Voor onderzoek naar darmkanker stuurt je huisarts je naar het ziekenhuis.
Je krijgt vragen over je klachten en onderzoek van je lichaam.
Ook krijg je een kijkonderzoek van je darm (coloscopie). Soms haalt de arts stukjes darm of poliepen weg.
Soms krijg je een CT-scan van je darm.
Heb je darmkanker? Dan krijg je meer onderzoeken om te weten hoe ernstig het bij jou is.
Wat is darmkanker?
Bij darmkanker groeien er kankercellen in je dikke darm. Aan de binnenkant van je darm zit een dun laagje slijm: het slijmvlies. Hier begint de kanker meestal.
De kanker kan verder groeien. Bijvoorbeeld in de laag met spieren van je darm. Kankercellen kunnen ook ergens anders in je lichaam komen, bijvoorbeeld in je lever of longen. Dit zijn uitzaaiingen.
Darmkanker noem je endeldarm-kanker als de kankercellen in het laatste deel van je dikke darm zitten, vlakbij je anus (poepgat).
Je poept anders dan je gewend bent. Je hebt bijvoorbeeld steeds hele dunne poep of steeds hele dikke poep. Of dunne poep en dan weer dikke poep.
Je poept ineens veel vaker.
Je poept ineens veel minder vaak. Bijvoorbeeld maar 1 keer per week.
Je hebt minder zin in eten.
Je valt af zonder dat je er moeite voor doet.
Je hebt last van je buik. Je hebt bijvoorbeeld pijn, kramp en een opgeblazen gevoel.
Je bent de hele dag door heel erg moe, terwijl je genoeg of veel slaapt.
Al deze klachten kunnen ook door iets anders komen. Bijvoorbeeld door wat je eet, stress of een ontsteking. Vooral bij jonge mensen komen de klachten bijna nooit door darmkanker.
Hoe onderzoekt de arts of je darmkanker hebt?
Als je huisarts denkt dat je misschien darmkanker hebt, stuurt die je door naar het ziekenhuis. Daar krijg je onderzoeken door een arts die veel weet van darmen en darmkanker (maag-darm-lever-arts). Sommige onderzoeken heb je misschien ook al bij je huisarts gehad.
De arts kan deze onderzoeken doen:
vragen stellen over je klachten
je lichaam onderzoeken De arts voelt aan je buik. En kan ook een vinger in je anus (poepgat) brengen om het laatste stuk van je darm te voelen.
kijkonderzoek van je darm De arts bekijkt de binnenkant van je darm met een camera aan een dunne slang. Die slang schuift de arts via je anus (poepgat) in je darm. De beelden die de camera maakt, zijn te zien op een beeldscherm. Zo kan de arts de binnenkant van je darm goed zien.
stukjes darm of poliepen weghalen Tijdens het onderzoek kan de arts ook hele kleine stukjes darm of poliepen weghalen. Dit doet geen pijn. De stukjes darm of poliepen worden in een laboratorium onderzocht onder de microscoop. Zo is te zien of er normale cellen of kankercellen inzitten.
CT-scan van je darm Soms wordt er een CT-scan van je darm gemaakt. Bijvoorbeeld als het kijkonderzoek niet lukt. Een CT-scan gaat met röntgenstralen en is een soort 3D-foto van de binnenkant van je lichaam. Er wordt eerst wat gas in je darm geblazen via je anus. Hierdoor is je darm beter te zien op de foto’s. Het onderzoek doet geen pijn en is niet gevaarlijk.
Hoe gaat het verder na de onderzoeken naar darmkanker?
Na de onderzoeken hoor je van de arts of je wel of geen darmkanker hebt. Misschien zie je op tegen dit gesprek. Je kunt iemand meenemen. Samen onthou je meer. Ook is het handig om van tevoren een lijstje te maken met de vragen die je hebt.
Wel darmkanker
Meestal zijn nog meer onderzoeken nodig om te weten hoe ernstig de darmkanker bij jou is. De onderzoeken kunnen bijvoorbeeld laten zien of de kanker in je darmwand is gegroeid. En of er nog ergens anders in je lichaam kanker zit. Je hoort van de arts welke onderzoeken je krijgt. Daarna bespreken jullie samen welke behandelingen je kunt krijgen. Dat heeft te maken met verschillende dingen. Bijvoorbeeld hoe ernstig de ziekte is bij jou en hoe fit je bent. En wat je zelf wilt.
Geen darmkanker
Je krijgt misschien meer onderzoek om te kijken waar je klachten wel door komen. Die kunnen bijvoorbeeld komen door:
