoma. Ook problemen met seks of met poepen of plassen kunnen psychische klachten geven.
- Bespreek met je huisarts, de praktijkondersteuner of een psycholoog waar je last van hebt.
- Je kunt hulp krijgen bij een centrum voor leven met en na kanker. Hier kun je ook praten met mensen die hetzelfde meemaken. Kijk op de website van IPSO of er een centrum bij jou in de buurt is.
- Het kan steun geven om te praten met mensen die hetzelfde meemaken. Die vind je bijvoorbeeld via de Stomavereniging of Stichting Darmkanker.
Pijn na de behandeling van darmkanker
Soms heb je pijn zonder dat precies duidelijk is waardoor. Je kunt met je arts bespreken wat jou kan helpen. Bijvoorbeeld hulp om met de pijn te leren omgaan.
Vaak kun je een behandeling krijgen tegen de pijn. Soms krijg je pijnstillers. Je arts kan je ook doorsturen naar een pijnpoli. Soms kun je een speciaal programma volgen om je beter en sterker te voelen. Bijvoorbeeld in een ziekenhuis of bij een fysiotherapeut.
Moe zijn na de behandeling van darmkanker
Na je behandeling tegen kanker kun je heel erg moe zijn. Meestal voelt dat anders dan gewoon moe zijn. Uitrusten helpt bijvoorbeeld vaak niet. Het kan ook lang duren.
Bespreek je klachten met je arts. Soms ben je minder fit en kun je je lichaam sterker maken. Daar kun je hulp bij krijgen van bijvoorbeeld een fysiotherapeut of diëtist.
Ook door pijn en psychische klachten kun je je erg moe voelen. Je kunt leren omgaan met moe zijn. Een psycholoog kan hier bijvoorbeeld bij helpen.
Problemen met je stoma
Je kunt problemen krijgen met je stoma. Soms is dat vlak na de operatie, soms pas na jaren. Bespreek ze met je arts of de stoma-verpleegkundige. Deze dingen kunnen gebeuren:
- Je stoma kan uit je buik steken.
Je darm wordt naar buiten gedrukt, dit heet prolaps. Dat komt doordat er te veel druk op staat. Bijvoorbeeld door hoesten, persen of iets zwaars tillen. Soms is een nieuwe operatie nodig. - Er kan een zwakke plek komen in je buik, dichtbij je stoma.
Je darmen of andere organen in je buik komen door een zwakke plek heen. Daardoor krijg je een bult onder je huid dichtbij je stoma. Als je er veel last van hebt, kun je een operatie krijgen. - Door littekens om je stoma heen kan de opening kleiner worden.
Het kan helpen om de opening van de stoma op te rekken. Dit kan met een vinger of speciale staafjes. Soms is een nieuwe operatie nodig. - De huid rond je stoma kan pijn doen of gaan ontsteken.
Dit komt doordat er poep op je huid komt of doordat het zakje steeds tegen je huid zit. Soms helpt het om een zakje van ander materiaal te proberen.
Leven met een stoma
Als je een stoma hebt gekregen, is dat waarschijnlijk erg wennen. Leren omgaan met je stoma kost tijd. Je kunt erover praten met de stoma-verpleegkundige, je huisarts of je arts in het ziekenhuis. Ook contact met andere mensen die hetzelfde meemaken, kan prettig zijn en je steun geven. Bijvoorbeeld via de Stomavereniging of Stichting Darmkanker.
Controles na de behandeling van darmkanker
Na de behandeling krijg je deze controles om te onderzoeken of de kanker terugkomt:
- bloed laten prikken
De arts meet hoeveel van het eiwit CEA in je bloed zit. Deze meting krijg je 5 jaar lang elke 3 of 6 maanden. Bij darmkanker kun je meer van dit eiwit in je bloed hebben, vooral als je uitzaaiingen hebt. Samen met de andere controles kan de arts hiermee zien of de kanker misschien is teruggekomen. - een CT-scan van je longen of je buik
De CT-scan krijg je vaak na 1 jaar. Soms eerder als er veel van het eiwit CEA in je bloed zit. - kijkonderzoek van de darm
Je krijgt dit onderzoek 1 keer in de 5 jaar of vaker. Meestal de rest van je leven.
Wanneer bellen na behandeling van darmkanker?
Maak op werkdagen een afspraak met je arts in het ziekenhuis in deze situaties:
- Je houdt klachten waar je hulp voor wilt.
- Je hebt moeite met eten.
- Je hebt problemen met je stoma.
Je stoma steekt bijvoorbeeld uit je buik, er zit een bult naast je stoma of de opening is kleiner geworden. - Je hebt klachten die kunnen passen bij darmkanker die is teruggekomen.
Deze klachten kunnen passen bij darmkanker die is teruggekomen:
- Er zit bloed bij je poep.
- Er zit slijm bij je poep.
- Je poept anders dan je gewend bent. Je hebt bijvoorbeeld steeds hele dunne poep of steeds hele dikke poep. Of dunne poep en dan weer dikke poep.
- Je hebt nieuwe of andere klachten van je buik. Zoals pijn, krampen of een opgeblazen gevoel.
- Je bent vaker moe dan je gewend bent.
- Je valt af zonder dat je er moeite voor doet.
Meer informatie over darmkanker
Meer informatie over darmkanker vind je op deze websites:
- MDL Fonds
- kanker.nl
- Stichting Darmkanker
- Informatie over ziekenhuizen die darmkanker behandelen: Ziekenhuischeck.nl